Stand van zaken artificiële intelligentie in het hoger onderwijs

Het Britse JISC heeft een rapport geschreven (pdf) over de stand van zaken met betrekking tot  artificiële, kunstmatige, intelligentie (AI) in het hoger onderwijs. Dit rapport schetst volgens de samenstellers een overzicht van de typen AI-toepassingen die vandaag in het onderwijs beschikbaar zijn, verschaft inzicht in huidige en aankomende gebruikssituaties, en biedt een leidraad voor ethische overwegingen.

Na de introductie gaat het rapport eerst in op wat AI is. Men gebruikt de volgende (vertaalde) definitie: theorieën en technieken ontwikkeld om computersystemen in staat te stellen taken uit te voeren die normaal menselijke of biologische intelligentie vereisen.

In dit hoofdstuk passeren termen als machine learning, deep learning, narrow en general AI, dagelijkse AI (o.a. in zoekmachines en vertaaltools), AI en bias, ‘uitlegbaarheid’ en interpreteerbaarheid de revue.

Hoofdstuk 3 schetst in het kort een model waarmee je de volwassenheid van AI kunt beoordelen:

AI Maturity
Bron: JISC

Volgens JISC bevinden de meeste Britse onderwijsinstellingen zich in de eerste stadia van dit  ‘volwassenheidsmodel’. Voor Nederlands/Vlaamse instellingen zal dat niet anders zijn, verwacht ik. Er zijn echter ook onderwijsinstellingen die zich in de ‘embedded’ of zelfs ’transformational’ fase bevinden (dat is het van oorsprong Chinese Squirrel, dat -als ik het goed begrepen heb- door de Chinese overheid aan banden is gelegd).

In hoofdstuk vier gaan de auteurs in op de potentiële rol die AI kan spelen binnen ‘doceer- en leerervaringen’. Het ondersteunen van docenten staat daarbij centraal, bijvoorbeeld door ingeleverd werk gedeeltelijk automatisch na te kijken. Daarnaast faciliteert AI vooral verschillende vormen van personalisering (binnen studieprogramma’s, cursussen/vakken, content). AI leidt tot uitbreiding van mogelijkheden (zoals het analyseren van data)
of het vergroten van capaciteit (bijvoorbeeld taken uitvoeren zoals het beantwoorden van vragen door chatbots, waardoor werkdruk kan verminderen).

Hoofdstuk vijf bevat bestaande voorbeelden van AI-toepassingen in het hoger onderwijs:

  • Chatbots en digitale assistenten (bijvoorbeeld de chatbot Becky van Leeds Beckett University die helpt bij het inschrijvingsproces).
  • Adaptieve leersystemen zoals BioSpine adaptief leren cursusmateriaal van CogBooks (een online leerboek dat inspeelt op de behoeften van de lerende).
  • AI-ondersteund beoordelen en feedback (bijvoorbeeld Gradescope Complete).

In hoofdstuk zes gaan de auteurs in op potentiële toepassingen van AI in het onderwijs:

  • Automatiseren van veelvoorkomende taken zoals het verzenden van e-mails.
  • Dialoog-gebaseerde tutoren.
  • Samenwerkend leren met AI.
  • Content creatie.
  • Emotie en sentiment analyse.
  • Werkgelegenheid (o.a. CV’s analyseren).
  • Aanbevelingen doen (bijvoorbeeld over te volgen cursussen).
  • Inschrijving en introductie van studenten.

In het zevende hoofdstuk gaan de auteurs summier in op gerelateerde technologieën (AR, VR, robotic process automation), waarna wettelijke en ethische overwegingen in hoofdstuk acht aan de orde komen. De auteurs gaan bijvoorbeeld in op een Europees kader dat uitgaat van vier niveaus van risico van AI (minimaal, beperkt, hoog, onacceptabel). Verder verwijzen zij naar de JISC-publicatie A pathway towards responsible, ethical AI (pdf) die organisaties kunnen gebruiken bij het maken van afwegingen ten aanzien van voorstellen en producten op het gebied van AI.

Het negende hoofdstuk bevat vier case studies.

  1. Bij Basingstoke College of Technology (BCoT), gebruiken studenten en medewerkers  CENTURY voor gepersonaliseerd leren (met betere leerresultaten als gevolg).
  2. Het Bolton College gebruikt chatbot Ada voor het geven van antwoorden op vragen van studenten, docenten en campusondersteuningsteams.
  3. Studenten van Staffordshire University beschikken over Beacon, een digitale coach die hen ‘begeleidt en helpt’ tijdens hun studie.
  4. Taylor is een digitale assistent van de Open University die studenten helpt bij het kenbaar maken en krijgen van steun bij hun beperkingen.

Een korte samenvatting sluit dit helder geschreven rapport af.

Wat mij betreft is dit rapport een geslaagde poging om de stand van zaken met betrekking tot en de potentie van AI voor het onderwijs in kaart te brengen. De auteurs hebben oog voor ethische risico’s. De ‘informatiedichtheid’ is groot, de hoofdstukken zijn kernachtig beschreven, met heldere voorbeelden.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *