Symposium en oratie ‘Leren in een multimediale omgeving’ #celstec

Vanmiddag vond in het bijzondere Beeld en Geluid te Hilversum de oratie plaats van mijn collega Liesbeth Kester. Liesbeth bekleedt sinds kort de Gerard Veringa-leerstoel op het gebied van Multimediale educatie. Ter gelegenheid hiervan werd ook een symposium gehouden (dat ik mocht voorzitten)

Ben Groenendijk van de NTR (de financier van deze leerstoel; de NTR, niet Ben persoonlijk) ging in zijn keynote in op de vraag of er nog wat te leren valt bij de publieke omroep, nu we de beschikking hebben over internet. Hij illustreerde hoe hij een leervraag over de componist Dvorak heeft beantwoord. Internet speelde daarbij een grote rol, vooral de site “Muziek: begrijpt u het?” van een gepassioneerde hobbyist die zijn kennis deelt.

Het educatieve landschap wordt volgens hem gevormd door opleidingen, non-formeel leren, informeel leren online leren. Als het gaat om media-aanbod heeft de NTR vooral altijd een rol gehad als het gaat om opleidingen.

Hij schetste een beeld van de programmastrategie van de publieke omroep. Journalistieke programma's zijn daarbij prominent aanwezig. Omroepen willen zich daarmee profileren. Andere taken dreigen daarmee in de verdrukking te komen. Verder houdt de publieke omroep zich onder meer bezig met kennis. Van alle kennisprogramma's zijn er negen natuurprogramma's.

Internet is een derde pijler. Ben noemde internet en nieuwe media echter zelfs een stiefkind van 'Hilversum'. Commerciële organisaties zijn daarbij bang voor verdringing door de publieke omroep, waadoor er terughoudendheid is bij de NTR op dit terrein. Verder dreigen themaportals te verdwijnen ten gunste van omroepportals. Bij een aantal programma's speelt internet geen rol ivm de kosten.

De publieke omroep heeft ook een sterke band met het onderwijs. Die relatie staat echter ter discussie. School TV wordt bijvoorbeeld geschikt gemaakt voor thuis leren.

Ben schetste dat de publieke omroep een indrukwekkende positie als het gaat om het gebruik van videomateriaal op school (o.a. lesvideo's, Universiteit van Nederland). Op steeds grotere schaal wordt online video gebruikt door jongeren en volwassenen. Des te wonderlijk is het volgens hem dat gediscussieerd wordt over de vraag of de publieke omroep hier mee door moet gaan. De concurrentie online wordt op dit terrein wel veel groter.

Verder stelde Ben dat de publieke omroep initiatieven onderneemt samen met o.a. de Volksuniversiteiten. Hij concludeerde dan ook dat -als het gaat om leren- de publieke omroep steeds meer de richting uitgaat van non-formeel leren, in plaats van formeel leren.

Opvallend was dat de kritische aspecten van de ontwikkeling van de publiek, die Ben Groenendijk in een deel van zijn keynote schetste, niet alleen voortvloeien uit de bezuinigingen van het kabinet, maar ook eigen beleid debet zijn aan de schrale positie van internet binnen de publieke omroep.

Hoogleraar Saskia Brand van de OU ging vooral in op de vraag wat docenten allemaal kunnen met nieuwe technologieën als sociale media. Zij schetste dat de omgeving van lerenden steeds informatie- en mediarijker wordt, mede dankzij YouTube, blogs, etcetera. Maar hoe zorg je ervoor dat lerenden daadwerkelijk ook leren? Zij benadrukte daarbij het belang van digitale vaardigheden (instrumenteel, structureel, strategisch). Jongeren zijn over het algemeen niet goed in kritisch webgebruik en denken veelal niet goed na over de strategieën die zij dienen te hanteren om bronnen te selecteren. Zij zijn over het algemeen wel goed in instrumentele vaardigheden. Tijdens haar oratie is zij daar ook uitgebreid op ingegaan.

Saskia stelde dat jongeren wel, vaak meer dan volwassenen, gemotiveerd zijn om met ICT te leren. Ook gaf zij aan dat de mening die je hebt, van sterke invloed is op de informatie die je zoekt. Google presenteert ook informatie op basis van jouw voorkeur. Vanuit het onderwijsperspectief is dat twijfelachtig.

Wat heeft dat voor gevolgen voor het onderwijs? Saskia pleitte voor aparte lessen voor instrumentele vaardigheden. Maar verder zouden structurele en strategische vaardigheden geïntegreerd binnen het onderwijs aan de orde moeten komen. Onderzoek leert ook dat lessen waarin deze vaardigheden geïntegreerd aan de orde komen, tot betere leerresultaten kunnen leiden, en tot verbetering van informatievaardigheden.

Door dergelijk onderwijs te ontwikkelen, verbeteren docenten ook hun informatievaardigheden. Saskia pleitte ook voor integratie van technologie, vakinhoud en didactiek. Tenslotte is binnen de school een gedragen visie op ICT en leren ook van belang, zodat het niet beperkt blijft tot bevlogen docenten.

Oratie Liesbeth Kester

De middag eindigde met de oratie van Liesbeth Kester. De titel van haar oratie luidde: 'Kwaliteit in beeld. Effectief leren van dynamische visualisaties'. Zij ging in op de vraag hoe je de kwaliteit van 'educatieve dynamische visualisaties' beoordeelt. Zij presenteerde daarbij een educatieve kijkwijzer die kan helpen bij het beoordelen van deze visualisaties.

Liesbeth ging in haar bijdrage in op de meningencultuur die rijkelijk bloeit als het gaat om kwaliteit. Kun je dat op het terrein van onderwijs toepassen? Bij eenvoudige vragen, bijvoorbeeld het uitvoeren van klussen, kun je best afgaan op meningen van anderen. Maar in veel gevallen mis je de context.

Liesbeth koppelde de kwaliteit van educatieve dynamische visualisaties aan de werking van het geheugen. Filmpjes moeten aandacht trekken, het werkgeheugen niet overbelasten, betekenisvolle delen hebben en aansluiten op de voorkennis. Zij baseert zich hierbij op het model van Richard Mayer. Liesbeth heeft op basis hiervan een checklist gemaakt (bijvoorbeeld bevat het filmpje overbodige of redundante informatie), en de zaal op basis van deze checklist een filmpjes laten beoordelen.

Vervolgens is zij ingegaan op de functies van educatieve filmpjes. De belangrijkste en meest populaire functie is de demonstratiefunctie (tutorials). Deze films moeten specifieke kenmerken hebben om effectief observationeel te leren. Je moet bijvoorbeeld deelvaardigheden al onder de knie hebben. Andere functies zijn de verdiepingsfunctie en de voorbeeldfunctie.

Liesbeth gaf ook aan wat je kunt doen om daadwerkelijk te leren van filmpjes. Daarbij legde zij een relatie met de vijf basisprincipes van Merrill (realistisch probleem bestuderen, voorkennis activeren, voorbeeld bekijken, toepassen en delen met anderen). Je kunt bijvoorbeeld je voorkennis activeren via brainstorm. Bewegende beelden blijken bijvoorbeeld effectief te werken als je over voldoende voorkennis beschikt.

Toepassen doe je door veel te oefenen met behulp van just-in-time informatie. Denk aan het oefenen van rijtjes voor rekenen. De voorkennisstrategie en de toepassingsstrategie moeten in elk geval dezelfde kant uit wijzen. De toepassingsstrategie beïnvloedt of je grote lijnen beter onthoudt of feiten.

Het delen met anderen kan ook op verschillende manieren. Denk aan peer tutoring. Ongestructureerd delen van kennis zou volgens Liesbeth wel eens averechts kunnen werken.

De tekst van de oratie met de checklist komt ongetwijfeld online te staan. Op dit moment heb ik deze nog niet.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Heb nog nooit zo’n slechte OU-dag meegemaakt. De presentatie van Groenendijk was gewoon een reclamepraatje voor de NTR en het verhaal van Mw. Brand was grotendeels hetzelfde als haar oratie. Jammer!!

  2. Jammer dat je niet tevreden bent. Maar je doet, vind ik, Ben Groenendijk echt tekort. Hij is m.i. ingegaan op relevante ontwikkelingen rond de NTR. De NTR is financier van Liesbeth’s leerstoel. Logisch dat hij in is gegaan op die relatie. Je hebt gelijk dat Saskia’s bijdrage overlap had met haar oratie. Niet iedereen is daar echter bij geweest. Bovendien kan herhaling van een boodschap niet altijd kwaad. En wat vond je van de oratie?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *