Stappenplan implementatie digitale leeromgeving

De implementatie van een digitale leeromgeving (DLO) is een complex proces. Vandaag ben ik online een stappenplan voor de implementatie hiervan tegengekomen, dat ik graag samenvat en van commentaar voorzie.

Implementatiemodel e-learning6 Steps to a Successful LMS Implementation is het resultaat van een samenwerking tussen drie educatieve technologen die hun ervaringen met de implementatie van leermanagement systemen -ik gebruik verder de naam ‘digitale leeromgeving’- hebben gebundeld. Zij formuleren op basis van deze ervaringen het volgende stappenplan:

  1. Ontwikkel een gemeenschappelijke visie met alle schoolleiders.
    Hierbij gaat het niet alleen om leidinggevenden, maar ook om andere sleutelfiguren binnen schoolorganisaties. Deze sleutelfiguren spelen een belangrijke rol bij de adoptie van de DLO.
    Mijn opmerkingen:
    Je hoeft niet op alle punten een gemeenschappelijke visie te hebben. Op het gebied van didactiek kunnen er bijvoorbeeld verschillende concepten worden gebruikt. Wat wel belangrijk is, is dat er consensus bestaat over de doelen die je wilt bereiken met een DLO. Het valt mij wel eens op dat daarbij vooral gekeken wordt naar het huidige gebruik, en niet naar de wijze waarop je leertechnologie wilt gebruiken om bijvoorbeeld doelen als kwaliteitsverbetering en het kunnen inspelen op verschillen tussen lerenden te bereiken. Voorbeeld: “Als ik kijk naar hoe de meeste docenten nu de huidige DLO gebruiken, dan hebben we voldoende aan Office 365.” Dit is echter geen gemeenschappelijke visie. Daar komt bij dat je ook een gemeenschappelijke visie dient te hebben op aansturing en eigenaarschap. Je kunt bewust kiezen voor een decentrale inrichting hiervan (elke faculteit bijvoorbeeld een eigen DLO), maar wees je dan ook bewust van de gevolgen (o.a. meer investeringen in koppelingen of juist geen koppelingen, enzovoorts). Maak dus bewust keuzes, op basis van gedegen afwegingen.
  2. Stel een planning op en stel een selectieteam op.
    In het artikel wordt uitgegaan van een keuze per district. Dat is behoorlijk complex. Het gaat in elk geval om deskundige docenten en andere betrokkenen waarvan anderen het gevoel hebben dat zij hen ook vertegenwoordigen.
    Mijn opmerkingen:
    Mee eens. Maak ook duidelijk hoe wordt besloten over eisen en wensen. Je krijgt namelijk ook te maken met veel eisen en wensen, en wellicht ook tegenstrijdige eisen en wensen. Dikwijls hebben betrokkenen hierbij een adviesrol, en neemt een stuurgroep of College van Bestuur uiteindelijk een besluit.
  3. Identificeer selectiecriteria en ‘must haves’.
    De auteurs schetsen het beeld van het formuleren van eisen, het bediscussiëren en vaststellen van eisen en het reviewen van platforms op basis van die eisen (en wensen).
    Mijn opmerkingen:
    Je kunt dit ook in een aantal fases doen. Ik kom hier in een aparte blogpost op terug.
    Overigens vinden veel docenten het best ingewikkeld om mee te denken over wensen en eisen. Ook beseffen betrokkenen niet altijd de impact van een eis of wens. Beslissers moeten ruimte hebben om keuzes te maken. En er is lang niet altijd tijd en gelegenheid voor uitgebreide terugkoppelingen. Een uitdaging is hoe je criteria als ‘gebruikersvriendelijk’ operationeel maakt en los komt van een ‘buikgevoel’. User interaction design is m.i. overigens wel een aspect dat steeds zwaarder gaat wegen bij gebruikers.
  4. Ontwikkel een sterk model voor professionele ontwikkeling.
    In deze bijdrage ligt de nadruk op een uitgebreide training van specialisten, trainingen voor andere docenten (met veel hands-on activiteiten), en werkplek-ondersteuning. De auteurs benadrukken daarbij dat verschillende docenten, diverse leerbehoeften hebben. De ene pikt het sneller op dan de andere.
    Mijn opmerkingen:
    Professionalisering is inderdaad cruciaal voor het gebruik. Ik vind het daarbij van belang dat docenten het geleerde onmiddellijk kunnen toepassen en aan het eind van een sessie al iets klaar hebben waarmee zij met hun lerenden gaan werken (denk aan een module of cursus). Het nadenken over een nieuwe omgeving in combinatie met het ontwikkelen van onderwijs is wel behoorlijk cognitief belastend voor docenten. Het los van de eigen context leren van functionaliteiten is echter ook weinig zinvol. Verder moeten we ons er inderdaad van bewust zijn dat docenten in hun eigen tempo kunnen leren, en dat de ene docent andere leervragen heeft dan de andere. Zorg ook voor bruikbare ondersteunende materialen. Tenslotte zijn werkplek leren en ondersteuning on the job ook van groot belang. Helaas is het echter ook zo dat tussen deze droom en de uiteindelijke daad vaak praktische bezwaren in de weg staan. Je krijgt het vanwege tal van redenen niet altijd zo georganiseerd als je zou willen. Durf ook ‘agile’ te werken aan professionele ontwikkeling. Stap voor stap, waarbij je gebruikerservaringen gebruikt om vervolgstappen te zetten.
  5. Investeer in docenten als ’superusers’ die de implementatie ondersteunen.
    De auteurs stellen dat veel docenten vooral van elkaar leren en elkaar steunen. Deze ’superusers’ spelen dan ook een essentiële rol bij de invoering, ook als motivator. Studenten kunnen hierbij ook worden ingezet.
    Mijn opmerkingen:
    Ik heb hier ook goede ervaringen mee. Je hebt deze ‘key users’ permanent nodig (met een piekbelasting bij de start), terwijl zij daar ook fatsoenlijk voor gefaciliteerd moeten worden. Ook is het belangrijk dat deze mensen enthousiast zijn, maar niet te enthousiast en hun collega’s als een Teigetje omver stuiteren. Ze moeten in elk geval ook pro-actief zijn en niet wachten tot zij om ondersteuning worden gevraagd.
  6. Verbind het curriculum met de DLO.
    In het artikel wordt onder meer de vertaalslag gemaakt naar templates binnen de DLO en “more standards-aligned curricula “. Ook refereert men aan een verandering van tektsboek gebaseerd leren naar meer authentiek leren en naar meer gepersonaliseerd leren.
    Mijn opmerkingen:
    Ik heb hierboven al aangegeven dat onderwijsontwikkeling en het gebruik van de DLO samen zouden moeten gaan. Tegelijkertijd is dit dus ook een complex proces. Formuleer haalbare ambities, durf ook het bestaande te versterken. Je hoeft niet persé (onmiddellijk) te vernieuwen. Werk ook in haalbare plateaus. Het is echter rijkelijk laat om daar als zesde stap naar te kijken.

Deze zes stappen zijn allemaal relevant. Er is echter meer nodig voor een succesvolle implementatie van een DLO. Mijn implementatiemodel biedt hier zicht op. Door stapsgewijs hiermee aan de slag te gaan, maak je het wel haalbaar.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *