Bij online leren vinden doceer- en leeractiviteiten praktisch volledig online plaats. Bij blended learning maken fysieke en online doceer- en leeractiviteiten een aanzienlijk deel uit van het ontwerp. Dit stelt deels andere eisen aan je leermanagementsysteem (LMS). In onderstaande bijdrage focus ik mij daarbij op het doceren en leren zelf.
Wat is een LMS?
Een LMS vormt het hart van de digitale leeromgeving van een organisatie. De digitale leeromgeving bestaat uit een samenhangend geheel van applicaties die met elkaar geïntegreerd zijn en die worden gebruikt voor het mogelijk maken van alle doceer- en leeractiviteiten. Je gebruikt bijvoorbeeld een aparte virtuele klas-applicatie, een samenwerkingsomgeving en een hoogwaardige en veilige toetsapplicatie (voor summatief toetsen), in samenhang met een LMS. De gebruiker ervaart dit, als het goed is, als één complete leerervaring. Een LMS wordt gebruikt om leermaterialen en leeractiviteiten te ontsluiten, om te communiceren (bijvoorbeeld om feedback te geven op gemaakte opdrachten) en om het leren te organiseren (denk aan het gestructureerd toegang geven tot ‘onderwijsproducten’ op basis van inschrijvingen).
LMS’en worden gebruikt voor het faciliteren van traditioneel contactonderwijs (klassikaal-ondersteund leren). Een docent of opleider ontsluit dan bijvoorbeeld leermaterialen via het LMS en laat in het LMS opdrachten inleveren. De overige leer- en doceeractiviteiten vinden op locatie plaats. Bij blended learning wordt een LMS veel intensiever gebruikt, en worden meer activiteiten in het LMS uitgevoerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat nagenoeg alle instructies via het LMS worden verzorgd (o.a. via instructievideo’s). Bijeenkomsten worden vooral gebruikt voor meer verdiepende en specifieke instructies, voor het bediscussiëren van instructies, voor feedback op uitwerkingen van opdrachten en voor het geven van extra ondersteuning.
Bij online leren vinden nagenoeg alle leeractiviteiten online plaats. Lerenden en docenten/opleiders komen hooguit sporadisch bij elkaar, bijvoorbeeld voor een gezamenlijke opening of afsluiting.
Een jaar of tien geleden veronderstelden we dat deze verschillen tot gevolg hadden dat je bij online leren veel hogere eisen moet stellen aan de ‘performance’ en beschikbaarheid van een LMS. Vandaag de dag leunen we echter ook bij blended learning en zelfs klassikaal-ondersteund leren sterk op een LMS. Er ontstaat grote onrust als een LMS niet beschikbaar is.
Integratie live online leren
Toch stelt online leren wel degelijk andere eisen aan een LMS dan blended learning of klassikaal-ondersteund leren. Dit is deels afhankelijk van de vraag of je alleen asynchroon online leren toepast of ook synchroon online leren. Als je bij elkaar komt, dan ben je als docent/opleider beter in staat om te improviseren en onduidelijkheden te verhelpen. Als een lerende een opdracht bijvoorbeeld niet snapt, dan kun je die opdracht tijdens een bijeenkomst in andere woorden opnieuw uitleggen. Je kunt lerenden ook andere studietips geven. Dat kan tijdens een fysieke bijeenkomst, maar ook tijdens een live online sessie. Het is bij online leren wel voorwaardelijk dat je live online sessies expliciet inbouwt in je ontwerp. Ook geldt: hoe vaker lerenden en docenten/opleiders bij elkaar komen, hoe beter je in staat bent onduidelijkheden snel uit de wereld te helpen.
Het LMS moet dan in staat zijn om tools voor synchroon online leren te integreren. In de structuur van de cursus neem je dan een live online sessie op. Voor gebruikers is het belangrijk dat zij dit als een naadloos verlopende leerervaring beleven. De meeste LMS-en maken dit inmiddels mogelijk.
Duidelijke structuur faciliteren
Als je echter niet of niet dikwijls bij elkaar komt (online of fysiek) dan is het van extra groot belang dat de structuur transparant en helder is. Als docent-ontwikkelaar ontwikkel je een structuur waarbinnen je leermaterialen en leeractiviteiten plaatst. Stel een studiejaar is opgedeeld uit vier blokken van tien weken met één week voor de afronding. Een vak wordt dan bijvoorbeeld gedurende tien weken verzorgd. Het vak in het LMS kan dan bestaan uit twaalf hoofdonderdelen: een inleiding op het vak (met onder andere leerdoelen), tien weken (met per week bijvoorbeeld een advance organizer en leertaken) en een afronding (denk aan een eindopdracht en evaluatie). Een ander voorbeeld is de indeling van studietaken met daarbinnen opdrachten (lees hoofdstuk X, bekijk video Y, werk de volgende opdracht uit, enzovoorts).
Oud-collega Gerard van den Boom heeft meer dan tien jaar geleden beschreven hoe je verschillende didactische aanpakken in een LMS kunt vormgeven (o.a. probleemgestuurd onderwijs en het 4C/ID-model).
Het maken van een transparante en heldere structuur helpt lerenden zeer bij het effectief en efficiënt studeren. Als lerenden lang moeten zoeken waar zij leermaterialen en leeractiviteiten kunnen vinden dan kan dit het leren behoorlijk belemmeren. Daarom is het ook belangrijk dat je als docententeam afspraken maakt over uniformiteit op het gebied van de structuur. Didactische templates helpen hier ook erg bij.
Uniformiteit bevordert in elk geval herkenbaarheid voor lerenden. Het belang hiervan is extra groot als lerenden ook nog eens in eigen tijd en tempo kunnen leren en als men bijvoorbeeld kan starten met leren wanneer dat de lerende uitkomt.
LMS-en hebben mogelijkheden om een heldere en transparante structuur te ontwikkelen. De gebruikersvriendelijkheid hiervan verschilt erg. Soms werken LMS-en met mappen en submappen. Je krijgt dan geen goed totaaloverzicht van de structuur en je moet veel klikken voordat je bij de leertaken bent.
Voorkom onduidelijke instructies
Naarmate je minder (online of fysiek) bij elkaar komt, zul je als docent-ontwikkelaar meer aandacht moeten besteden aan de formulering van instructies. Onduidelijke instructies roepen vragen en onduidelijkheden op. Als je vaker online of fysiek bij elkaar komt, dan kun je die ‘ruis’ sneller de wereld uit helpen. Als een lerende lang moet wachten op een nadere toelichting van een docent of opleider, dan staat dit een voorspoedig leerproces in de weg. Als de studielast hoog is, dan is dit extra problematisch.
Het maken van duidelijke instructies doet vooral een beroep op de deskundigheid van een docent/opleider. Binnen een LMS moet je echter ook beschikken over de mogelijkheid om teksten duidelijk op te maken. De meeste LMS-en kunnen dit. Je zou in feite ook mogelijkheden moeten hebben voor redacteuren om teksten van docenten en opleiders te redigeren (o.a. van commentaar te voorzien). Ik ken helaas geen LMS die redactiefunctionaliteit bevat.
Monitoren
Naarmate je meer online leert, zul je beter in staat moeten zijn om als docent/opleider, mentor/studiebegeleider en lerende de voortgang te monitoren. Online leren zonder het kunnen analyseren van studiedata is als zeilen zonder navigatiesysteem. Je bereikt ongetwijfeld een bestemming, maar waarschijnlijk niet de beoogde bestemming en niet op een efficiënte manier. Ook is er kans op averij omdat je slecht zicht hebt op ondieptes. Docenten/opleiders moeten een beeld kunnen hebben van de betrokkenheid en vorderingen van lerenden. Mentoren/studiebegeleiders moeten de voortgang van lerenden ‘vak-cursus’-overstijgend kunnen zien. Lerenden moeten hun eigen voortgang kunnen zien. Dat helpt hun het eigen leren te reguleren.
LMS-en hebben vaak goede monitorfaciliteiten voor docenten/opleiders. Dat geldt helaas niet voor mentoren/studiebegeleiders en lerenden zelf. Bij klassikaal-ondersteund en blended learning is dat minder een probleem. Je hebt namelijk meer gelegenheid om de voortgang met lerenden te bespreken. Bij asynchroon online leren, en vooral als lerenden kunnen starten met leren wanneer zij willen, zijn goede monitorfaciliteiten voor docenten/opleiders, mentoren/studiebegeleiders en lerenden zeer belangrijk.
Hulp bij het leren
Tijdens (online en fysieke) bijeenkomsten kunnen docenten/opleiders en mentoren/studiebegeleiders lerenden ondersteuning geven bij het leren zelf. Hoe pak je een opdracht aan? Hoe kun je effectief leren? Naarmate lerenden meer asynchroon online leren, zullen LMS-en meer ingebouwde hulpmiddelen moeten hebben die lerenden ondersteunen. In dit onderdeel beschrijf ik enkele voorbeelden.
Ingebouwde hulp
Docent-ontwikkelaars moeten in staat zijn studietips, studieaanwijzingen, hints en andere ingebouwde hulp in de structuur en de leerinhoud in te bouwen. Deze tips, aanwijzingen en hulp moeten als zodanig herkenbaar zijn. Hieronder zie je bijvoorbeeld waarbij je didactische aanwijzingen in een ‘rich text’ editor kunt gebruiken (het voorbeeld is afkomstig uit Youlearn, de huidige leeromgeving van de Open Universiteit).
Je kunt bijvoorbeeld ook tips via een zogenaamde ‘accordeon’ in de tekst plaatsen. De lerenden klikt bijvoorbeeld op een standaard icoon en de aanwijzing verschijnt.
Voor docenten moet het heel gemakkelijk zijn om deze inhoud te ontsluiten. Het is bijvoorbeeld nogal omslachtig als een docent in H5P een accordeon moet maken en deze vervolgens gaat inbedden in een instructietekst. De ‘tekstverwerker’ van het LMS zou dergelijke functionaliteiten moeten bevatten. Ik ken praktisch geen LMS dat deze mogelijkheden heeft.
Feedback
Je hoeft als docent/opleider niet altijd persoonlijke feedback op opdrachten te geven. Bij grote groepen lerenden is dat ook niet uitvoerbaar. Bij asynchroon online leren kan het ook even duren voordat een lerende feedback heeft ontvangen en verder kan.
Je kunt ook gebruik maken van peer feedback (lerenden geven elkaar feedback) of van automatische feedback. Lerenden ontvangen in dit laatste geval van te voren ingevoerde feedback -bijvoorbeeld in de vorm van een modelantwoord- nadat zij een opdracht hebben ingeleverd. Vervolgens kunnen zij deze automatische feedback vergelijken met een hun eigen uitwerking (uiteraard moeten ze dat wel doen).
Als docent-ontwikkelaar heb je deze mogelijkheid binnen de meeste LMS-en wel bij toetsen (open vragen). Bij opdrachten ondersteunen de meeste LMS-en de mogelijkheid om automatische feedback te geven niet. Je kunt bij verschillende LMS-en wel content pas zichtbaar maken nadat lerenden een opdracht hebben ingeleverd. Dit is echter een minder gebruiksvriendelijke ‘work-a-round’.
Planning maken
Lerenden kunnen, als zij een online cursus in eigen tijd en tempo kunnen bestuderen, zelf een planning maken (wanneer wil ik welke opdracht maken of leerinhoud bestuderen). Uiteraard kunnen lerenden een dergelijke planning op papier maken. Aangezien we in 2022 leven mag je verwachten dat we hiervoor technologie kunnen gebruiken, en dan bij voorkeur functionaliteiten binnen een LMS. Op basis van een binnen het LMS gemaakte planning kunnen lerenden desgewenst notificaties krijgen. Een dergelijke planningstool helpt ook bij het monitoren van de voortgang.
Er zijn LMS-en die lerenden in staat stellen om checklists te maken of om bij te houden welke leermaterialen zij hebben bestudeerd en welke leeractiviteiten zij hebben voltooid. Er zijn nauwelijks LMS-en die een meer geavanceerde planningstool hebben.
Chatbot
Naarmate je minder (online of fysiek) bij elkaar komt, moet je vaak langer wachten voordat een prangende vraag wordt beantwoord. Dit kan de voortgang van het leren in de weg staan. Uiteraard kun je dit ondervangen met de afspraak dat docenten/opleiders binnen een werkdag een vraag beantwoorden. Je kunt echter ook gebruik maken van chatbots die in staat zijn veelgestelde vragen onmiddellijk te beantwoorden. Ik ken geen LMS met een ingebouwde chatbot.
Binding
Online en fysieke bijeenkomsten worden ook gebruikt voor socialisatie en het bevorderen van binding. Volgens Gilly Salmon is ‘socialisatie’ zelfs voorwaardelijk voor het uitwisselen van informatie, kennis en ervaring. Bij online leren, en met name bij asynchroon online leren, zul je andere manieren moeten vinden om verbondenheid te bevorderen. Dat kan via kennismakingsopdrachten, door gebruik te maken van profielen, door lerenden in staat te stellen zelf groepjes te vormen (bijvoorbeeld om samen te studeren) en ook door het faciliteren van niet-taakgebonden communicatie. Dit laatste gebeurt bij voorkeur in online ruimtes die meer informeel zijn ingericht.
De meeste LMS-en beschikken over een beperkt profiel, geen mogelijkheden voor lerenden om zelf groepen te vormen en ook niet over ruimtes voor meer informele gesprekken.
Conclusie
Online leren stelt deels andere eisen aan een LMS dan klassikaal-ondersteund leren of blended learning. Synchroon, live, online leren helpt al behoorlijk bij het geven van structuur en ondersteuning, mits deze sessies onderdeel uit maken van het ontwerp en daar ook expliciet voor worden gebruikt.
LMS-en bevatten verschillende mogelijkheden voor het geven van structuur en ondersteuning bij asynchroon online leren. Zij zijn vanuit dit perspectief echter ook voor verbetering vatbaar. Daarom kiezen organisaties er vaak voor om andere tools in aanvulling op een LMS te gebruiken. Als deze tools naadloos geïntegreerd kunnen worden met een LMS dan is dat geen probleem. Is dat niet het geval, dan gaat het ten koste van de gebruikservaring.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie