Reflectie cursus Blended Learning Essentials #Flble1

De afgelopen weken heb ik deelgenomen de FutureLearn-cursus over blended learning essentials. In deze blogpost blik ik hier op terug. Ondanks dat het een basiscursus betrof, vond ik het toch een leerzame ervaring. Met name vanwege de opzet en doordat ik geconfronteerd wordt met een risico van zelfgestuurd online leren.

MOOC blended learning essentialsToen ik de aankondiging van de cursus zag, wilde ik hier eerst niet aan deelnemen. Het betrof namelijk een basiscursus waarvan ik niet verwachte er veel van te zullen leren. Ik ben echter betrokken bij een project rond curriculumontwikkeling en ICT van Avans Hogescholen. Een aantal medewerkers ging zich inschrijven voor deze cursus. Vandaar dat ik ook maar mee heb gedaan.

Ik was wel benieuwd naar de opzet. Verder hielp het dat Diane Laurillard (Universiteit Leeds) één van de docenten was. Ook had ik nog nooit deelgenomen aan een MOOC van FutureLearn, en was ik benieuwd naar het platform.

Het leren zelf

Ik had me voorgenomen om zeker niet uit te vallen. Ik had niet echt momenten in mijn agenda gereserveerd voor leren, maar was wel van plan om aan het eind van elke week de leeractiviteiten uitgevoerd te hebben. Dat betekende dat ik veel op zaterdag en zondag heb geleerd (soms op vrijdag).

Ondanks dat de studiebelasting maar enkele uren per week besloeg, vond ik het toch behoorlijk belastend. Maar dat heeft vooral met mijn eigen agenda te maken. Ik realiseer me echter dat dit voor veel ‘leven lang lerenden’ geldt.

Het valt me ook op dat ik me mede hierdoor vaak opgejaagd voelde, en niet het geduld had om veel bijdragen van anderen uitgebreid te bestuderen. In totaal heb ik 19 discussiebijdragen geplaatst. Verder heb ik vooral in het begin sommige zelftoetsen te snel gemaakt, waardoor ik vragen onzorgvuldig heb gelezen en daardoor fout heb beantwoord. Zelfs zo’n basiscursus kun je m.i. niet ‘even voor het sporten’ volgen. Je moet je er echt op focussen. Dat is m.i. één van de risico’s van zelfgestuurd online leren. Je wordt niet aangesproken op weinig effectief studiegedrag. Je moet dat zelf reguleren. En dat is best een uitdaging.

Ik heb alle activiteiten als ‘gedaan’ gemarkeerd, hoewel ik mijn eigen keuzes heb gemaakt in welke activiteiten ik daadwerkelijk heb gedaan. Ik heb bijvoorbeeld geen reflectielog bijgehouden, maar wel aantekeningen gemaakt die ik in deze bijdrage verwerk. Soms heb verwerkingsopdrachten niet gemaakt omdat ze voor mij onvoldoende leerzaam waren (bijvoorbeeld in week 1). Ik zou feedback ontvangen op sommige gemaakte opdrachten. Dat is nog niet gebeurd.

Verder heb ik niet deel kunnen nemen aan twee Q&A-sessies omdat ik al andere verplichtingen had (werkafspraak, CvI-conferentie). Wellicht dat ik de opnames nog ga bekijken. Ik heb ook relatief weinig deelgenomen aan discussies. Dat heeft met de opzet te maken.

Ik ben tenslotte van plan om tegen betaling een certificaat aan te vragen. Als blijk van waardering van mijn inspanningen.

De opzet

De ontwikkelaars hebben goed nagedacht over de opzet van de cursus. Ik had eerlijk gezegd niet anders verwacht. De cursus had een heldere structuur, en een duidelijke introductie. De inhoud was onderverdeeld in vijf weken. Elke week begon met een inleiding en eindigde met een samenvatting, een reflectie en een vooruitblik naar de volgende week.

Verder kon je video’s bekijken, oefeningen maken (bijvoorbeeld over de beschrijving van een leertheorie of over hoe je bepaalde leertheorieën kunt toepassen), zelftoetsen maken, of aan discussie-opdrachten meedoen. Tijdens één week werkte je ook aan een herontwerp dat je kon inleveren en laten peer reviewen. Soms zag je wel dat deelnemers zeer summier reageren op opdrachten. ‘Afraffelen’ komt dus meer voor, en daar wordt ook niet op gestuurd. De peer review die ik ontving had bijvoorbeeld helemaal niets om het lijf. De review volstond met de opmerking: “prima gedaan”. Hij had de vragen die gebruikt moesten worden bij de peer review beantwoordt met kopieën van mijn uitwerking.

De cursus kende ook twee online live sessies via Google Hangout. De eerste sessie ging na enkele minuten gruwelijk de mist in. Dat kan gebeuren. Maar het viel me wel op dat de docenten slecht waren voorbereid. Er moest nog een headset worden gehaald, en bij de start waren de camera’s niet goed afgesteld. Deze sessie is herhaald, maar toen was ik niet in staat om deel te nemen. Hetzelfde gold voor de tweede sessie.

De laatste week eindigde met een evaluatie en een eindtoets (die ik morgen zal maken).
Al met al hanteerden de ontwikkelaars een activerende didactiek. Zelf gaven ze aan dat deze cursus gebaseerd is op sociaal-constructivistische principes waarbij samenwerkend leren en het samen ontwikkelen van kennis belangrijk zijn. Ik vraag me dat af omdat -zoals ik eerder heb betoogd– er een verschil is tussen samenwerkend leren en leren via interactie.

Als iemand op je reageerde, ontving je een notificatie. Daarnaast kreeg je elke week een standaardmail van de docenten. Eerlijk gezegd had ik verwacht dat we wat vaker door de docenten’bij de les’ gezouden worden via mail of andere communicatie.

Per onderwerp hanteerden de docenten één discussieforum. Er werd dus geen gebruik gemaakt van subgroepen. Aangezien er zo’n 13 duizend inschrijvingen waren, leverde dat wekelijks vele bijdragen op (opdracht 1.1. telt 236 commentaren). Je kunt deze bijdragen filteren op ‘Iedereen’ (dus niet), ‘Following’ (je kunt bepaalde mensen volgen), ‘Most liked’ (met als risico ‘self-fulfilling prophecy’) of ‘Your comments’. Als je je focust op ‘Following’ dan loop je het risico dat je vooral aan het interacteren bent met mensen die je al kent.

Mijn ervaring is dat subgroepen beter werken, al is dat ook afhankelijk van de omvang en samenstelling van een subgroep. Bovendien zijn subgroepen vaak lastig automatisch samen te stellen. Ook is het de vraag of MOOC-platforms subgroepen wel faciliteren.

Ik heb verder wel genoten van de video’s. Deze waren kort (ongeveer 6 minuten) en bestonden uit een goede opbouw: introductie, instructie, illustraties aan de hand van cases en een afsluiting met belangrijkste conclusies. De ontwikkelaars hebben vermoedelijk zeer veel tijd en energie besteed aan deze video’s. Ook omdat de cases op diverse locaties zijn gefilmd. Ik vraag me wel af of dergelijke fraai gemaakte video’s veel leerzamer zijn dan meer eenvoudig gemaakte video’s (in een studio of via een screencast).

De inhoud

Zoals gezegd betrof dit een basiscursus. Er werd ingegaan op wat blended learning is, welke leertechnologieën je zoal kunt toepassen (zoals elektronische leeromgevingen), wat open educational resources zijn (en waar je deze kunt vinden) en wat Creative Commons is. Verder heeft men een variant bedacht op het ADDIE-model (voor het ontwerpen van blended learning), en hebben we dit deels ook toegepast. In de laatste week is onder meer aandacht besteed aan de toegankelijkheid van onderwijs die bevorderd kan worden met blended learning. Het gebruik van ICT voor leren heeft volgens de samenstellers de meeste impact op lerenden met leerproblemen of op lerenden die moeite hebben deel te nemen aan het onderwijs (zoals alleenstaande ouders).

Ik heb voor mijzelf een beperkt aantal leerpunten uit deze cursus gehaald:

  • Bij blended learning moet ICT waarde toevoegen voor lerende en docent.
  • Volgens Laurillard heeft blended learning voordelen: flexibiliteit, actief leren, personalisatie, meer controle van de lerende over zijn leren, en feedback.
  • Digital technologies can be used in class, or beyond the classroom, to enhance learning by offering specific types of benefit that are more difficult with traditional methods.
  • Ik pleit wel vaker voor het gebruik van audio feedback omdat dit vaak sneller gaat voor een docent. Volgens Dianne Laurillard kun je echter ook vriendelijker klinken dan vaak op papier overkomt. Studenten beluisteren volgens haar gesproken feedback zorgvuldiger dan dat zij schriftelijke feedback lezen.
  • Ik kende Tricider wel. Maar had er nog nooit mee gewerkt. Ik ben van plan deze tool vaker te gebruiken voor peer feedback.
  • Ik had nog nooit van de applicatie Clayframes gehoord, waarmee je lerenden animaties mee kunt laten maken.
  • We moeten er voor waken dat flexibiliteit niet impliceert: elasticiteit in tijd. En dat blended learning dus leidt tot een grotere wwerklast voor docenten. Dit gaat dan ten koste van de acceptatie:
    The effects on teacher workload are typically ignored in education strategy and policy documents in the false assumption that going online is cheaper.

Ik heb ook kritiek op de inhoud. Ik vind dat bepaalde terminologie onzorgvuldig werd gebruikt. Zoals de term ‘open tools’. Verder vond ik de docenten wel erg kritiekloos ten opzichte van leertechnologie. Ik heb bijvoorbeeld dit commentaar geplaatst bij een opdracht:

Does technology really engages students? How about the novelty effect? Is Google Classroom realy free? Because when a product is free, than you are the product? And should all learning technologies be used on every device, of do devices like smartphones have limitations from the perspective of learning?
Learning technology is no holy grail.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *