De term ‘student experience’ heeft betrekking op de wijze waarop studenten het ‘student zijn’ beleven. Daarbij gaat het niet alleen om het leren en het volgen van onderwijs, maar ook de sociale contacten met andere studenten, het verenigingsleven of om het op kamers wonen (indien van toepassing). Volgens eCampus News gebruiken onderwijsinstellingen technologie om die ‘student experience’ te versterken en te verbeteren. Ik mis daarbij echter één zeer belangrijk aspect.
eCampus News laat in het artikel Improving the student experience means ‘meeting our students where they are’ een aantal CIO’s aan het woord die benadrukken hoe belangrijk het is dat je investeert in technologie om lerenden te werven en te behouden. Een ‘naadloze’ campus ervaring van hoge kwaliteit is daarvoor essentieel.
Dat betekent onmiddellijke mobiele toegang tot services. Ook willen lerenden zaken zoveel mogelijk zelf afhandelen, wanneer het hen uitkomt (self service). Om dat te realiseren heb je een slimme IT infrastructuur nodig. Voorbeelden van toepassingen uit het artikel zijn:
- Een app die lerenden helpt bij het doen van de was. Je ziet op je smartphone of de was droog is.
- Een app waarmee je een laptop kunt lenen bij een geautomatiseerde kiosk, zonder administratieve rompslomp.
- Een app die veel informatie geeft over maaltijden die je in een restaurant kunt bestellen. Je bestelt het eten online, waardoor je niet in een lange rij hoeft te wachten.
- Een applicatie waarmee je met één druk op de knop een presentatie kunt opnemen.
- Een app die laat zien hoeveel parkeerplaatsen nog beschikbaar zijn.
- Een virtuele desktop.
Deze toepassingen zijn er in feite op gericht het studentenleven makkelijker en efficiënter te maken. Ook zouden bepaalde processen dankzij het herontwerpen en automatiseren effectiever moeten verlopen. Daarbij wordt fors ingezet op ‘customer relationship management tools’, met vaak een grotere tevredenheid onder lerenden tot gevolg. De volgende stap in het verbeteren van de ‘student experience’ is dan het mogelijk maken van data interoperabiliteit. Dat betekent dat data niet meer in afzonderlijke systemen worden opgeslagen, maar in een gezamenlijke databank. Je kunt daardoor data uit verschillende systemen beter combineren, analyseren en gebruiken voor het verder verbeteren van services.
Het valt me op dat deze bijdrage geen voorbeelden geeft van het gebruik van nieuwe technologie om socialisatie en interactie tussen lerenden onderling te faciliteren. Dus als je (bijna) niet in staat bent elkaar op de campus te ontmoeten. Dankzij de coronacrisis ervaren lerenden in het MBO en HBO meer stress en depressies. Dat komt onder meer door een gebrek aan sociale contacten.
Uiteraard kunnen lerenden onderling met elkaar communiceren via applicaties als WhatsApp of Facetime. Volgens mij is echter behoefte aan laagdrempelige applicaties waarbij de communicatie meer in de buurt komt van een face-to-face gesprek. Verder moeten we ook binnen het onderwijs meer de gelegenheid nemen voor niet-taakgebonden interacties.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie