In veel publicaties over het gebruik van nieuwe technologie in het onderwijs wordt als argument gebruikt dat tools als sociale media of de mobiele telefoons dé natuurlijke 'gereedschappen' van jongeren zijn. Het artikel Technology Overload: Are Students Sicki of Wiki? nuanceert dit beeld.
In deze bijdrage bekritiseren studenten het overmatige gebruik van ICT, anderen stellen dat een zinvol gebruik van technologie sterk afhankelijk is van de deskundigheid van de docent. Een beeld dat ik op basis van mijn eigen ervaringen herken.
Het artikel bevat enkele illustraties van goede en minder goede toepassingen. Daarbij valt mij op dat lerenden het belang van ICT voor een dialoog benadrukken. Daarnaast wordt gesteld dat jongeren moeite hebben om sociale netwerktools voor thuis leren te gebruiken, omdat zij deze applicaties associëren met privégebruik.
Ook zijn applicaties lang niet altijd even handig in gebruik. Twitter wordt in dit artikel beschreven als een erg handige toepassing voor het onderwijs (één geïnterviewde docente heeft er een cursus voor gevolgd). YouTube is een andere, populaire, 'leertool'. Lerenden raken ook in de stress als zij bijvoorbeeld een website of online video moeten maken, omdat zij niet altijd even bekwaam zijn om ICT te gebruiken.
De docenten, die in dit artikel aan het woord komen, zijn het er niet over eens of nieuwe technologie een aanvulling is op het bestaande onderwijs (en zelfs optioneel moet zijn), of dat ICT het onderwijs naar "next level" kan tillen. Er is wel consensus over dat bij het didactisch onderlegd gebruik van ICT sprake is van een leercurve. Eén geïnterviewde stelt zelfs:
You should be doing things differently, rather than just doing more. But nobody knows how to do that. I think we’re kind of the blind leading the blind.
(geschreven tijdens de vijfde nacht bij het sterfbed van mijn schoonvader)
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ik denk dat sociale media en smartphones zeker de ´natuurlijke gereedschappen´ zijn van jongeren. Maar, net als met alle andere ´gereedschappen´ moet iemand die ze wil gebruiken in het onderwijs wel vooraf bedenken waarvoor en hoe deze ´gereedschapppen´ te gebruiken zijn, en hoe ze ingezet gaan worden. De sociale media en smartphones bieden een ingang tot de belevingswereld van de leerlingen en bieden hiermee een prachtige mogelijkheid tot activerende didactiek. Een belangrijke factor voor het succes hiervan ligt volgens mij in het actief gebruik maken van de mogelijkheden tot interactiviteit en individuele keuze´s die web 2.0 biedt.
Ik herken een groot deel van het verhaal. Twee weken geleden heb ik met een groepje van 12 leerlingen gesproken (klas 2hv en 6v) over onderwijs en ICT. Ik heb ook social media ter sprake gebracht, eigen gebruik en gebruik in relatie tot school. Drie van de 12 zaten niet op Hyves, slechts eentje gebruikte Twitter (maar niet actief) en slechts de helft had een Facebook account. Ze vielen van hun stoel toen ik vroeg of ze zich iets konden voorstellen bij die social media sites en het onderwijs (ik heb niet gevraagd naar social media en leren, realiseer ik me nu).
Ik noemde wat voorbeelden, maar die werden niet met enthousiasme ontvangen. Het leek hen 1 niet de handigste / beste manier om te leren en 2 vonden ze dat die dingen vooral privé waren.
Na wat doorpraten kwamen ze zelf met twee voorbeelden. Het idee voor een forum waar ze vragen kunnen posten en waar andere leerlingen of de docent antwoorden kan plaatsen. En er was een leerling die – aandoenlijk voorzichtig 🙂 – vertelde dat hij altijd huiswerk maakt met Skype open en drie vrienden permanent ‘aan de lijn’. Hij leek zich een beetje te schamen, maar de andere leerlingen ontvingen dat als een goed idee.
(deze ervaring plaatste ik al eerder op LinkedIn als reactie op een stuk van Erno Mijland: http://bit.ly/cRd1Lv)
@Frans Droog: mee eens. Je bevestigt volgens mij wat ik hier aangeef.
@Michel van Ast: dank voor deze ervaring. Mooie illustratie.