Reflectie op trends (weer thuis)

De Online Educa is achter de rug. We zijn met z’n twaalven net vertrokken met de ICE richting Duisburg. Mooi moment om terug te blikken. Persoonlijk vond ik deze conferentie zeker de moeite waard. Ik heb niet echt hele nieuwe dingen gehoord. Maar het is wel eens goed als anderen datgene wat je vindt en denkt onderbouwen of op een andere manier onder woorden brengen. Daarnaast is het altijd de moeite waard om oude bekenden terug te zien en om met personen die je nog niet kende van gedachten te wisselen over e-learning.

Wat waren de belangrijkste trends?
Het viel me in de eerste plaats op dat verschillende sprekers het belang van communities en informeel leren benadrukten. Professor John Stephenson gaf zelfs aan dat op dit terrein wellicht de meeste meerwaarde van e-learning te behalen is. Hij presenteerde een “online pedagogical grid”. Dit is een ontwikkelveld met twee assen. De eerste as geeft aan in hoeverre de docent of de student het leerproces controleert cq managet. De tweede as geeft aan in hoeverre een docent uit te voeren taken bepaalt of dat de student mag bepalen wat geleerd wordt (open ended, strategic learner directed). Tegelijkertijd hadden de meeste voorbeelden die werden gepresenteerd betrekking op e-learning waarbij de docent het proces controleert en de bepaald wat geleerd moet worden. Een andere spreker gaf eveneens aan dat ICT nog niet tot ingrijpende onderwijsveranderingen heeft geleid.

Een tweede opvallende trend was het belang van ‘fun’. Als we de Nintendo-generatie willen aanspreken, dan zal de leerstof ècht anders moeten worden vormgegeven. Er werden verschillende vormen van educatieve games getoond. Het toverwoord hierbij was ‘engaging’. Overigens werd dit aspect in 2000 ook tijdens het ASTD-congres benadrukt. Zelfs in deze dynamische tijd hebben dergelijke vernieuwingen schijnbaar een aanzienlijke incubatietijd.

De derde trend is het belang dat werd gehecht aan digitale didactiek. Dit werd overigens niet nader uitgediept. Ook op dit terrein is nog veel ontwikkelwerk en onderzoek te verrichten.

Een aantal sprekers schetste ook de impact van globalisering op het onderwijs; de vierde trend. Vooral in Azië groeit de behoefte aan hoog opgeleiden explosief. Voor Westerse universiteiten betekent dit een nieuwe markt, zo werd beweerd.Via e-learning kan deze doelgroep beter worden bereikt.
Het is van belang dat universiteiten hier tijdig op in spelen. Niet te snel, maar ook niet te langzaam.

De vijfde trend was de aandacht voor open source software. Er worden steeds meer e-learning toegepast waarvan de broncode vrij beschikbaar komt. Ik heb tijdens de Online Educa hier geen sessies over bijgewoond. Maar het is zeker iets om in de gaten te houden.

Een laatste trend is mobile learning. Je ziet steeds meer mensen met een draadloze Internetverbinding in pauzes werken en leren. Het netwerk van het hotel werd regelmatig zo zwaar belast dat het bezweek. Persoonlijk zie ik beperkt heil in e-learning via een mobiele telefoon (zoals smartphones). Wel natuurlijk voor de communicatie, maar minder voor het bestuderen van leerobjecten. Ik voorzie wel de opmars van tablets in het onderwijs: krachtige machines in een handzaam formaat, waarvan je het scherm los kunt gebruiken van het toetsenbord (bijvoorbeeld om het als schrijfblok te gebruiken). Voornamelijk bij kennisintensieve beroepen waarbij werknemers geen vaste werkplek hebben, zal mobiel leren gebruikt gaan worden. En omdat opleidingen steeds meer uitgaan van authentieke leersituaties, zal ook hier mobile learning worden toegepast. Dus bijvoorbeeld wel bij geneeskunde, maar minder bij letteren. Ik heb het dus niet over het reduceren van tien minuten ‘down time’ (moeten we niet meer onthaasten?), maar om het bieden van ondersteuning als een medewerker deze nodig heeft. Overigens wordt ook over mobile learning al langer gesproken. De technologie maakt het steeds beter mogelijk, ook al is op dit gebied nog het nodige werk te verrichten. Zo vertelde iemand mij dat BlackBoard een elektronische leeromgeving heeft ontwikkeld voor personal digital assistants. Alleen ondersteunt deze versie geen communicatiemogelijkheden, terwijl dat juist zo belangrijk is voor e-learning.

Er is dus nog heel wat werk te verrichten. Voor technische ontwikkelaars, maar vooral voor onderwijskundigen, onderzoekers, directies en natuurlijk docenten.

(Bericht geschreven op zaterdag in de trein en ’s zondags thuis gepost)

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *