Het E-merge Consortium voert al meer dan tien jaar projecten op het gebied van ICT en onderwijs uit. Welke projecten worden momenteel uitgevoerd? Wat valt mij daarbij op? En welke ideeën zijn voortgekomen uit een brainstorm over professionalisering van docenten op dit terrein? Wist je bijvoorbeeld dat instellingen voor hoger onderwijs vaak minder data opslaan, zodat learning analytics wordt bemoeilijkt? En dat een Be my Guest-systeem wellicht kan helpen bij professionalisering?
Vandaag mocht ik een bijdrage leveren aan twee bijeenkomsten van het E-merge Consortium. In dit samenwerkingsverband (dat inmiddels meer dan tien jaar bestaat) voeren de TU Delft, de Universiteit Leiden, de Hogeschool Leiden en De Haagse Hogeschool samen innovatieve projecten uit rond het gebruik van ICT in het onderwijs. Het E-merge Consortium kent twee deelprogramma’s: Blended Learning en de Onderzoekende Student. Doel van het consortium is uiteindelijk het vergroten van studiesucces. Programmaleider Henk Frencken had me ook gevraagd te bloggen over deze sessies. De presentaties van de middagsessie zijn ook met Mediasite opgenomen, en komen later beschikbaar via de website van dit consortium.
Tijdens het middaggedeelte presenteerden de lopende E-merge-projecten en deelprogramma’s de stand van zaken. Doel was geïnformeerd te worden en geïnspireerd te raken. Ik mocht feedback geven op de presentaties, en deelnemen aan de dialoog over de plannen en ideeën.
Karin van Bakel van de Haagse Hogeschool vertelde over het project Video4Learning. In dit project is vooral gekeken naar de didactische meerwaarde van video in het onderwijs. Men werkte met de bestaande middelen per instelling, in kleinschalige pilots. Er is gekeken naar op te lossen problemen, waar een oplossing voor bedacht moest worden. Studenten moesten bijvoorbeeld ook zelf video’s ontwikkelen waarin zij hun competenties moesten tonen, of video’s waarin studenten kernbegrippen moesten verbeelden. Er is ook geëxperimenteerd met het concept van de flipped classroom. Een belangrijke geleerde les van dit project is: docenten hebben vaak hele hoge verwachtingen, stellen daardoor hoge eisen aan kwaliteit van video en zijn daardoor veel tijd kwijt. Begin dus kleinschalig. Gebruik ook scripts. En ga er vooral mee aan de slag, aldus Karin. Zie ook http://www.weblectures.nl waarin Video4Learning wordt geïntegreerd.
Cilia Born van de Hogeschool Leiden heeft verteld over het E-merge Toetsproject. Daarbinnen is een online cursus digitaal toetsen ontwikkeld, die docenten konden volgen. Er is veel tijd geïnvesteerd in het ontwerp van deze cursus. De verschillende instellingen bleken ook in een verschillende fase te zitten als het gaat om digitaal toetsen. Dat bemoeilijkte de samenwerking. Het plan is ook om samen een toetsitembank maken op het gebied van HBO-Rechten (voor formatief toetsen, dat binnen het curriculum van HBO-Rechten is geïntegreerd). Sturing van de realisatie is ook erg belangrijk, de ICT-infrastructuur nog steeds een belangrijk aandachtspunt.
Wim Smit van de Hogeschool Leiden is ingegaan op learning analytics. Hij vertelde over twee aanpakken die binnen dit E-merge project zijn gekozen. De eerste aanpak is ‘schatgraven’, ongericht zoeken op basis van bijvoorbeeld datamining. Er is gekeken of de groep studenten (bijvoorbeeld eerstejaars) bestaat uit subgroepen die dezelfde kenmerken hebben, bepaald gedrag vertonen, waar patronen in te herkennen zijn en op basis waarvan acties genomen kunnen worden. Bevindingen zijn:
- Datamining is het probleem. Er wordt namelijk veel minder opgeslagen en gelogd dan verondersteld.
- De performance van informatiesystemen leidt onder het loggen van veel gegevens.
Dit project heeft minder opgeleverd dan gehoopt en verwacht. Pas nu worden data op grote schaal verzameld.
Bij de tweede aanpak wordt heel gericht gemeten, en gekeken naar het gebruik van applicaties (zoals BlackBoard). Privacy is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Bijvoorbeeld naar het gebruik van de elektronische leeromgeving en de studievoortgang. Een aanpak die m.i. veel lijkt op empirisch onderzoek.
Inge van Dongen (Haagse Hogeschool) heeft kort iets verteld over het programma ‘blended learning’ . In dit project kijkt men wat er nodig is om op diverse niveaus een samenhangend deel van het onderwijs volgens het principe van blended learning te verzorgen? Binnen dit programma worden ervaringen van de verschillende instellingen gedeeld. De gemene deler is samenhangend onderwijs. Hoe weet ik nu of blended learning gelukt is? De uitdaging van dit programma vind ik de scope (beperk je bijvoorbeeld tot het niveau van mesodidactiek?) en afbakening (wat is het “principe van blended learning”?). In dit kader spraken we in de pauze ook over het risico dat je bij TPACK de neiging hebt je te beperken tot microdidactiek en bijvoorbeeld het niveau van het curriculum uit het oog dreigt te verliezen.
Peter Hennevanger werkt als docent bij de Hogeschool Leiden, en vertelde over zijn praktijkervaringen met blended learning bij Commerciële Calculaties. Hij benadrukte dat blended learning docenten en studenten meer energie geeft. Het vergroot de betrokkenheid van studenten. Het sluit beter aan op de urgentie van studenten (just in time leren). Peter maakt gebruik van korte clips (weblectures), in combinatie met aanvullend materiaal en voorbeelden. Studenten komen volgens hem veel beter voorbereid naar de les. Een vervolgstap is dat hij de wijze van toetsing wil veranderen. Een weblecture van 10 minuten, kost overigens een dag werk (als je vanaf nul moet beginnen). De stap naar de gevolgen voor de integrale inrichting van het onderwijs moet nog worden gezet.
De TU Delft is bezig een digitale doorstroommonitor vorm te geven. Ton Valk en Bernard Meulenbroek gaven hier een korte presentatie over. Het vak Lineaire Algebra maakt daar deel van uit. Daar maken elektronische oefenopgaven met feedback deel van uit, net als korte weblectures. In feite gaat het daarbij om opnames van handelingen op een smartboard waarbij de docent berekeningen uitvoert op een elektronisch bord. De omvang van het bord stuurt de omvang van de clip (ongeveer 5 minuten). Dat blijkt voor docenten een flinke uitdaging te zijn. Men ontwikkelt speciaal clips over onderwerpen waar veel reguliere studenten moeite mee hebben. Studenten blijken o.a. het langzame tempo plezierig te vinden. Je zou hiervoor ook bestaande opnames van colleges gebruiken, zo werd opgemerkt (net als screencast tools).
Henk Frencken van de Universiteit leiden stond stil bij het deelprogramma De Onderzoekende Student. Dertig jaar geleden heeft Henk al leerlingen van een voortgezet onderwijs onderzoek laten doen tijdens een werkweek op Texel.
Onderzoekende Leerlingen (Korte versie) 1983 Texelproject Fioretticollege from E-Merge on Vimeo.
Die leerervaringen zijn als inspiratie meegenomen naar dit E-merge programma, waarbinnen o.a. grassroots initiatieven worden uitgevoerd. Deze projecten worden gedaan door studenten, liefst van verschillende instellingen. ICT biedt volgens Henk nieuwe mogelijkheden om onderzoek op een andere manier te doen. Er is veel enthousiasme voor dit initiatief, maar het blijkt erg lastig te zijn om hier onderwijsprojecten bij te vinden. Of studenten studiepunten krijgen, is afhankelijk van de onderwijsinstelling. Het mag studenten niet te doen zijn om de financiering. Een jury bewaakt dit.
Marc Cleiren van de Universiteit Leiden ging in op RealResearch. Binnen dit project realiseerde men zich dat universiteiten studenten af leren om te onderzoeken. Het consumentisme is volgens Marc namelijk binnen het hoger onderwijs geslopen. In dit project wordt een didactisch model ontwikkeld om motivatie voor wetenschappelijk en toegepast onderzoek aan te wakkeren. Het belonen van nieuwsgierigheid staat centraal. Men start daarbij binnen een honours programma van de Faculteit Sociale Wetenschappen. Een virtual research environment speelt daarbij een belangrijke rol. Docenten geven daarbij aan wat nog de actuele vragen zijn binnen het betreffende vakgebied. REAL staat dan voor Research and Education Aggregated Learning. Onderzoekers comuniceren in een virtuele omgeving welke onderzoeksvragen ze willen beantwoorden. Goede wetenschappers blijken nieuwsgierig en onconventioneel te zijn.
De laatste presentatie werd door Ellen Sjoer van de TU Delft en de Haagse Hogeschool verzorgd. Zij ging in op het onderzoeksproject ‘Leren van docenten in innovatieve ICT-projecten’. Hoe leren docenten, en hoe kun je beter inspelen op de aanpak van professionalisering van docenten? In het kader van dit traject worden docenten die betrokken zijn bij E-merge projecten, gevolgd. Daarvoor zijn allerlei onderzoeksinstrumenten ontwikkeld. Onder meer via een blog (met een bepaalde structuur) en een eindinterview. Aandachtspunt: hoe motiveer je docenten om mee te doen met het onderzoek?
Mijn slotopmerkingen bij deze middag:
- Een aantal projecten illustreren dat online video voor leren een belangrijke trend is.
- Houd expliciet in de gaten dat de gekozen past bij de het probleem dat je aan het begin van het project wilde oplossen. Focus expliciet op die relatie. En richt daar ook de evaluatie op.
- Werk aan inbedding van technologie in het onderwijs. Er wordt soms geëxperimenteerd met arbeidsintensieve oplossingen, zonder dat dit impact heeft op het curriculum. Het komt er bij. Dat leidt niet tot een duurzame inbedding, o.a. in verband met de hoge kosten.
- Zorg er voor dat je project/programma een duidelijke focus en scope heeft. Dat was niet altijd het geval.
- Als je bij een professionaliseringstraject docenten vraagt om elke twee weken te bloggen, dan vraagt dat veel van docenten. De meeste mensen vinden het makkelijker om te praten, dan om te schrijven. Dat kost hen veel tijd. Door gestructureerd over ervaringen te vertellen, structureer je je gedachten ook opnieuw.
Avondsessie ICT en professionalisering
Tijdens de avondsessie gingen we in op professionalisering van docenten met behulp van innovatieve ICT. Agnita Mur (CvB Hogeschool Leiden) leidde de avond in. Zij benadrukte het belang van professionalisering voor de kwaliteit van het onderwijs. Wat is belangrijker? Dat docenten een masteropleiding hebben, of hoe docenten inspirerend onderwijs verzorgen? Hoe kan ICT daar bij helpen? Vervolgens werden enkele korte inleidingen verzorgd. Via video stelde Klaas van Veen bijvoorbeeld dat we een probleem hebben met professionalisering. Zij erkennen niet altijd de noodzaak, maar zij hebben vaak ook problemen met de vorm waarin professionalisering plaats vindt. Hij pleitte ervoor om meer te werken met informeel leren. Bijvoorbeeld van feedback van collega’s met behulp van video. Of door gesprekken met studenten over jouw didactiek en het leren van studenten. Wat we vaak missen, is dat docenten zich intellectueel uitgedaagd voelen. Voelen zij zich uitgedaagd? Een risico is dat informeel leren geformaliseerd wordt. Houd er ook rekening mee dat leren tijd kost.
Klaas van Veen: Docenten en Leren from E-Merge on Vimeo.
Ik heb met name een aantal voorbeelden van professionalisering gegeven. Daarbij ben ik ingegaan op het leertraject: Leren en Doceren in de 21e eeuw, workshops waarin professionalisering en onderwijsontwikkeling geïntegreerd zijn, en zelfgeorganiseerd leren met behulp van ICT (mijn dominante manier van leren). Hieronder vind je mijn slides.
Daarna werd er gebrainstormd over ideeën ten behoeve professionalisering van docenten. Daarbij viel me op:
- Het belang van netwerken voor kennis delen werd benadrukt. Bijvoorbeeld via profielen waarin je aangeeft waar je goed in bent, en waar anderen na mogen kijken (Be my Guest-systeem). Apps kunnen hiervoor worden gebruikt.
- Bij professionalisering werd het belang van positief benaderen van docenten onderstreept.
- Het elkaar observeren en geven van feedback (met gebruikmaking van video) werd belangrijk gevonden.
- Er werd gesuggereerd dat learning analytics en sociale intelligentie ook gebruikt kunnen worden voor het monitoren van docenten.
- Er werd de nadruk gelegd op een motiverende leercultuur, waarin fouten gemaakt mogen worden gemaakt en kennis delen wordt bevorderd. De focus lag ook op zelfgestuurd leren.
Vier ideeën werden vervolgens concreet uitgewerkt.
- De cadeaubox. Een veilige cloud based omgeving om jouw ideeën te delen. Daarbij de mogelijkheid om bijdragen te liken, er op te reageren. Ratings brengen een rangorde aan. Als je er wat uit haalt, moet je er ook wat in stoppen (wederkerigheid). Mijn aanmerking: er is sprake van een focus op externe prikkels.
- Groep 2 benadrukte vooral randvoorwaarden als richtinggevend leiderschap (op meerdere niveaus) en het stimuleren van leercultuur.
- Er wordt een app ontwikkeld, voor het digitaliseren van de koffiekamer. Daarmee kun je collega’s zoeken en vinden. Hun leervragen zien, en hun gemeenschappelijke interesses. Is daar een match? In de fysieke koffiekamer ontmoet men elkaar fysiek. Het systeem doet suggesties om mensen te ontmoeten. Er wordt gebruik gemaakt van endorsements. Deze functionaliteit kan vervolgens uitgebreid worden naar studenten, bijvoorbeeld.
- Be My Guest. Een profielpagina en zoekpagina. Met: ik heb dit in de aanbieding, ik ben op zoek naar… Daarna kun je lesbezoek organiseren en filmfragmenten bespreken. Daarna kun je positieve oordelen geven in profiel. Je hebt ook de mogelijkheid om ‘contact op nemen’ uit te zetten.
Eén van deze ideeën zal men concreet uitwerken.
Wat hierbij opvalt, is dat deze ideeën inspelen op factoren die de intrinsieke motivatie van docenten om te leren aan wakkeren. Kernbegrippen daarbij zijn namelijk:
- Autonomie
- Meesterschap
- Leerinhouden moeten uitdagend zijn, maar niet onbereikbaar
- Doelgerichtheid (purpose)
- Sociale verbondenheid
- Het gebruiken van betekenisvolle en actiegerichte feedback
- Geven van zicht op de voortgang
Zie bijvoorbeeld E-learning en intrinsieke motivatie
Onderstaande video illustreert het effect van motivatie. Kunnen we dit effect ook bij docenten bereiken?
Zie ook: Caine’s Arcade (absolute kijkerstip!)
Een leuke, enthousiasmerende en intensieve aanpak, zo’n dag.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie