Reflectie op de vijfentwintigste editie van de OEB #OEB19

Het waren weer twee intensieve, leuke en interessante dagen. Ik heb het uiteraard over de OEB19: het meest omvangrijke internationale congres met beurs op het gebied van technology enhanced learning dat deze week in Berlijn plaatsvond. De afgelopen dagen heb ik veel aantekeningen en indrukken gedeeld. In deze bijdrage wil ik meer algemeen beschouwend terug kijken op deze indrukwekkende bijeenkomst.

Meer dan 2500 deelnemers uit ongeveer 70 landen kwamen in het Intercontinental Hotel vlakbij de Gedächtniskirche samen. Afkomstig uit het bedrijfsleven, onderwijs, zorg, overheid en andere sectoren. Docenten, trainers, stafmedewerkers, adviseurs en leidinggevenden konden kiezen uit een groot aantal sessies in verschillende formats. Verder kon je een beurs bezoeken met tientallen stands van leveranciers die tal van leertechnologieën en services aan de mens proberen te brengen. Deze diversiteit maakt de OEB alleen al heel bijzonder. Je ontmoet veel mensen. Bovendien word je tijdens de OEB ook met regelmaat op het spoor gezet van personen en organisaties die kunt gaan volgen. Een nadeel van deze omvang is ook dat je deelnemers die je kent, niet tegenkomt of slechts heel kort te spreken krijgt.

En zoals ik donderdagavond 28 november al twitterde:

You can tweet or blog about the content of a conference like #OEB19. However, it is impossible to describe the atmosphere and the conversations. Reading about and watching video’s are no real substitutes for being present.

Jargon en mythes

Wat ook opvalt, is het bijzondere jargon dat wordt gebezigd. Pieter de Vries wijst hier op e-learning.nl terecht op als hij aandacht besteed aan de pre-conference workshops. Verder is het ook een vakgebied waarin hardnekkige mythes de ronde doen. ‘Inspelen op leerstijlen’ wordt door sprekers regelmatig belangrijk gevonden. En de ‘leerpiramide’ van Dale heb ik drie keer voorbij zien komen. Tegelijkertijd werd in sessies ook aandacht besteed aan deze mythes. Ik heb deze sessies trouwens niet bijgewoond.

Meer kritische benadering van technologie

Je komt tijdens de OEB veel mensen tegen die veel potentie zien in de mogelijkheden van leertechnologie om leren, opleiden en onderwijs te versterken, te vernieuwen of zelfs te transformeren. Leertechnologie zou leren, opleiden en onderwijs kwalitatief kunnen verbeteren, meer flexibel maken of efficiënter. Uiteraard gaat het hierbij om vertegenwoordigers van de vele ‘ed-tech’ bedrijven die er zijn, maar ook om enthousiaste gebruikers. Tegelijkertijd zag je nu -volgens mij meer dan anders- sprekers die nadrukkelijk aandacht vroegen voor ethische aspecten van bijvoorbeeld artificiële intelligentie (AI), of die zelfs wezen op de ideologie die bestaat uit de giftige cocktail van digitalisering, marktwerking en ‘dataficatie’. Deze ideologie kan leiden tot ‘platformisering’ van het onderwijs. Dat betekent dat het onderwijs steeds minder een publiek goed wordt, maar overgelaten wordt aan de ‘Netflixen’ of ‘Ubers’ van het onderwijs. Deze platforms maken dan gebruik van grote hoeveelheden data om lerenden te ‘profilen’ en leerpaden ‘op maat’ aan te bieden die er vooral op gericht zijn lerenden uitsluitend te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Inclusief de ’21st Century Skills, waarvan men vandaag de dag vaak vergeet dat deze term oorspronkelijk uit de koker komt van een consortium van grote IT-bedrijven.
Het online aanbod is dan goedkoop, maar weerspiegelt ook een beperkte opvatting van de rol van het onderwijs.
Tijdens de twee openingssessies, die ik heb bijgewoond, uitten Audrey Watters en Laura Czerniewicz scherpe kritiek op deze ontwikkeling.
Tegelijkertijd kreeg Wei Cui, mede-oprichter van Squirrel AI Learning, tijdens de opening ruimte om hun visie en de praktiseren daarvan uitgebreid toe te lichten. Zij springen in China juist in het gat dat ontstaat door verwaarlozing van het onderwijs als publiek goed. Ouders met geld laten hun kinderen via Squirrel bijles geven zodat de kinderen zich staande kunnen houden binnen het competitieve Chinese onderwijssysteem. Opvallend is ook: de OEB wordt mede mogelijk gemaakt door sponsoring van ‘ed-tech’-bedrijven (die je uiteraard ook niet allemaal over één kam kunt scheren).
Nota bene: Bart Karsten van het Rathenau Instituut heeft recent gewezen op sociale risico’s van het adaptieve leren dat Squirrel AI Learning mogelijk wil maken:

  • De ontwikkeling ervan vraagt om forse investeringen.
  • De ontwikkeling versterkt de “grote nadruk op leren als een individueel en rationeel proces”.
  • Er is sprake van de-humanizering van het leren (ik vind dit laatste te sterk geformuleerd omdat docenten en andere lerenden niet echt uit het proces verdwijnen).

Steeds krachtiger wordende leertechnologie

Ik houd me als sinds eind 1995 bezig met technology enhanced learning. Ik kan me nog herinneren dat we enthousiast werden toen je dankzij het ondersteunen van ‘frames’ binnen de browser Netscape leerinhouden beter kon structureren. Nu hebben we de beschikking over tal van technologieën die het mogelijk maken effectieve leeractiviteiten uit te voeren. Tijdens de OEB zie je bijvoorbeeld veel online video, interactieve video, toepassingen van AI en robotisering (robots die lerenden kunnen motiveren of interessante toepassingen waarin virtual reality wordt gebruikt voor gedragstrainingen en waarbij lerenden in de huid van een ander kunnen kruipen. Een interessante indeling is dan het ‘digital reality ecosysteem’ waarin toepassingen zoals 360 graden video, Augmented Reality en VR een plek hebben. Je ziet daarbij ook dat verschillende online leeractiviteiten elkaar kunnen versterken. Zo kan oefenen in een VR-omgeving voorafgegaan worden door een online cursus.
Hoogleraar Shirley Alexander focuste zich daarbij sterk op het verbeteren van de efficiëntie van het onderwijs. Leertechnologie zou het onderwijs goedkoper moeten helpen maken. Zij liet een aantal op zich interessante toepassingen zien (automatische feedback en notificaties met feedback). Deze toepassingen hebben met name de potentie om het werk van docenten makkelijker te maken. Of daardoor het onderwijs goedkoper wordt, is maar de vraag. Tenzij je denkt dat je dankzij deze technologie minder docenten nodig hebt. Ik waag dat echter te betwijfelen.
Tenslotte staan we ook aan de vooravond van de inzet van blockchain-technologie in het onderwijs. Met name voor het kunnen verifiëren van (micro-)certificaten, die zijn afgegeven op basis van formeel leren en informeel leren. Waarbij de lerende bepaalt wie er toegang krijgt tot diens certificaten. Ondanks dat blockchain al meer dan tien jaar bestaat, is er nog een lange weg gegaan voordat deze technologie ook voor leren, opleiden en onderwijs breed toegepast zal worden.

De ontwikkeling van de markt van leersystemen

Ik heb een interessante sessie bijgewoond over de ontwikkeling van de markt van leersystemen zoals het LMS of het LXP. De spreekster benadrukte dat deze systemen sterk in ontwikkeling zijn en dat een LMS van vroeger er vandaag heel anders uit ‘ziet’ (en andere functionaliteiten bevat). Zij benadrukte ook het belang om goed na te denken over je requirements. Deze moeten bij jouw organisatie passen. Dat betekent dat de ene organisatie baat heeft bij een veelomvattend maar ook duur systeem, terwijl een andere organisatie prima uit de voeten kan met een meer eenvoudig en goedkoop systeem. De wijze waarop zij leersystemen vervolgens in een raster of kader plaatste, was ook de moeite waard. Opvallend was wel dat zij nauwelijks aandacht besteedde aan de digitale leeromgeving als een samenhangend geheel van applicaties die op verschillende manieren met elkaar geïntegreerd zijn (waar SURF bijvoorbeeld sterk in gelooft).

Hoe kunnen we lerenden voorbereiden op veranderingen op de arbeidsmarkt

Verschillende trends, zoals digitalisering, zullen van invloed zijn op de wijze waarop de arbeidsmarkt zich ontwikkeld. Dit is een belangrijk thema tijdens de OEB, al wordt -zoals gezegd- ook benadrukt dat het onderwijs andere functies heeft.
We kunnen ook niet voorspellen hoe en in welk tempo deze ontwikkeling zich voort zal zetten. Iyad Rahwan koos in elk geval een interessante benadering. Hij en zijn collega’s brengen met behulp van veel data vooral competenties in kaart, en kijken over welke competenties je binnen nieuwe functies moet beschikken. Rahwan voert zelfs analyses uit waaruit blijkt dat sommige steden risico lopen omdat belangrijke competenties daar zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Ik vraag me hierbij wel af of je deze competenties zo los van de context kunt analyseren. Is samenwerken voor een accountant hetzelfde als samenwerken voor een projectmanager? Denken Rahwan en zijn collega’s niet te lineair over competentieontwikkeling?
Wat me verder opviel was de correlatie tussen cognitieve en sociale bekwaamheden en inkomen, en het gegeven dat juist deze competenties niet geautomatiseerd kunnen worden. Rahwan benadrukte ook het belang van education voor het ontwikkelen van deze bekwaamheden. Dat is eens een ander geluid dan de kritiek die tijdens (eerdere edities van) de OEB op het onderwijs wordt geuit.

De worsteling met zelfgestuurd leren

Ik heb ook een sessie over zelfgestuurd leren bijgewoond. Daarin werden drie voorbeelden gepresenteerd, waarvan ik me afvroeg of ze wel de kenmerken vertoonden van zelfgestuurd leren. De organisatie stuurt namelijk nog steeds sterk op wat er geleerd wordt. Zo promootte een spreker zelfgestuurd leren, maar gebruikte hij ook automatische notificaties om lerenden te attenderen op modules waarvan de organisatie het belangrijk vindt dat medewerkers deze volgen. Bovendien kreeg ik bij een enkel voorbeeld de indruk dat vooral leereenheden beschikbaar werden gesteld waaruit lerenden dan maar zelf moesten kiezen (rekening houdend van een raamwerk met thema’s die de organisatie belangrijk vindt).
Op zich is dat niet erg, en kan ik me er ook van alles bij voorstellen als organisaties er niet voor kiezen om volledig zelfgestuurd leren in te zetten. Deze manier van leren is bovendien niet effectief als lerenden a) over nauwelijks kennis rond het onderwerp beschikken en b) als zij niet weten hoe zij hun leren kunnen sturen. Over dat laatste wordt volgens mij -ook door de sprekers van deze sessie- te gemakkelijk gedacht. Noem iets in elk geval geen zelfgestuurd leren, als het dat niet is.

Blended learning als ‘hot topic’

De zaal van de sessie over blended learning, die ik mocht voorzitten, zat bomvol. De presentatoren presenteerden hun ervaringen met blended learning. Ik wil hier nogmaals mijn conclusies herhalen:

  • Zorgvuldige aandacht voor een doordacht didactisch concept werkt.
  • Het ontwikkelen kost veel tijd. Denk er niet te makkelijk over. Blended learning vraagt om een investering, die zich vervolgens terugverdient. Bij het Deense initiatief bijvoorbeeld na drie ‘runs’ van het programma.
  • Investeer in professionalisering van docenten. En kies daarvoor ook blended learning, op een actieve manier.

Een verwarrend OEB Debat

Ik ben zelf fan van het OEB Debat als afsluiting van de eerste dag van de OEB. Maar nu was ik in verwarring:

  • Ik kon verschillende argumenten niet relateren aan de stelling: ‘This House Believes That an Obsession with Economics Is Harming Education and Undermining the Skills We Need for the Future’.
  • Ik had het idee dat de voor- en tegenstanders onderling van perspectief en mening verschilden. Paul Kirschner en Edith Hooge waren het volgens mij meer met elkaar eens, dan oneens. Terwijl zij een verschillende positie innamen.
  • Volgens mij spraken beiden ook over verschillende onderwijssoorten (Paul: basis- en algemeen voortgezet onderwijs, Edith over beroepsonderwijs en universitair onderwijs).
  • Ik heb me van stemming onthouden omdat ik het meeste eens was met Edith Hooge (tegen) en Paul Kirschner (voor).

Verwachtingen vooraf

Voorafgaand aan de OEB had ik enkele verwachtingen geformuleerd. Zijn deze uitgekomen?

  • Veel aandacht voor onder meer AI en leren, blockchain en leren, design thinking en Learning Experience Platforms (die ik verleden jaar tijdens de OEB heb gemist). Verder hoop ik ook de nodige kritische geluiden te horen ten aanzien van ontwikkelingen zoals “digital surveillance” (vanuit ethisch perspectief): is uitgekomen, hoewel ik op de beurs meer voorbeelden van LXP’s had verwacht. Workshops over ervaringen met LXP’s heb ik ook niet kunnen ontdekken.
  • Ik verwacht nieuwe professionals op het gebied van technology enhanced learning te ontmoeten, en ook oude bekenden tegen te komen: is uitgekomen. Al heb ik ook veel bekenden, die er waren, niet gezien of maar heel kort.
  • Kruisen Audrey Watters en Wei Cui de degens of sparen zij elkaar?: Watters was zeer kritisch over bedrijven die AI toepassen. Maar ze speelde niet op de persoon. Cui ging zeker niet tegen Watters in.
  • De sessie Powering Up the Effectiveness of Blended Learning voorzitten: is gebeurd.
  • Ik kijk zoals altijd uit naar het Online Educa Debat: zie hierboven.
  • Op vrijdagochtend kun je naar een sessie gericht op onderwijs of gericht op L&D. Beiden lijken me erg de moeite waard: ik ben naar de sessie over onderwijs gegaan.
  • Ik wil in elk geval de beurs uitgebreider bezoeken. Wat valt me dit keer op? Hier heb ik apart over geschreven.
  • Maar kom ik ook een voor het Nederlandse taalgebied relevante AI-applicatie tegen die in staat is essays en open vragen (semi-)automatisch te beoordelen? Die toepassing heb ik niet gezien (wel naar gezocht).

Bekijk ook de foto-impressie van dit jaar.

Volgend jaar is de OEB van 2-4 december 2020 in Berlijn. Deze editie staat alweer in mijn agenda.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *