De afgelopen dagen heb ik intensief verslag gedaan van de keynotes, sessies en debat van editie 2011 van de Online Educa Berlijn. Deze blog post bevat een algemene reflectie. Wat is mij opgevallen? Zijn er nieuwe trends en ontwikkelingen? Daarbij wil ik ook een vergelijking maken met mijn laatste bezoek, in 2009. Bekijk ook de foto onder aan deze lange post.
Inhoud
- De Arabische wereld profileert zich sterk op het gebied van e-learning. Zij ontwikkelen daarvoor ook eigen technologie.
- Het congres richt zich steeds meer op het onderwijs. Het aantal sessies dat gericht was op e-learning binnen bedrijven, was in de minderheid. In mijn beleving was dat negen jaar geleden (toen ik hier voor het eerst kwam) anders.
- De Online Educa Berlijn blijft een prima plek om te netwerken. Met name ook tussen de sessies door, en 's avonds in restaurants. Helaas heb ik niet elke bekende, waarvan ik wist dat h/zij er was, ontmoet.
- De kwaliteit van de sessies is wisselend. Ik heb nooit de behoefte om sprekers te bekritiseren. Maar sommige bijdragen waren tenenkrommend. Inhoudelijk en wat betreft presentatievorm. Toch haal ik uit elke sessie wel wat. Ik blijf het geheel inspirerend vinden.
- Ik heb geen nieuwe trends en ontwikkelingen gesignaleerd. Daarvoor volg ik ontwikkelingen op het gebied van e-learning waarschijnlijk te nauwgezet. Wel word je geattendeerd op nieuwe initiatieven (zoals het nieuwe programma van de Europese Commissie) of publicaties. Verder was het m.i. voor het eerst tijdens een Online Educa dat aandacht werd besteed aan Learning Analytics (in 2009 heb ik daar niets van gezien).
- Net als in 2009 werden dikwijls warme pleidooien gehouden voor innovatie van het onderwijs, en versnelling van innovatie. Verandering is de enige constante. Vraag je daarbij af waarom je zaken anders wilt doen. "Wonder, imagination and curiosity" zijn essentieel voor leren. Lerenden vragen leren stellen, is belangrijker dan antwoorden geven.
Een dergelijke conferentie is schijnbaar een geschikt podium voor het brengen van deze boodschap. De kracht zit ook vaak in de herhaling. - Veel bijdragen zijn gebaseerd op opinies en persoonlijke ervaringen. Ik mis onderzoek naar de effecten van e-learning op beoogde leerresultaten, performance of bedrijfsresultaten. Onderzoek, waar tijdens presentaties aandacht aan werd besteed, was kleinschalig van aard of had betrekking op de mate van gebruik van ICT.
- Technologie is noodzakelijk om te toenemende behoefte aan onderwijs te bevredigen, terwijl we over onvoldoende docenten beschikken. Zelfgeorganiseerd leren à la Mitra is dan een serieuze optie.
- We mogen ons niet te afhankelijk maken van Google en Wikipedia als transactive geheugen. Het zijn geen neutrale en objectieve media.
- Sociale media zijn 'high touch'. Hun affordances maken verbinden, dialoog en reflectie mogelijk. Er zijn inmiddels diverse positieve ervaringen opgedaan met sociale media voor leren. Al ontbreekt onderzoek hiernaar veelal.
- Mobiele technologie wordt ook op zeer verschillende manieren toegepast. De diversiteit aan toepassingen neemt toe. Mobiele technologie wordt ook vaker ingezet in combinatie met storytelling, locatie-gebaseerd leren en gameprincipes.
- Technologie doet er nog steeds toe. In discussies (bijvoorbeeld over elektronische leeromgevingen) wordt vaak geroepen dat veel tools uitwisselbaar zijn. Dat is lang niet altijd het geval. De affordances van technologieën, en hun functionaliteiten, beïnvloeden vaak het succes van het gebruik. Hoe eenvoudiger de technologie, en de user interface, des te groter de acceptatie.
- Een flink aantal organisaties heeft een duidelijke business case voor e-learning. Schaalgrootte en een diversiteit aan locaties maken e-learning tot een efficiënte manier van leren. Onderwijsinstellingen zien vooral mogelijkheden in flexibilisering van het aanbod. Daardoor zou je beter tegemoet kunnen komen aan de diversiteit aan leerbehoeften. Het is de vraag of dat leidt tot een grotere efficiëncy. En ook af dat persé moet.
- De vraag naar de uitdagingen van de 21ste eeuw voor universiteiten is tijdens de betreffende sessie eenzijdig technologisch benaderd. Dat is jammer. Universiteiten zouden immers niet alleen moeten kijken naar de impact van technologische ontwikkelingen. De gevolgen van de kennissamenleving en discussies over privatisering van het hoger onderwijs in relatie tot de maatschappelijke opdracht, zijn net zo belangrijk.
- Voorstanders van ICT in het onderwijs maken zich ook zorgen over de gevolgen van de potentieel negatieve impact van technologie op onze persoonlijke vrijheid. Zelfs mensen die zeggen zich geen zorgen te maken, maken zich zorgen. Een dergelijke kritische houding is alleen maar gezond. Waar het wel om gaat, is: hoe maken we risico's hanteerbaar?
- Learning design combineert een systemathische aanpak met creativiteit. Een systemathische aanpak is een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van structuur. Zolang er geen sprake is van overstructurering, hoeft dit creativiteit niet in de weg te staan. Learning design moet starten met het afbakenen van te realiseren leerresultaten.
- In Leicester heeft men een interessante aanpak voor learning design ontwikkeld, waarbij gebruik wordt gemaakt van open educational resources.
- Als mensen elders ontwikkelde open courseware bestuderen dan kun jij als onderwijsinstelling je vooral focussen op het beoordelen van het geleerde. Daar bestaan verschillende methoden voor. Open educational resources lijken vooral geschikt voor zelfgeorganiseerd en non-formeel leren.
- Onderwijsinstellingen ontwikkelen vaak open educational resources uit marketingoverwegingen. Worden OER daarom relatief weinig hergebruikt? Is het dan geen idee om marketingmiddelen in te zetten voor de ontwikkeling van OER?
- We moeten assessment weer zijn oorspronkelijke betekenis terug geven. Oorspronkelijk heeft assessment 'begeleiding' als betekenis. Technologie kan hier aan bijdragen.
- Waar moet je rekening mee houden als tools voor netwerken met succes wil inzetten? Met technologische affordances, met online groepsdynamica èn met inbedding van de communicatieprocessen binnen je dagelijkse routine.
Organisatie en faciliteiten
- De organisatie probeert wel -net als in 2009- te experimenteren met alternatieve werkvormen, maar toch blijft de Online Educa een traditioneel congres. Zouden we met z'n 2000-en naar Berlijn gaan als presentaties vooraf online te bekijken zouden zijn, en de sessies gebruikt zouden worden voor dialoog? De 'flipped conference'? Als ik zie hoeveel mensen de zaal verlaten als discussies starten…
- Ik had alleen mijn iPad bij me. Blog posts heb ik geschreven met de Typepad app die aanvankelijk voor de iPhone is gemaakt. Deze app maakt het niet mogelijk om verwijzingen naar internetbronnen toe te voegen aan tekst, of tekst op te maken. Andere apps crashen vaak of werken traag (zoals Evernote) sinds iOS5 op mijn iPad is geïnstalleerd.
- Ik heb veel minder getwitterd dan in 2009. Omdat ik probeer sessies live te verslaan. Dat bevalt me prima, ook al moet je daarna een moment nemen om te reflecteren.
- De wijze waarop ik inhouden van sessies verwerk is in de loop van de jaren drastisch veranderd. Tijdens de eerste Online Educa maakte ik aantekeningen op papier, die ik vervolgens verwerkte tot één afsluitende blog post. Daarna ben ik meerdere blog posts gaan schrijven, op basis van aantekeningen op papier. Vervolgens ben ik met een laptop aantekeningen gaan maken, die ik uitschreef tot blog posts. Daarna heb ik veel getwitterd en de tweets uitgeschreven. En nu doe ik aan live bloggen.
- De internetverbinding in het congreshotel was in orde, behalve tijdens de plenaire sessies. Het aantal accesspoints in de grote zaal kan vermoedelijk het aantal deelnemers niet aan. Een hardnekkig probleem, want dat is al jaren aan de hand.
- In 2003 werd volop gebruik gemaakt van het internetcafé. Nu stonden de laptops er vaak werkloos bij. Deelnemers doen massaal aan 'bring your own device'.
- Ik had gratis wifi in het hotel. Dat is tijdens zo'n congres toch wel erg handig. De loginnaam en vooral het wachtwoord van dag twee wil ik jullie niet onthouden:
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Mooi verslag Wilfred, je snijdt een paar belangrijke zaken aan. Leuk, die komische noot op het eind. En ik heb één vraag: wat zijn affordances?
@Paul de Maat: Dank je. Ik heb vaker over affordances geschreven, en er naar verwezen. Daarom had ik er nu niet meer naar verwezen. Maar zie: http://wilfredrubens.typepad.com/wilfred_rubens_weblog/2006/12/affordances_en_.html