De verschillende typen MOOC’s impliceren meer keuzevrijheid voor lerenden. Zij hebben meer mogelijkheden om naar eigen leervoorkeur te leren. MOOC’s zullen het bestaande onderwijs veranderen, maar mogelijk niet ontwrichten.
Een digitale tip van collega Peter Sloep wees me gisteren op de blogpost Experiences from Massive Open Online Courses (MOOCs) and how the MOOC could potentially increase diversity, social inclusion & learner engagement van Mark Morley. De lengte van de titel is illustratief voor de de omvang van deze bijdrage.
Morley heeft de afgelopen jaren geparticipeerd in verschillende massive open online courses (MOOC’s), en zet zijn ervaringen op een rij. Zijn bijdrage start met een beschrijving wat MOOC’s zijn, en hoe dit fenomeen zich sinds 2008 heeft ontwikkeld. Vervolgens gaat Morley in op zijn ervaringen. Zijn eerste MOOC was een connectivistische MOOC van Stephen Downes, George Siemens en Dave Cormier. Hierin leerden deelnemers vooral van elkaar (maar ook van experts), was sprake van veel interacties en werden verschillende sociale media gebruikt om mee te leren (zooals weblogs, Google + en Diigo). De technologie voor videoconferencing bleek niet stabiel en betrouwbaar. Aggregatiesoftware was erg belangrijk om alle interacties van verschillende platforms te bundelen.
Vervolgens heeft hij deelgenomen aan twee andere ‘cMOOC’s’ die overigens van opzet verschilden van de cMOOC van Downes cs (o.a. door gebruik te maken van badges en meer structuur). Daarna is hij xMOOC’s gaan volgen. Uit zijn beschrijving blijkt dat deze niet alleen bestonden uit ‘pratende hoofden’, maar ook uit het analyseren van data, online demonstraties en discussies. Elke week werden opdrachten en toetsen gemaakt, en aan het eind ontvingen deelnemers een certificaat.
Morley concludeert dat xMOOC’s inderdaad traditioneler van opzet zijn (“transmissive teaching approach“), maar dat elke opzet voordelen heeft. Lerenden hebben in elk geval meer keuzemogelijkheden en meer grip op hun leerervaringen. Morely stelt ook:
The challenge for me is the timeframe that courses run in and the need to concentrate on deep level learning without having my attention pulled away to the certificate ‘prize’ and surface/strategic learning approaches.
Wat betreft de kwaliteit van de leerervaringen geeft hij aan dat hij het meeste heeft geleerd van de verdiepende interacties binnen de cMOOC, maar dat deze vermoedelijk minder voordelen hebben voor zijn loopbaan dan de xMOOC.
De auteur noemt als uitdaging voor MOOC’s “monetizing and subsequent sustainability“. Hij denkt dat MOOC’s betaalbaar (en dus duurzaam verankerd) kunnen worden gehouden door aanvullende services tegen betaling te verlenen, via sponsoren en ‘collegegeld’.
In zijn slotanalyse gaat Morley in op de vraag of MOOC’s voor het onderwijs net zo’n disruptieve effecten zullen hebben als internettechnologie voor de muziekindustrie.
The xMOOCs seem to be trying to replicate the existing educational system but on a larger scale, and reducing the cost. It feels as if the openness part is simply a stepping stone to achieving these ends and it is a massification of education, or at least a new stream of potential mass revenue, that is the motivation. There is a risk that MOOCs will gravitate towards a massive medium for delivering what education systems already deliver.
Bestaande onderwijssystemen hebben volgens hem intrinsieke waarde door leertrajecten te structureren, leerervaringen te begeleiden en ondersteunen en door leren extern te legitimeren. MOOC’s zouden wel eens vooral interessant kunnen zijn voor diegenen die al een diploma hebben, en vooral bij willen blijven op hun vakgebied.
Dat betekent dat de impact van MOOC’s op het bestaande onderwijs kleiner zal zijn dan de gevolgen van technologie voor andere branches. MOOC’s zullen het bestaande onderwijs dus wel veranderen, maar mogelijk niet ontwrichten.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie