Tony Bates is bezig met een nieuwe versie van zijn ‘open’ boek ‘Teaching in a Digital Age‘. Hij vraagt nu feedback over het onderdeel waarin hij ingaat op de sterke en minder sterke kanten van asynchroon en synchroon online leren (tijd- en plaatsonafhankelijk leren respectievelijk plaatsonafhankelijk leren). Ik gebruik deze blogpost voor het geven van feedback.
Een paar dagen geleden heb ik immers een presentatie gegeven waarin ik ook in ga op eigenschappen en toepassingen van deze twee ‘modi’ (naast fysieke bijeenkomsten).
Bates onderscheidt eerst de twee manieren. Hij illustreert asynchroon en synchroon online leren ook met voorbeelden. Daarbij maakt hij een onderscheid tussen:
- Zelfde tijd, zelfde plaats (fysiek onderwijs/opleiden).
- Zelfde tijd, verschillende plaats (synchroon online).
- Verschillende tijd, verschillende plaats (asynchroon online).
Kan ook nog sprake zijn van verschillende tijd, zelfde plaats? Eigenlijk wel. Daarvan is sprake als lerenden op locatie in eigen tempo online content bestuderen, opdrachten of zelftests maken, etc. Dit zie je vaak binnen het middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet onderwijs toegepast worden. Er zijn modellen voor blended learning die online leren vooral op locatie toepassen.
Scholen passen dit vaak toe om gebruik te kunnen maken van de sterke kanten van asynchroon online leren, maar ook omdat hun doelgroep moeite heeft om leren zelf te reguleren (en thuis onvoldoende inspanningen leveren). Een risico hiervan is wel dat lerenden die gemakkelijker leren, halverwege een sessie klaar zijn en andere dingen gaan doen. Hoe ga je hiermee om als docent? Ook gebruik je daardoor de sterke kanten van fysiek opleiden niet optimaal.
Asynchroon online leren
De eigenschappen, sterke en minder sterke kanten van asynchroon online leren zijn volgens Bates:
- De mogelijkheid om op elk moment toegang te krijgen tot informatie of te communiceren biedt de lerende meer controle en flexibiliteit. Leerlingen kunnen meer tijd aan hun taak besteden, aangezien het onlinemateriaal altijd voor hen beschikbaar is. Als gevolg daarvan leren zij vaak beter.
- Lerenden kunnen video’s en podcast versnellen, vertragen en nogmaals beluisteren/bekijken. Daardoor leren lerenden vaak beter. Zie bijvoorbeeld: Videos for learning: Beep Beep.
- Je kunt bij asynchroon online leren woorden en beelden prima met elkaar combineren. Dat komt de effectiviteit van het leren ook ten goede.
- De voordelen voor leren zijn groter als de leerinhoud ingebouwde activiteiten bevat zoals toetsen en feedback, en mogelijkheden om te pauzeren en extra onderzoek te doen of bronnen te bestuderen om vervolgens naar de online leerinhoud terug te keren. Je hebt dus de mogelijkheid om je te verbreden en te verdiepen.
- Tijd- en plaatsonafhankelijk leren is vooral belangrijk om de toegankelijkheid en flexibiliteit voor lerenden te vergroten, met name voor degenen die zowel werken en leren, die zorgtaken hebben of ver moeten reizen.
Synchroon online leren
De eigenschappen, sterke en minder sterke kanten van synchroon online leren zijn volgens Bates (die hierbij verwijst naar Couey, 2022):
- Je bent in staat een speciale ruimte en tijd te creëren waar lerenden en docenten elkaar kunnen ontmoeten om leerstof te bespreken. Je kunt hier een gevoel van verbondenheid bevorderen en een omgeving faciliteren die bevorderlijk is voor het leren. Online verloopt dit m.i. overigens moeizamer dan fysiek. Je hebt minder zicht op non-verbale signalen en je hebt minder gelegenheid voor spontane ontmoetingen (bijvoorbeeld bij de koffieautomaat). Als je echter niet of moeilijk in staat bent fysiek bij elkaar te komen, dan is synchroon online zeker een optie.
- Lerenden kunnen samen complexe stof bespreken om in real time een beter begrip te krijgen. Docenten kunnen beter monitoren waar zij extra aandacht aan moeten besteden. Zij kunnen ook onmiddellijk interveniëren door bijvoorbeeld feedback te geven, als zij merken dat dat nodig is. Het onmiddellijke karakter heeft toegevoegde waarde in vergelijking met asynchroon online leren.
- Lerenden hebben de mogelijkheid om instructies te onderbreken om vragen te stellen. Dit kan leiden tot een meer toegespitste, gerichte discussie.
- Lerenden kunnen in kleinere groepen uiteengaan om met elkaar samen te werken.
- Spontane vragen en discussies leiden vaak tot leermomenten. Ik mis hierbij het argument dat synchroon online leren kan leiden tot meer interactie. Als je bijvoorbeeld in een fysieke ruimte -zonder technologie- vragen inventariseert, dan zijn het meestal dezelfde lerenden die aan het woord komen. Als je bijvoorbeeld tijdens een live online sessie via chat vragen inventariseert, dan kunnen veel meer lerenden reageren.
- Synchroon online leren vraagt -net als asynchroon online leren- om een doordachte aanpak (ontwerp en voorbereiding). Tijdens de Coronacrisis hebben we gezien dat het één-op-één overzetten fysieke sessies naar synchroon online leren niet goed werkt (passieve lerenden, weinig interactie, extra werkdruk omdat lerenden extra opdrachten kregen, weinig aandacht voor sociale verbondenheid). Daar komt m.i. bij dat lerenden niet altijd over de juiste faciliteiten beschikken voor synchroon online leren, zeker als een heel gezin tegelijkertijd deel moet nemen aan live online sessies. Verder kunnen sociale media tijdens live online sessies ook erg afleidend werken.
Bates formuleert hierbij ook nog tips voor synchrone online sessie zoals interacties toepassen na vijftien minuten instrueren en het combineren van asynchroon en synchroon online leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie