Sociale media zijn laagdrempelige internettoepassingen die docenten in het onderwijs kunnen inzetten. Zijn de beperkingen van deze toepassingen -zoals het risico van afleiding- niet dusdanig dat je ze maar beter niet in het onderwijs in kunt zetten?
Myrthe Willems heeft onder begeleiding van Antoine van den Beemt en Marieke Thurlings (Eindhoven School of Education) een zeer uitvoerige literatuurstudie uitgevoerd naar het gebruik van van sociale media als leermiddel in het primair, voortgezet en hoger onderwijs.
Doel van deze studie is de realisatie van “een synthese van voorwaarden en effecten die relevant zijn voor een weloverwogen, evidence‐based inzet van sociale media, en de bijbehorende professionele ontwikkeling van leraren”. Veel studies richten zich namelijk op deelaspecten.
Het resultaat is een zeer uitgebreide wiki en een praktijkboek dat je gratis kunt downloaden. In dit praktijkboek vind je meer informatie over de methode en resultaten. Discussie, conclusie en aanbevelingen ontbreken uiteraard ook niet.
Een aantal zaken valt mij op:
- Het merendeel van de studies is binnen het hoger onderwijs uitgevoerd. Overigens vindt veel onderwijsonderzoek binnen het hoger onderwijs plaats, schrijven de auteurs. Dit zou eigenlijk te denken moeten geven.
- Een groot deel van het uitgevoerde onderzoek is ‘perceptieonderzoek’. Hebben lerenden het idee dat het gebruik van sociale media gevolgen heeft voor het leren of voor de motivatie? Er kan echter een verschil zijn tussen perceptie en werkelijkheid. Ook dit zou eigenlijk te denken moeten geven.
- De onderzoekers gebruiken een interessant conceptueel model met factoren, relaties tussen factoren en mogelijke effecten op (het leren van) lerenden. Zie afbeelding.
- Uit de reviewstudie komt een wisselend beeld naar voren over de effecten van sociale media voor motivatie, betrokkenheid en resultaten. De onderzoekers schrijven hierover:
Soms leek dit het gevolg van de overtuiging van de onderzoekers of van de houding en (het gebrek aan) enthousiasme van de deelnemende leraren. Bovendien maakten veel studies gebruik van alleen zelf‐rapportage instrumenten, waardoor de resultaten gekleurd zijn door de percepties van diegene die zo’n vragenlijst invult.
- De onderzoekers concluderen dat oorzaak en gevolg bij deze studies zelden helder zijn aan te wijzen. De context van de studies is waarschijnlijk ook van grote invloed op de uitkomsten.
- Onderzoek naar schrijven en met name Facebook wijzen op positieve effecten in termen van resultaten en interesse onder lerenden.
- Of sociale media in het onderwijs een vloek of zegen zijn, is waarschijnlijk afhankelijk van zaken als schoolcultuur, attitude van docent en lerenden ten aanzien van sociale media, ondersteuning en professionele ontwikkeling, heldere leerdoelen en een duidelijke plek binnen het lesprogramma.
- Deze publicatie vormt geen reden om sociale media massaal in te gaan voeren in het onderwijs. De literatuurstudie is ook geen aanleiding om sociale media uit het onderwijs te gaan verbannen. De aanbevelingen van de onderzoekers hebben betrekking op het goed doordacht en zorgvuldig geïmplementeerd gebruik van sociale media in het onderwijs. Ze raden het gebruik van sociale media dus zeker niet af.
- Opvallend genoeg ontbreekt de aanbeveling dat meer onderzoek nodig is om een beter antwoord te kunnen geven op de gestelde vraag.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie