De afgelopen weken heb ik als student deel genomen aan de massive open online course over Carpe Diem, een methodiek voor het ontwerpen van online leren. Wat heb ik geleerd van de opzet, het proces en de inhoud van deze MOOC? Daarover gaat deze uitgebreide blogpost.
Een aantal maanden geleden heb ik me ingeschreven voor de MOOC Carpe Diem van de Australische Swinburn University. Carpe Diem is een aanpak, ontwikkeld door professor Gilly Salmon en haar collega’s, waarmee je op een systematische manier online leren kunt ontwerpen. De doorlooptijd van deze cursus bedroeg 6 weken, de studielast ongeveer 3 uur per week. Ik had me voorgenomen om deze cursus ook daadwerkelijk af te maken. Een voorwaarde hiervoor was dat ik het geleerde ook daadwerkelijk moest kunnen toepassen.
Het eerste dat me opviel was de motivatie om deze cursus via een MOOC aan te bieden. Gilly Salmon en haar collega’s beschouwden het vooral als een experiment om de Carpe Diem-methodiek op grote schaal te doceren. Men hoopte ook op meer reguliere inschrijvingen als spin off, maar dat leek niet de belangrijkste drijfveer. Erg herkenbaar.
Wat me verder opviel waren de activiteiten voorafgaand aan de start van de cursus. Een week of twee van tevoren kreeg je dagelijks een mail. Deze mail had bijvoorbeeld betrekking op de inlogprocedure, de aankondiging van een Facebook-pagina, interviews met de e-moderators, impressies van de ontwikkeling van de cursus, technische tips of verzoeken om een ‘participants map’ in te vullen. Toen de cursus eenmaal startte, damde de mailstroom in (tot 1-2 mails per week). Deze activiteiten genereren betrokkenheid, al vond ik het grote aantal wat overdreven.
Deze MOOC werd begeleid door een team van vijftien mensen, inclusief gastdocenten. In totaal hadden zich 1433 mensen ingeschreven voor deze MOOC.
Didactisch concept
Het didactisch concept had een aantal kenmerken:
- De e-moderators hadden de groep van 1433 deelnemers handmatig onderverdeeld in subgroepen van ongeveer 30 personen.
- Elke week werden er één of twee virtual classes verzorgd. Deze bestonden uit presentaties, met de mogelijkheid om via chat vragen te stellen. In verband met verschillende tijdzones en een drukke agenda, heb ik slechts één livesessie bij kunnen wonen. Ik heb geprobeerd om opnames na afloop te bekijken, maar dat is door technische problemen niet gelukt.
- Elke week moesten we één of enkele e-tivities maken. Dat zijn online opdrachten van beperkte omvang. Bijvoorbeeld om een ‘blueprint’ van een cursus te maken. Elke e-tivity werd met een korte video geïntroduceerd. Bijvoorbeeld over het 5 stages model van Salmon. Verder kon je enkele bronnen bestuderen. Maar het belangrijkste was het maken van product. Daarvoor hanteerde men deadlines, bijvoorbeeld op woensdag en vrijdag. Je had als deelnemer nadrukkelijk een actieve rol.
- De e-moderators presenteerden bij de start van de cursus de structuur van het geheel. De e-tivities werden echter per week beschikbaar gesteld.
- Het was de bedoeling dat je via deze cursus zelf een ontwerp voor een cursus ging maken. Daarbij kon je kiezen uit een aantal onderwerpen die je in groepjes ging uitwerken, Via een wiki kon je je voorkeur aangeven. Je kon er voor kiezen om individueel te werken of in een groepje.
- Je moest het resultaat van je e-tivity delen met anderen. De eerste e-tivities deelde je binnen je team. Een volgende e-tivity was dan het geven van feedback op enkele uitwerkingen van anderen. Ongeveer halverwege de cursus moest je de e-tivity delen met de hele groep van ruim 1400 deelnemers. Daar is waarschijnlijk vooraf over nagedacht (een vorm van ‘scaffolding’ binnen een MOOC). Een aantal leden van mijn groep bleef overigens ‘hardnekkig’ communiceren met de eigen groep.
- Een aantal uitwerkingen moest je ook inleveren om een badge te kunnen verdienen. Je moest uitwerkingen dus op diverse plekken inleveren (binnen je groep, centraal). In totaal kon je 5 badges verdienen. Deze badges leidden samen tot een badge voor de hele cursus. Je kon bijvoorbeeld een badge verdienen door feedback te geven op twee concept e-tivities van andere deelnemers.
- Docenten gaven feedback aan de hele groep, niet aan individuele deelnemers.
- Ten behoeve van uitwerkingen van e-tivities kreeg je templates aangereikt, die je behoorde te gebruiken. Deze templates structureerden uitwerkingen.
Het didactisch concept was dus in feite een mix van docentgestuurd en studentgestuurd.
De inhoud van de cursus zag er als volgt uit:
- Week 1: introductie in het Carpe Diem proces (inclusief motivatie en socialisatie).
- Week 2: blauwdruk voor een cursus maken.
- Week 3: storyboard van de cursus maken.
- Week 4: leeractiviteiten (e-tivities) ontwikkelen.
- Week 5: reality check (feedback geven op e-tivities van anderen).
- Week 6: actieplan maken voor de toekomst (plus eindevaluatie).
Online omgeving
De MOOC werd verzorgd binnen BlackBoard Coursesites. Registreren en inloggen (o.a. via sociale media) verliep eenvoudig. Ten behoeve van communicatie over de cursus werd ook een Facebook-pagina gebruikt, en de Twitter hash tag #CDMOOC. De virtual classes werden via BlackBoard Collaborate verzorgd. De docenten gebruikten verder een aparte surveytool voor de summiere intake en meer uitgebreide evaluatie.
Binnen de BlackBoard-omgeving had elke groep zijn eigen ruimte. Deze bestond vooral uit een discussieforum en een wiki (die slechts voor één opdracht werd gebruikt). Opdrachten met bronnen werden via de groepsdiscussie verspreid. Volgens mij is dit vooral voor e-moderators een omslachtige manier van werken. Ik ga er namelijk van uit dat deze opdrachten handmatig in de vele groepsruimtes moesten worden geplaatst. Daarnaast werden mededelingen via BlackBoard Coursesites gedaan. Na verloop van tijd kwam ik er achter dat je gemakkelijk berichten kon filteren waar jij bij betrokken was (@me). Zoals gezegd stuitte ik nogal eens op fouten als ik opnames van virtual classes wilde bekijken. Ook bij het reageren op berichten in het forum kreeg ik regelmatig ‘errors’. De reacties waren dan gelukkig wel geplaatst. BlackBoard Coursites is verder een wat saaie omgeving, niet altijd even intuïtief, al voldeed ie wel. De geluidskwaliteit binnen BlackBoard Collaborate was wat ’blikkerig’.
Leerproces
Ten aanzien van het leerproces viel me een aantal zaken op:
- Als je een paar dagen niet had ingelogd, werd je geconfronteerd met veel bijdragen die je ‘moest’ lezen. Zelfs binnen mijn subgroep van ongeveer 30 deelnemers werd (zeker de eerste 3 weken) zo intensief gepost, dat het mij niet lukte om alle bijdragen te lezen.
- Als je werkt met deadlines, dan beperk je de vrijheid om te leren flink in. Ik had me voorgenomen om één keer per week aan opdrachten te werken. Ik merkte echter dat ik na een paar dagen niet ingelogd te zijn geweest, een deadline had gemist. Dat werkt niet motiverend. Het zorgde er wel voor dat ik daarna meerdere keren per week inlogde. Ik had me immers voorgenomen niet uit te vallen. Maar wat dart betreft was de mate van controle beperkt.
- Een aantal deelnemers vond het niet plezierig dat e-tivities gefaseerd werden vrij gegeven. Het zorgt weliswaar voor focus, maar perkt keuzevrijheid ook in.
- De doorlooptijd van 6 weken was erg prettig, al stelt een studiebelasting van in totaal ongeveer 20 uur wel grenzen aan wat je kunt doen.
- Ondanks dat er expliciet aandacht werd besteed aan kennismaking en socialisatie, kreeg ik niet echt het gevoel in een groep actief te zijn. Dat kwam ook doordat ik het geleerde daadwerkelijk wilde gebruiken voor het ontwerp van een nieuwe MOOC. Mijn leerbehoefte kwam niet overeen met de leerbehoefte van anderen. De groep ging een richting uit, die voor mij weinig betekenis had. Bovendien was een aantal personen wel heel erg aanwezig, waardoor hun invloed op het proces groot was. Daar kwam bij dat deelnemers zeer uitvoerig discussieerden over de wijze van samenwerking, bijvoorbeeld over welke tools men wilde gebruiken voor de opdracht of voor welke sociale mediatool men e-tivities zou gaan ontwikkelen. Ik had daar geen tijd voor en zin in. Ik heb toen besloten om individueel aan opdrachten te werken, maar wel om feedback te geven op uitwerkingen van anderen. Dit fenomeen komt vaker voor bij samen werken. Als dus leren samenwerken geen leerdoel is.
- De e-moderatoren hebben het geven van peer feedback expliciet ingebouwd in het didactisch concept van de cursus. Dat blijkt inderdaad goed te werken.
- Het niveau van de deelnemers verschilde behoorlijk (veel ervaring met online leren, weinig ervaring met online leren; veel ervaring met onderwijsontwikkeling, weinig ervaring met onderwijsontwikkeling). Dat zag je terug in de feedback. Mede daarom miste ik feedback van docenten wel eens.
- Binnen de cursus werd ook gepleit voor het structureel gebruiken van (formatieve) assessments bij e-tivities. Dat principe paste men ook zelf toe. Het lijkt veel lerenden inderdaad ‘bij de les’ te houden.
- Ondanks dat de e-moderatoren expliciet aandacht besteedden aan de fases van online samenwerken en aan het belonen van bijdragen, was ook binnen de Carpe Diem MOOC maar een beperkte groep lerenden echt actief. Zo hebben 106 van de 1433 participanten meegedaan met opdracht 4.1, terwijl 39 deelnemers een bijdrage hebben geplaatst bij opdracht 6.1 (nog geen 3% van het aantal inschrijvingen). Wellicht dat het aantal deelnemers aan de laatste opdracht nog toe zal nemen. Maar misschien heeft een grotere groep alleen content bestudeerd, maar geen opdrachten gemaakt. Of alleen deelgenomen aan interacties binnen subgroepen. In mijn groep hebben 20 van de 29 deelnemers aan de eerste opdrachten binnen de subgroep meegedaan.
Echter, mogelijk is het didactisch concept en de rol van e-moderatoren minder van invloed op actieve deelname dan het zelfsturend vermogen of de motivatie van lerenden, dan wel de hoge mate van vrijblijvendheid van een MOOC (ook al is de mate van vrijblijvendheid ook een aspect van het didactisch concept). - Van tevoren was ik sceptisch over het gebruik van badges. Wellicht komt het door mijn scoutingverleden, en het niet halen van bepaalde insignes als tienjarige (ik kan zó onhandig zijn). Ik vond badges in ieder geval tot nu toe iets kinderachtigs hebben. Toch heb ik nu gemerkt dat het behalen van badges mij sterk motiveerde. Ik heb overigens ook opdrachten gemaakt waarvoor ik geen badge kreeg. Het motiverende karakter van badges kan ook van tijdelijke aard zijn. Ik wacht alleen nog op de badge voor de totale cursus.
- De studielast van ongeveer 3 uur is relatief gering. Toch vond ik dit erg lastig vol te houden. Maar gelukkig is mijn zelfsturend vermogen, als ik wil, voldoende om een dergelijke MOOC af te ronden. Dat wijt ik echter ook aan het betekenisvolle en toepassingsgerichte -en dus motiverende- karakter. Onderzoek naar leren van volwassenen illustreert dit ook.
Inhoud
Wat betreft de inhoud van de MOOC heb ik ook e.e.a geleerd over het gebruik van Carpe Diem als systematische methodiek voor het ontwerpen van online leren. Ik zal voortaan expliciet werken met een storyboard waarin het proces van de cursus wordt uitgewerkt, en met meer online leeractiviteiten van beperkte omvang (die worden afgerond met een opdracht en formatieve beoordeling).
Al met al heb ik deze Carpe Diem MOOC een rijke leerervaring gevonden. Zowel wat betreft het didactisch concept, de inhoud als het leerproces. Deze MOOC was een prima manier van professionalisering, al mag je ook deze cursus vanwege het vrijblijvende karakter niet zo maar vergelijken met een ‘gewone online cursus’.
Ik ben ook heel benieuwd naar de reflectie van de docenten. Hoe beoordelen zij de de leerresultaten, de participatie en hun werkdruk?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Goeie beschrijving van de CD MOOC. Ik heb ook meegedaan en moet de laatste opdracht nog doen. Inderdaad, ik wil ook de badge 🙂 en de cursus echt afmaken. Herkenbaar is ook dat een deel van de groepsgenoten (in mijn geval Lobster 2) uitgebreid bezig was met hoe samen te werken, in welke andere tool dan het discussionboard en wat de opdracht precies was. En veel minder aan inhoudelijke discussie/feedback of gewoon werken aan de opdracht zelf. Uiteindelijk waren we met 3 Lobsters over.
Zelf vond ik het sterkste leermoment liggen in het maken van de opdrachten en elkaar daar feedback op geven en ontvangen. Inhoudelijk blijft me de effectiviteit van het (gezamenlijk) mindmappen van een storyboard bij. Heel sterk!