Rapport Centres for Teaching and Learning

Centres for Teaching and Learning (CTL) worden opgezet ter verbetering en doorontwikkeling van doceren en leren. Deze CTL’s zijn al enkele jaren in opkomst, ook in Nederland (en bijvoorbeeld ook binnen het MBO). De League of European Research Universities (LERU) onderzocht de opkomst en kansen van CTL’s. Hun rapport “Centres for Teaching and Learning at LERU Universities in an Age of Digital Education” (pdf) beschrijft hoe de rol van CTL’s verandert door digitale onderwijs.

Hybride model CTL
Bron: Centres for Teaching and
Learning at LERU Universities
in an age of digital education

Het rapport presenteert de bevindingen van een onderzoek onder zeventien Europese universiteiten binnen het LERU-netwerk naar institutionele ondersteuningsinitiatieven voor doceren en leren vanuit een digitaal perspectief.

Deze centra, opgericht om medewerkers te helpen bij het verbeteren van onderwijs en professionele ontwikkeling, hebben zich ontwikkeld van eenvoudige ondersteuningsinitiatieven tot complexe ecosystemen met verschillende structuren, eenheden en netwerken. De positie, het werkterrein, de middelen en het personeel van CTL’s worden sterk beïnvloed door instellingsbeleid en -cultuur, schrijven de auteurs.

Zij onderscheiden in het rapport diverse functies van CTL’s, waaronder academische ontwikkeling, administratie en management, beleid en strategie, technologiebeheer, onderzoek, monitoring en evaluatie, ondersteuning van lerenden en diversiteit en inclusiviteit. De personeelssamenstelling is even divers, met administratief personeel, managers, ICT-experts, onderzoekers, bestuursleden en andere specialisten.

Op basis van de analyse onderscheiden de auteurs drie flexibele organisatiemodellen voor CTL’s:

Model A: Gecentraliseerd
In dit model zijn alle ondersteunende diensten voor onderwijs en leren gecentraliseerd en dekken ze een breed scala aan functies voor de hele instellingen. Organisatieonderdelen zoals faculteiten, schools of sectoren, ontwikkelen onderzoek met centrale ondersteuning maar bieden zelf geen diensten aan.

Voordelen:

  • Efficiënter gebruik van middelen (financieel, fysiek, digitaal, juridisch)
  • Consistentie in kwaliteit en studentervaring
  • Gelijke toegang tot ondersteuning, ongeacht grootte organisatieonderdeel
  • Betere afstemming op instellingsstrategie

Uitdagingen:

  • Behoefte aan gedeelde visie om coördinatieproblemen te voorkomen
  • Minder wendbaar bij veranderingen door grotere coördinatiebehoefte

Model B: Hybride
Dit model combineert een centraal CTL met onderwijsdiensten binnen organisatieonderdelen zoals faculteiten, schools of sectoren. De decentrale diensten werken samen met de centrale diensten en kunnen diensten aanbieden aan de hele instelling of alleen aan hun eigen organisatieonderdeel.

Voordelen:

  • Autonomie van organisatieonderdelen om in specifieke behoeften te voorzien
  • Diversiteit aan perspectieven door meer expertise in onderwijs

Uitdagingen:

  • Interferentie tussen centrale en decentrale diensten
  • Inefficiëntie door parallelle structuren
  • Beperkte middelen bij decentrale CTL’s

Model C: Gedecentraliseerd
In dit model zijn de diensten voor doceren en leren gedecentraliseerd. Er zijn wel centrale diensten, maar organisatieonderdelen zoals faculteiten, schools of sectoren, hebben hun eigen structuren met ondersteuning specifiek voor hun behoeften.

Voordelen:

  • Organisatieonderdelen hebben vrijheid om in eigen behoeften te voorzien
  • Flexibiliteit om snel aan te passen bij veranderingen

Uitdagingen:

  • Gebrekkige samenwerking en informatie-uitwisseling tussen eenheden
  • Coördinatieproblemen tussen centrale diensten en decentrale diensten

De auteurs beschrijven in het rapport ook verschillende problemen en goede praktijken. De belangrijkste uitdagingen betroffen organisatorische aspecten, strategiekwesties en samenwerkingsproblemen. Oplossingen omvatten het opbouwen van formele netwerken die samenwerken, het betrekken van instellingsbestuurders bij CTL-activiteiten en het creëren van platforms voor kennisuitwisseling.

Het rapport besluit met tien aanbevelingen voor het ontwikkelen of herontwerpen van CTL’s:

  1. CTL’s als strategische partners
  2. Institutionele afstemming met onderwijsprioriteiten
  3. Wendbare organisaties die kunnen reageren op veranderingen
  4. Ondersteuning van veranderingsprocessen
  5. Bevordering van onderwijskwaliteit
  6. Multidisciplinaire teams
  7. Betrokkenheid van leidinggevenden
  8. Bevordering van innovatie en onderzoek
  9. Effectieve communicatie
  10. Ondersteuning van digitale geletterdheid voor de hele gemeenschap

Er bestaat volgens de auteurs geen universele aanpak. Elke onderwijsinstelling zou een eigen aanpak moet definiëren, rekening houdend met de eigen context en cultuur.

Mijn opmerkingen

Deze samenvatting biedt hooguit een eerste indruk van het rapport. Neem zeker ook kennis van het rapport zelf (of onderdelen ervan). Het onderzoek is uitsluitend uitgevoerd bij universiteiten. De bevindingen zijn m.i. echter informatief en relevant voor andere onderwijsinstellingen zoals hogescholen en mbo-instellingen. Zij hebben immers ook vaak een CTL, of zijn bezig deze in te richten. Het valt mijn wel op dat de discussie ‘wat doe je centraal en wat decentraal’ op dit terrein van alle tijden is.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *