Ok. Na al die aparte hoofdzakelijk beschrijvende berichten is het tijd voor wat reflectie op de Surf Onderwijsdagen.
Inhoud
In het algemeen vond ik deze editie van de Surf Onderwijsdagen inhoudelijk goed. Beter dan verleden jaar. Het valt me op dat deze dagen internationaler van karakter zijn geworden. Het is duidelijk te merken dat Surf meer samenwerkt met zusterorganisaties zoals het Britse JISC. Daardoor werden meer sessies in het Engels verzorgd, dan in het verleden het geval was. Het voordeel hiervan is de bredere kijk op ontwikkelingen. En ik moet zeggen dat de buitenlandse sprekers die ik heb gezien goed waren of op z’n minst stof tot discussie gaven (zoals Siemens). Een risico is dat Nederlanders onvoldoende de gelegenheid hebben om elkaar te informeren.
Wat betreft inhoudelijke ontwikkelingen is mij nog beter duidelijk geworden dat ‘personalisering’ op veel terreinen door zal zetten. Technologie maakt het mogelijk diensten en producten beter af te stemmen op de behoeften die een individu op dat moment heeft. Voor het onderwijs impliceert dat nog meer flexibel onderwijs, maar ook een betere begeleiding bij het maken van keuzes. De boodschap dat het onderwijs zich moet blijven herbezinnen op haar functie in de toekomst vond ik erg belangrijk. We moeten in feite op een unieke manier het leren faciliteren. Absoluut ook een relevante boodschap voor het middelbaar beroepsonderwijs.
Ik vond verschillende sessie erg informatief. Bijvoorbeeld de presentatie over het EVC centrum van de Hogeschool van Amsterdam. En ik ben weer enigszins bij als het gaat om de Sharepoint-ontwikkeling bij de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. Ook is mij nu echt duidelijk geworden dat George Siemens weliswaar interessante ideeën heeft, maar geen nieuwe leertheorie heeft bedacht.
Organisatie
Wat betreft opzet is dit congres redelijk traditioneel van aard. Er was weliswaar afwisseling van werkvormen maar de ‘inleiding-vragenronde’-vorm was volgens mij nog steeds dominant. Is dat erg? Volgens mij niet.Want het past bij de doelgroep van dit congres (de net-generation is afwezig). Bovendien zou je al over moeten stappen op een hele andere opzet (bijvoorbeeld ook door ICT explicieter in te zetten voor de inhoudelijke voorbereiding). Dus niet meer keynote-sessie-pauze-sessie-lunch-sessie-pauze-keynote. Want als je een sessie verzorgt van ongeveer een uur met een doelgroep waarvan je niet precies weet wat hun kennis is, dan zul je een thema eerst al duidelijk moeten introduceren.
Het valt me ook altijd op dat keynote sprekers veel congresdeelnemers vaak weinig nieuws vertellen. En maar weinig mensen lijken dat erg te vinden. Keynote sprekers hebben schijnbaar vooral een enthousiasmerende functie. Voor inhoudelijke verdieping moet je in sessies zijn.
Het programmaboekje vond ik ook erg handig (klein opvouwbaar in je badge). Van de informatiemarkt heb ik dit keer niet veel gezien. Ik heb veel staan praten met bekenden, erg leuk. Helaas niet met iedere bekende, en niet altijd lang genoeg. Het Beatrix-theater zelf ligt prima centraal (zelfs de trein reed bij mij op tijd), maar is wat betreft faciliteiten een wat mindere plek: veel kleine, bedompte zalen en een dure Internetverbing (Eduroam kreeg ik niet aan de praat en was bovendien alleen op de informatiemarkt toegankelijk). De lunch was overigens heel snel op. Ook vraag ik me af wat de symboliek is van het waterpistool in het conferentietasje (de tas van verleden jaar was trouwens véél mooier). Maar goed: dat is in feite gezeur. Verder waren de Onderwijsdagen goed georganiseerd.
Een aparte blogger spreekt ook aan. Maar wat je eigenlijk ziet is dat edubloggers dat ook zelf organiseren. Ik heb tientallen berichten gelezen en foto’s bekeken. De berichten zijn soms beknopt, soms vooral ingaand op de sfeer, maar ook uitgebreid van aard. En dankzij Pierre Gorissen kan ik kennis maken met Apreso. Keith Russell (check zijn nieuwe weblog) vertelde me tijdens de borrel op de laatste dag over deze toepassing waarmee je lessen/colleges op een zinvolle manier online kunt publiceren. Pierre heeft een demonstratie gefilmd. Moet ik nog bekijken.
Ik merk ook dat ik -in vergelijking met een aantal jaar geleden- veel intensiever bezig ben zo’n congres. Je kunt vooraf je eigen programma samenstellen (al liep dat niet soepel), je blogt er over en ook anderen doen dat zodat er heel veel berichten te lezen zijn. Verder ook staan ook interviews online en zoals gezegd erg veel foto’s. Amerikanen zullen dit wel "extended conferencing" noemen (of iets dergelijks). Hoef je er dan niet naar toe? Integendeel de kracht zit in de mix: keynotes, sessies, wandelgangen, borrel, zelf bloggen, blogs lezen, foto’s bekijken, interviews bekijken, enzovoorts. Verder kan ik ook collega’s uit het middelbaar beroepsonderwijs absoluut aanraden de Surf Onderwijsdagen te bezoeken. Het is altijd leerzaam om over de schutting te kijken en wat je hoort en ziet is zeker relevant voor het MBO. Want ook daar krijg je vroeg of laat te maken met adaptieve technologie, de net-generation, en nog veel meer. Gelukkig ben ik ook diverse MBO-collega’s tegen gekomen.
Als ik een ouderwets rapportcijfer moet geven, dan krijgen de Surf Onderwijsdagen 2006 van mij zeker een 8.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie