Studenten het minst tevreden met blended learning, al zegt dat niets over de effectiviteit

Volgens een grootschalig onderzoek onder Amerikaanse studenten, blijkt dat deze doelgroep minder geëngageerd is bij blended learning dan bij face-to-face of volledig online leren. Toch zijn deze studenten zeker niet ontevreden. Bovendien is er een verschil tussen tevredenheid en effectiviteit.

Student engagement scores by course delivery method
Bron: Times Higher Education. Student engagement scores by course delivery method

In toenemende mate passen opleidingsinstituten en onderwijsinstellingen concepten van blended learning toe. Een onderzoek onder 100.000 studenten van Amerikaanse universiteiten laat zien dat deze respondenten over het algemeen minder tevreden zijn over ‘blended learning’. De onderzoekers hebben tien aspecten van ‘student engagement’ vergeleken met vier vormen van onderwijs:

  1. Volledig face-to-face (bijna 61% van de respondenten).
  2. Voornamelijk face-to-face (ruim 31% van de respondenten)
  3. Voornamelijk online (2,6% van de respondenten)
  4. Volledig online (2,3% van de respondenten)

Opvallend is dat volledig online leren op een aantal aspecten het hoogste scoort, zoals:

  • biedt de cursus waarde voor het geld,
  • wil je de universiteit aanbevelen,
  • de mogelijkheid om het geleerde in de echte wereld toe te kunnen passen,
  • het kunnen leggen van verbindingen tussen het geleerde,
  • kritisch leren denken.

Face-to-face cursussen scoren het hoogst op het voorbereiden op een loopbaan, samenwerkend leren en interactie met docenten.

De vorm van blended learning waarbij voornamelijk face-to-face wordt geleerd, scoort over de hele linie ook best hoog, en op sociaal engagement het hoogst. Blended learning waarbij voornamelijk online wordt geleerd scoort bijna overal het laagst op, en nergens het hoogst op.

Dit wil overigens niet zeggen dat de studenten die deelnemen aan voornamelijk online leren ontevreden zijn. De laagste score is een 7 op ‘biedt de cursus waarde voor het geld’. De gehanteerde schaal is 0-10.

Times Higher Education, dat het onderzoek heeft uitgevoerd, suggereert dat universiteiten nog werk te doen hebben als het gaat om het het ontwikkelen van kwalitatief goede modellen voor blended learning. Bij open vragen maken studenten ook kritische opmerkingen over de kwaliteit van het onderwijs, en de kwaliteit van docenten. Anderen missen interactie met docenten.

Mike Sharples van de Britse Open Universiteit stelt in het artikel dat universiteiten nog niet weten hoe zij een passende mix moeten realiseren. Ook merkt Sharples terecht op dat vaak sprake is van een kloof tussen opvattingen van studenten, en daadwerkelijk gedrag. Tevredenheid zegt niet altijd iets over effectiviteit. Ander grootschalig onderzoek (uit 2010) laat volgens hem zien dat ‘blended learning’ over het algemeen meer effectief is dan volledig face-to-face en volledig online leren.

Ondanks dat blended learning al een jaar of 16 oud is, staan veel onderwijsinstellingen en opleidingsinstituten nog aan het begin van de organisatiebrede invoering ervan. In de afgelopen jaren zijn tal van pilots en experimenten uitgevoerd, en hebben individuele docenten gezocht naar een goede mix tussen online en face-to-face leren. Op dit moment zijn instellingen meer systematisch bezig met ‘blended learning’, waarbij de prikkel om het onderwijs meer te flexibiliseren, absoluut stimulerend werkt. Verder zie je dat instellingen meer beschikken over krachtige technologieën die juist sociaal engagement en interactie met docenten kunnen bevorderen. Ik denk bijvoorbeeld aan applicaties voor ‘virtual classrooms’ of ‘messaging tools’.

De beschikbaarheid van krachtige technologie is uiteraard niet voldoende. Het gaat met name om de ontwikkeling en toepassing van een krachtig ‘learning design’. Een complicerende factor daarbij is zonder meer werkdruk.

Dat komt volgens mij ook omdat altijd op dezelfde docenten een beroep wordt gedaan als het gaat om innoveren. Ook moet tijdens de verbouwing ‘de winkel’ open blijven. Maar geldt dat voor andere branches niet net zo?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Ongetwijfeld. Loopt wel terug. De vier categorieën zijn ook grofmazig. Ik vermoed ook dat bijvoorbeeld het gebruik van Mentimeter of Kahoot onder f2f onderwijs valt. Wellicht net als het gebruik van een DLO voor het verstrekken van materiaal. Mogelijk vinden studenten, die de keuze hebben gemakt voor onderwijsvormen, dat geen blended learning.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *