Welke mogelijkheden bieden sociale media om effectiever te werken in netwerken? Wat betekent dit voor organisaties en managers? En hoe kunnen sociale media een ondersteunende rol vervullen in formele en informele leerprocessen?
Deze vragen staan volgens de achterkant centraal in het boek "En nu online…Sociale media voor professionals, organisaties en facilitatoren" van Joitske Hulsebosch en Sibrenne Wagenaar. De auteurs benaderen sociale media in dit boek vanuit het perspectief van collectief leren. Daarbij hanteren zij de volgende driedeling, die zich o.a. voorzien van uitleg en praktijkvoorbeelden:
- Gebruik van sociale media in de werksituatie van een professional.
- Gebruik van sociale media als team en organisatie.
- Het faciliteren van online leren waarbij gebruik wordt gemaakt van sociale media.
Het boek start met een uitgebreide inleiding op begrippen als web 2.0 en sociale media. Hieruit blijkt weer eens een beperking van een papieren uitgave. Bloglines en Delicious worden bijvoorbeeld prominent als voorbeeld van tools genoemd…
Vervolgens gaan de auteurs in op online professionaliseren waarbij informeel leren in verbinding met anderen een cruciale rol speelt. Interacties vinden daarbij plaats in een dynamisch web, waarbij vaak verschillende sociale media worden gebruikt. Professionals zijn daarbij vaak op zoek naar autonomie, ontplooiing en flexibiliteit, schrijven de auteurs. Zij zien vijf hoofdstrategieën om als professional gebruik te maken van sociale media. Netwerken en personal branding zijn daar twee voorbeelden van.
In het derde hoofdstuk bespreken Hulsebosch en Wagenaar hoe je voor jezelf een strategie kunt ontwikkelen voor het werken met sociale media. In dit hoofdstuk werken zij de vijf hoofdstrategieën verder uit. Het valt mij op dat ik deze strategieën zelf toepas, maar er vooraf nooit expliciet over na heb gedacht. Ik ben sociale media puur uit nieuwsgierigheid gaan gebruiken, en omdat ik vind dat het verkennen van nieuwe technologie bij mijn 'vak' hoort. Web 2.0-technologie is voor mij inderdaad essentieel geworden om informatie te scannen, te zoeken en te verwerken. En ik probeer inderdaad met name via twitter, enkele LinkedIn-groepen en mijn blog te participeren in online conversaties. Maar ik heb nooit expliciet nagedacht over het ontwikkelen van een strategie hiervoor. In dit hoofdstuk vind je ook een overzicht van nadelen en valkuilen, zoals het onvoldoende oog hebben voor face-to-face ontwikkelingen of het verlies aan concentratie en techno-stress.
De auteurs gaan vervolgens in op de vraag hoe je sociale media in je dagelijkse werk kunt inzetten. Een belangrijke vraag daarbij is hoe je routines kunt ontwikkelen. Ik ben het daarbij niet altijd eens met de aanbevelingen die zij geven. Zij stellen bijvoorbeeld dat het "soms" (?) beter kan zijn om een klein aantal RSS-feeds te volgen. Juist door er veel te volgen, is mijn ervaring, herken je wat belangrijk is. Het onderscheid tussen kenniswerk en een "bursty" werkstijl (waarbij relaties o.a. belangrijk zijn, en je druk bent door niet continu productief te zijn) was in dit hoofdstuk nieuw voor mij. Wat ik hier wel mis is een kritische reflectie op de productiviteit van deze "bursty" werkstijl. De samenstellers benadrukken wel het belang van bepaalde bekwaamheden om met sociale media zinvol te werken (zoals het vinden van een balans tussen afleiding en focus).
In het tweede deel van hun boek gaan Hulsebosch en Wagenaar in op de mogelijkheden van sociale media vanuit een breder organisatieperspectief ('organisatie 2.0', met cijfers over het gebruik van sociale media in organisaties), en verkennen zij hoe je als organisatie de kracht van sociale media kunt benutten. Vaak, schrijven de auteurs terecht, vergt dit een veranderingsproces omdat een open cultuur van delen en samenwerken voorwaardelijk is voor het succesvol gebruik van sociale media. Dit deel bevat veel handige, maar summier geformuleerde, tips voor de inbedding van sociale media binnen organisaties. De laatste twee hoofdstukken van dit deel gaan tenslotte over collectief leren en samenwerken in teams met behulp van sociale media. Daarbij valt mij op dat er nauwelijks onderscheid te maken valt tussen collectief (informeel) leren en samenwerken.
Deel drie gaat tenslotte in op het ontwerpen en faciliteren van online leren. De auteurs beginnen dit hoofdstuk met een inleiding over online leren, waarna zij een aantal leerinterventies beschrijven waarbij sociale media worden ingezet (zoals een webconferentie of e-coaching). In het één na laatste hoofdstuk komen aspecten van het ontwerpen van online leerprocessen aan de orde. In dit hoofdstuk vind je bijvoorbeeld overwegingen bij de dynamiek die je wilt stimuleren, of bij de vraag welke combinatie van face-to-face en online leren je wilt kiezen. Voor wie 'pasklare' antwoorden zoekt, zal dit hoofdstuk gelukkig een teleurstelling zijn. Dergelijke antwoorden zijn niet te geven! De verschillende handreikingen bieden wel stof tot nadenken bij het maken van keuzes binnen je eigen context.
Tenslotte staat de rol van de facilitator centraal in het boek "En nu online…Sociale media voor professionals, organisaties en facilitatoren". Hulsebosch en Wagenaar onderscheiden een technische rol, een faciliterende rol en een management- en procedurele rol (een bekend onderscheid). Als facilitator kun je verder verschillend invulling geven aan je rol. Modereer je, of 'speel' je de inhoudelijke expert? Via cartoons worden de typen online facilitator geïllustreerd.
De auteurs richten met deze publicatie overduidelijk niet op de gevorderde, professionele, gebruiker van sociale media. Een handige leeswijzer helpt wel bij het selectief doornemen van het boek. Toch vraag ik me wel eens af of het medium 'boek' wel past bij professionals die al jaren actief zijn op hun vakgebied.
Het is wel een prettig leesbaar, en mooi opgemaakt, boek. De auteurs laten een groot aantal aspecten de revue passeren. De vele voorbeelden zijn zeer illustratief. De tips en tools aan het eind van elk deel zijn erg handig.
Op onderdelen is kritiek zeker mogelijk. Zoals op de eenzijdige passage over de zogenaamde generatieverschillen. Ook mis ik regelmatig verdieping, ook voor relatieve beginners. Doordat er heel wat aspecten worden aangestipt, gaan de auteurs op aan aantal hiervan wat oppervlakkig in. Een voorbeeld is het faciliteren van belangrijke momenten in een online samenwerkingsproces. De relatieve 'newbie' wordt wellicht ook overweldigd door de veelheid aan facetten die worden aangestipt. Adviseer je met sociale media startende collega of leidinggevende daarom vooral de tijd te nemen om dit boek te bestuderen.
Ik heb het boek met plezier gelezen, ondanks dat veel voor mij 'gefundenes Fressen was. Ik zal het ook zeker als naslagwerk gaan gebruiken. Bijvoorbeeld het hoofdstuk over de implementatie van sociale media binnen organisaties, dat je kunt gebruiken om te reflecteren op bestaande situaties.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ha Wilfred, dank je wel voor je uitgebreide recensie van ons boek! Leuk te horen dat je het gelezen hebt en ook mogelijkheden ziet om het te gebruiken. Je punt over hier en daar meer verdieping kan ik me voorstellen. Maar eens wat aspecten gaan uitdiepen in artikelen.
Hartelijke groet, Sibrenne
Tijdens de brainstormlunch vandaag over het gebruik van sociale media binnen de HAN, kwam het boek ter sprake. Erg handig, dat ik nu meteen zo’n heldere recensie kan raadplegen!
Leuke recensie van een boek en onderwerp dat uitermate actueel is. Er zijn immers veel professionals en organisaties die worstelen met het succesvol inzetten van sociale media. Dat laat onder meer dit rapport ‘Sociale media aan het werk’ zien: http://www.faxion.nl/sociale-media-aan-het-werk/