In de huidige fase van de COVID-19 pandemie maken we noodgedwongen intensief gebruik van ‘simultaan onderwijs’. Er gaan zelfs stemmen op om ook in de toekomst dergelijk onderwijs structureel te gaan verzorgen. Dat is geen goed plan meent hoogleraar Christopher Schaberg.
Bij ‘simultaan onderwijs’ krijgen sommige lerenden fysiek les, in een traditioneel klaslokaal, terwijl andere lerenden op hetzelfde moment online op afstand deze les volgen via applicaties zoals Zoom of MS Teams. Deze manier van les geven wordt toegepast als lerenden door omstandigheden zoals ziekte of quarantaine niet deel kunnen nemen aan fysieke lessen of als vanwege besmettingen maar een beperkt aantal lerenden fysiek aanwezig mogen zijn.
In de VS wordt deze aanpak onder de noemer ‘HyFlex’ (hybride-flexibel) al langer dan de duur van de Coronacrisis toegepast. Binnen het ‘HyFlex’-model geef je lerenden dan de keuze of zij sessies online of fysiek willen bijwonen. Onderwijsinstellingen zouden dankzij dit model aantrekkelijker kunnen worden voor doelgroepen die zij nu nog niet bereiken.
Hoogleraar Engels Schaberg stelt:
It is a style of teaching that involves carefully choreographing cameras, speakers and microphones in addition to navigating the traditional layout of a classroom with students present. The instructor becomes a performer, an emcee and a technologist (often a clumsy one, at that).
Volgens hem moet je als docent twee iteraties van dezelfde les tegelijkertijd uitvoeren, wat behoorlijk uitputtend is. Lerenden beschikken ook niet altijd over passende faciliteiten om vanuit thuis deel te nemen aan een les. De aanpak kent een behoorlijk steile leercurve. Je moet proberen tegemoet te komen aan de behoeften van verschillende lerenden op de twee platforms, je moet het curriculum en de opdrachten aan zo’n brede en veranderend groep lerenden aanpassen. Anderzijds leert deze aanpak volgens de auteur ook dat we erop moeten vertrouwen dat lerenden uit de lessen haalden wat ze konden, en dat we minder nadruk moeten leggen op regulering en controle.
Schaberg stelt dat je alle betrokkenen eigenlijk tekort doet met deze aanpak die hij typeert als “the black mirror of higher ed”. Dat komt voornamelijk vanwege zijn visie op campusonderwijs. Leren op een fysieke locatie zorgt er ook voor dat lerenden op allerlei plekken kunnen leren, zoals een bibliotheek en kantine, en ook sociale ontmoetingen kunnen hebben. Je kunt samen zitten, gesprekken hebben, samen hardop lezen, commentaar geven, vragen stellen of complexe ideeën verwoorden. Op een campus is sprake van een gedeeld gevoel van samenkomen om te leren.
Online ben je volgens Schaberg vooral bezig video’s te bekijken, opdrachten te maken, taken af te vinken en quizzen te maken. Hoger onderwijs is dan een netwerk van apps die in je smartphone worden gepompt. Docenten moeten lessen in afgebakende brokken en eenheden verzorgen. Lerenden krijgen een pad richting een diploma. Deze “academische reis” staat echter los van enige echte grond.
HyFlex is a synecdoche for this reality: a fantasy notion of the future of higher education that, in truth, is a haunted shell of itself.
Ik vind eerlijk gezegd dat Christopher Schaberg een te rooskleurig beeld schetst van campusonderwijs -ik heb ook grootschalige en anonieme hoorcolleges op het netvlies staan- en een te zwartgallig beeld van online leren. Hij wijst echter terecht op het vermoeiende en complexe karakter van ‘simultaan onderwijs’. Ik zou, als het even kan, altijd voor een andere model van blended learning kiezen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie