Tech-bedrijven gaan ook data verzamelen over ons offline gedrag (ook op het gebied van leren?)

Silicon Valley-bedrijven houden zich al lange tijd bezig met het verzamelen, analyseren en te gelde maken van grote hoeveelheden data. Tot dusver gebeurde dat vooral met ons online gedrag. Nu is ook ons offline gedrag aan de beurt. Ik zie hier ook relevantie voor onderwijs en opleiden (augmented learning).

Big brother is Watching You
Foto: anarchosyn, Flickr

Ben Tarnoff heeft een intrigerend artikel geschreven over hoe bedrijven als Amazon en Facebook nu ook hun pijlen richten op ons offline gedrag. Amazon heeft onlangs bijvoorbeeld aangekondigd retailketen Whole Foods voor 13,7 miljard dollar over te willen nemen. Volgens Tarnoff wil men online en offline retail met elkaar laten versmelten. Je zou wellicht kunnen spreken van ‘augmented retail’. Tarnoff stelt:

It’s going to expand Silicon Valley’s surveillance-based business model into physical space, and make money from monitoring everything we do.

Door data over ons offline gedrag te koppelen met data over ons online gedrag krijgen deze bedrijven een veel completer beeld van onze profielen, waardoor zij ons bijvoorbeeld nog gerichter kunnen bestoken met advertenties. Ben Tarnoff stelt dat Amazon “corporate surveillance” net zo diep in onze fysieke omgeving wil integreren als in onze virtuele omgeving. Amazon experimenteert bijvoorbeeld al met een slimme levensmiddelenwinkel in Seattle waar je boodschappen in je tas kunt stoppen en de winkel uit kunt lopen. Sensoren registeren wat je hebt gekocht, en zorgen voor automatisch afrekenen.

Klanten betalen dan met hun gegevens voor meer gebruikersgemak (niet meer wachten voor de kassa). Albert Heijn doet uiteraard iets vergelijkbaars met de bonuscard (korting) en het zelfscannen (sneller winkelen). Amazon gaat hier echter verder in. Zij willen deze data gebruiken om uiteindelijk online en offline meer te verkopen.

En nu wordt het echt ongemakkelijk. Amazon verzamelt namelijk ook steeds meer data over ons gedrag in de thuissituatie. Via de stemgestuurde assistent Alexa registreert Amazon tal van vragen en interesses van gebruikers. Tarnoff schrijft:

Putting a listening device in your living room is an excellent way for Amazon to learn more about you.

Een ander voorbeeld is het gebruik van drones om bestellingen af te leveren. Deze drones maken ook opnames van jouw omgeving. Verbaas je niet als je reclames van dakdekkers online te zien krijgt als de drone heeft geconstateerd dat je dak gerepareerd dient te worden.

Pikken mensen dit? Wat twintig jaar geleden onbespreekbaar was op het gebied van het verzamelen van data, is nu de gewoonste zaak van de wereld, stelt de auteur. Als gebruikers voordelen ervaren, is men tot veel bereid als het gaat om data afstaan. En omdat bedrijven als Google, Facebook en Amazon het internet domineren, heb je praktisch geen keuze.

Ben Tarnoff meent dat de enige oplossing hiervoor een politieke is. Burgers zouden meer democratische controle over data moeten eisen. Een publieke instantie zou het gebruik van data moeten monitoren.

Zoals gezegd zie ik ook relevantie voor opleiden en leren. We verzamelen veel data van online leergedrag. Verder slaan we cijfers en andere informatie op systemen als Osiris of Magister. Toch vindt veel van het leren buiten het zicht van onze systemen plaats. Als je naar de bovenstaande voorbeelden van Amazon kijkt, dan is op termijn ook meer mogelijk op het gebied van het opslaan, analyseren en gebruiken van offline en online data:

  • Sensoren registreren automatisch de aan- en afwezigheid.
  • Stemgestuurde assistenten registreren vragen die lerenden aan hen stellen (ook thuis). Ontwikkelaars van digitale leeromgevingen zijn al bezig met koppelingen met Amazon’s Alexa.
  • Sensoren registreren oogbewegingen en hersenactiviteiten tijdens het leren.
  • Camera’s registreren houding en gedrag van lerenden.

Het is dus mogelijk dat online leren en offline leren dan meer met elkaar zullen versmelten. Een term als ‘augmented learning’ zou dan wel eens relevanter kunnen zijn dan het begrip ‘blended learning’. Of het wenselijk is om al deze offline data te verzamelen, is een ander verhaal. Bovendien moet je goed nadenken over welke data daadwerkelijk iets zegt over succesvol leren, en of het registeren van data over leren lerenden niet juist ook kan belemmeren om te leren. Wetgeving op het gebied van privacy en dataveiligheid wordt ook steeds meer aangescherpt.

Er zal ook een discussie aan vooraf moeten gaan over hoe we omgaan met die data (hoe mogen we deze gebruiken?), hoe we privacy borgen en wie eigenaar is van deze data. Tenslotte is een publieke instantie die de opslag en het gebruik van educatieve data monitort, m.i. ook van belang.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *