Reflectie op studies naar laptops in de klas

Studies naar laptops in de klas laten meestal geen positieve uitkomsten voor leren zien. Dat kan ook aan de wijze van meten liggen. Tegelijkertijd weten we nog veel niet over het effectief gebruik van laptops. De beschikbare kennis over het gebruik van ICT moeten we wel beter benutten.

Laptops in lecture halls
Foto: Brett Jordan [CC BY 2.0 (http://creativecommons.org/licenses/by/2.0)], via Wikimedia Commons
Alex Reid heeft een blogpost geschreven waarin hij reflecteert op studies die laten zien dat laptops in de klas ten koste gaan van de effectiviteit van het onderwijs.

Reid gaat eerst in op verklaringen:

  • Laptops bevorderen afleiding waardoor lerenden minder leren.
  • Lerenden gebruiken laptop niet op een effectieve manier (bijvoorbeeld verschillend van pen en papier).
  • Docenten geven op een minder effectieve manier les.

Reid stelt dat je lerenden eigenlijk tijdens tests de beschikking zou moeten geven over laptops. De tests die worden gebruikt zijn veelal gericht op het reproduceren van informatie (dat is zijn hypothese). Volgens hem is echter vooral sprake van twee onderling verweven problemen bij dergelijke studies:

  • Niemand weet nog hoe we binnen een “emerging digital media-cognitive ecology” moeten leven, leren en werken. Geen wonder dat we dus worstelen met, onder andere, het gebruik van laptops in de klas.
  • Cursussen sluiten vaak nog niet aan bij veranderende omstandigheden waaronder we denken, leren en weten. Deze waarden zijn volgens Reid historisch, cultureel en ideologisch bepaald. We kunnen namelijk ook anders aan kijken tegen de rol van ICT bij leren.

Volgens Reid moeten we zoeken naar nieuwe manieren van leren en doceren, nu we de beschikking hebben over ICT. We weten daarbij nog niet welke keuzes we moeten maken ten aanzien van curriculum en didactiek, in relatie tot ICT. Volgens hem is dit in elk geval geen rationeel proces. Het is ook vaak niet de taak van docenten om de fundamenten van vakdidactiek te gaan herzien.

Volgens Reid moeten we al experimenterend leren, en mogen we niet onmiddellijk goede resultaten verwachten. Hij meent ook dat lerenden “in digital media-cognitive ecologies” over andere bekwaamheden beschikken dan hun voorgangers. Hoe kunnen zij deze bekwaamheden ontdekken? Hoe kunnen zij leren om ICT op een goede manier te gebruiken voor, onder andere, leren?

Alex Reid stelt terecht vragen bij de relatie tussen curriculum, didactiek en de wijze waarop ICT daarbij wordt ingezet. Ook wijst hij niet geheel ten onrechte op de manier waarop effectiviteit wordt gemeten. Ik ben het ook met hem eens als hij aangeeft dat we nog veel niet weten, en dat we we via experimenten vooruit moeten zien te komen.

Tegelijkertijd hebben we natuurlijk te maken met een onderwijssysteem waarin het reproduceren van kennis (en weten hoe die kennis moet worden toegepast) nog steeds een belangrijke graadmeter van kwaliteit is. Zo onlogisch is het niet dat we dan kijken naar testresultaten, al moeten we ook erkennen  dat dit een relatief eenvoudige -en dus aantrekkelijke- manier van meten is.

Ook mag het feit dat we veel informatie kunnen opzoeken, niet leiden tot de misconceptie dat feitenkennis niet belangrijk is (en niet geleerd hoeft te worden). Je kunt informatie pas goed interpreteren als je over voorkennis beschikt.

Verder is het belangrijk om ICT niet meer op een bepaalde manier te gebruiken, als blijkt dat die manier niet effectief is. Als uit experimenten blijkt dat laptops tijdens ‘klassieke’ hoorcolleges niet werkten, zullen we de werkwijze moeten aanpassen en er niet van uitgaan dat lerenden op een gegeven moment wel leren ICT effectief te gebruiken. En ja: dat kan ook gevolgen hebben voor de opzet of het bestaan van hoorcolleges.

Bovendien is het volgens mij niet aangetoond dat de huidige generatie lerenden over andere bekwaamheden beschikt dan hun voorgangers (hetgeen Reid wel veronderstelt). Lerenden opereren binnen een ICT-rijke context, en zullen moeten leren hoe zij daar op een goede manier mee om kunnen gaan (zie mijn pleidooi voor digitale studievaardigheden). De beschikbare kennis over ICT en leren moeten we wel toepassen en niet stoïcijns verder gaan, onder het mom dat het op termijn vanzelf wel goed komt. Voordat we een bepaalde leertechnologie grootschalig implementeren, zal eveneens moeten blijken dat het gebruik ervan bijdraagt aan leren.

Reid gaat m.i. voorbij aan het feit dat het minder effectief maken van aantekeningen, niet alleen te wijten is aan het vermogen van lerenden (wat dus geleerd kan worden). Dit heeft ook te maken met motoriek.

(Zelf heb ik er bijvoorbeeld jaren over gedaan om live te kunnen bloggen. Wellicht zouden mijn blogposts tijdens congressen beter zijn als ik eerst met de hand aantekeningen zou maken, om deze vervolgens uit te werken (er van uitgaande dat ik de aantekeningen kan lezen). Deze manier van werken, kost mij echter veel meer tijd. Ik kies daarom bewust voor een wellicht suboptimale werkwijze, die ik me overigens stapsgewijs heb aangeleerd: via aantekeningen maken op papier, via tweets achter af uitwerken, via aantekeningen maken op een laptop en deze later uitwerken, naar live bloggen.)

Dus: doorgaan met experimenteren en leren, stoppen met toepassingen waarvan blijkt dat ze niet werken, investeren in digitale studievaardigheden en in bekwaamheden van docenten op het gebied van ’TPACK’ en bereid zijn om curriculum en didactiek op een zinvolle manier aan te passen nu we opereren in ICT-rijke omgeving.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

5 reacties

  1. Fyi: als ik dit (en ik denk ook andere) items deel via Facebook, wordt altijd je portretfoto gebruikt. Mi zou het meer re-reads opleveren als de foto uit het artikel werd overgenomen.

  2. Volgens mij worden posts op Facebook met (goed) plaatje meer gelezen. Ik heb geen WordPress-site, maar zal eens navragen!

  3. Facebook bepaalt automagisch (op basis van de broncode van de pagina) welk beeld er bij een gedeelde link wordt gezet. Open Graph meta-info speelt hierbij een rol. Hier (https://developers.facebook.com/tools/debug/og/object/) kun je checken wat FB ziet. Je website gebruikt zo te zien geen Open Graph meta-data en ik vermoed dat Facebook daarom gewoon een ander plaatje (dat groot genoeg is) gebruikt.

    Er zijn WordPress plugins die je wellicht kunnen helpen om een relevanter beeld te laten zien als je berichten op FB worden gedeeld. Je zou deze plugin bijvoorbeeld eens kunnen proberen: https://wordpress.org/plugins/facebook-thumb-fixer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *