Professionalisering van het onderwijs noodzakelijk voor onderwijsinnovatie #celstec

Docenten investeren veel in professionalisering van anderen, maar komen vaak onvoldoende toe aan de eigen ontwikkeling. Dat is echter noodzakelijk om vorm te geven aan complexe onderwijsinnovaties. Aldus Marcel van der Klink, die vandaag bij Hogeschool Zuyd zijn lectorale rede hield over professionalisering van het onderwijs.

Marcel van der Klink is een oud studiegenoot van me, en nu collega bij de Open Universiteit. Daarnaast is hij vandaag geïnstalleerd als lector Professionalisering van het onderwijs. Marcel’s lectoraat heeft het hoger beroepsonderwijs van de Hogeschool Zuyd zelf als onderwerp. Via Wordle had hij een samenvatting gemaakt van zijn lectorale leden. Zijn rede bestond uit vier onderdelen.

Ontwikkelingen binnen de hogeschool

Marcel stelde dat het terecht is dat de overheid kritisch naar het hoger beroepsonderwijs kijkt. Volgens hem moet de kwaliteit omhoog, net als het rendement. Het aanbod zou gedifferentieerder moeten zijn, zodat het hbo beter toegankelijk is voor werkenden.

De verwachtingen die aan het hbo worden gesteld, worden ook door de samenleving geformuleerd. Volgens Marcel zouden de prestaties van het hbo beter geventileerd mogen worden. Er bestaat vaak een eenzijdig beeld van het hbo. Daarnaast stelde hij dat ontgroening en vergrijzing van Zuid-Limburg ook als kans gezien kunnen worden (impuls voor vitalisering van de regio). De noodzaak van een leven lang leren biedt ook mogelijkheden voor een hogeschool, al is het de vraag of hogescholen daar voldoende voor zijn toegerust. Kunnen docenten bijvoorbeeld les geven aan volwassenen.

Het hbo heeft een sterke uitgangspositie, maar zal tegelijkertijd een innovatieagenda moeten opstellen.

Innovaties

Innovaties impliceren een duidelijke sprong voorwaarts. Innovaties zijn echter complex te realiseren. Ze mislukken ook vaak. Dat komt omdat innovaties diverse praktische en fundamentele vraagstukken impliceren, die integraal moeten worden aangepakt. Een onderwijsvernieuwing heeft bijvoorbeeld impact op docenten, studenten, faciliteiten en het curriculum.

Door de jaren heen zijn innovaties ook complexer geworden. Er is sprake van veel onduidelijkheden, bijvoorbeeld ten aanzien van het doel of de meerdere typen actoren die erbij betrokken zijn. De theorie van het sociaal kapitaal kan daarbij helpen. Die oude theorie zegt dat het belangrijk is dat je een netwerk hebt van mensen met een gezamenlijke ambitie. De kwaliteit van relaties tussen leden van een netwerk is ook belangrijk. En je hebt in dat netwerk een variatie aan kennis nodig. Deze theorie kan gebruikt worden als bril, om te beschrijven en te verklaren.

Een andere methode die kan helpen bij innovaties, is de doorbraakmethode. Die methode gaat er van uit dat mensen een collectieve ambitie ontwikkelen, waarbij een multidisciplinair team aan de slag gaat met het bedenken van een oplossing voor het probleem. Laat ook meerdere teams werken aan die oplossing, en onderzoek wat de voors en tegens zijn van een oplossing. Die professionals moeten ook de regie hebben bij het oplossen van problemen, en vooral veel leren. Innoveren is volgens Marcel namelijk leren.

Professsionele ontwikkeling

Als innoveren leren is, dan spreken we bij innovaties in het onderwijs vooral over leren van docenten. Marcel vraagt zich af of docenten wel een hechte beroepsgroep vormen. Zij hebben bijvoorbeeld weinig invloed op het landelijk onderwijsbeleid. Hij gaf ook aan dat docenten in het hbo vaak in de eerste plaats een ander beroep hebben, en dat zij op allerlei terreinen moeten leren.

Docenten in het hbo zijn zo hard bezig met het leren van anderen, dat zij weinig toekomen aan hun eigen professionele ontwikkeling. De wijze waarop docenten leren, is vooral via cursussen en opleidingen. Het masterniveau wordt daarbij als minimum gezien. Je zult echter ook moeten zorgen dat docenten het geleerde kunnen vertalen naar de werkpraktijk.

Een tweede manier waarop docenten leren is via participatie in netwerken. Netwerken zijn een goede manier om te leren. Sociale media maken dat mogelijk. Er is echter geen onderzoek bekend over de vraag of dit ook werkt voor hbo-docenten.

Een derde manier van leren, is door onderzoek te doen: hoe kan ik mijn eigen werk beter doen? Onderzoek naar je zelf, self-study, daar een voorbeeld van.

Marcel formuleerde in hoog tempo aandachtspunten voor professionalisering. Wij weten bijvoorbeeld niet precies wat docenten doen. Ook wordt er weinig rekening gehouden met de fasen in de loopbaan van docenten. Hij ging ook in op het vastgeroest zijn van docenten (Arrested Development). Daardoor vertonen docenten vaak vermijdingsgedrag. Aangezien docenten het belangrijkste kapitaal van een hbo-instelling vormen, moet je daar als hogeschool wel wat aan doen. Je moet nadenken over wat je als hogeschool wilt bieden aan docenten om hen aan het leren te krijgen. Leidinggevenden hebben een belangrijke taak in het stimuleren van leren. Joseph Kessels pleit in dit verband voor wederzijdse aantrekkelijkheid. Dat vereist ook zelfsturing van individu en beroepsgroep. Ook dat is een complex proces.

Het onderzoek van het lectoraat

In het lectoraat staat praktijkgericht onderzoek centraal. Drie thema’s daarbij zijn:

  • Welke intenties hebben docenten om te leren? Docenten hebben vaak de intentie om op een informele manier zich vakinhoudelijk te bekwamen. Op het gebied van didactiek willen docenten vaak leren via cursussen en opleidingen.
  • Teaching hotel. Onderzoek naar leerbedrijven. Via interviews wordt gekeken wat studenten daarvan leren.
  • Onderzoek naar de X-factor van opleidingen. Wat maakt een opleiding excellent?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Hallo Wilfred
    Een betere samenvatting had ik zelf niet kunnen schrijven!
    Groet Marcel

  2. Interessant verhaal, Marcel. Ik zocht op internet naar een downloadbare versie van je rede; ik kon bij de rede zelf nl. helaas niet aanwezig zijn; ik zie niet zo snel een downloadbare versie van je rede in de eerste serie hits. Ook ik heb ooit met Marcel gestudeerd, andragogiek in Nijmegen. Met name de combinatie van invalshoeken voor onderzoek naar innovatie en professionalisering vind ik interessant. Ik ben blij met Marcel zijn insteek om breder dan de klassieke professionalisering te kijken en de combinatie met innovatie te maken. Er zijn veel redenen die pleiten voor deze gecombineerde invalshoek. Een ervan bespreek ik hierna.

    Over de verhouding van innovatie en professionalisering ten opzichte van elkaar ben ik zelf ook aan het nadenken in het kader van mijn promotie over ‘De uitbreiding van het rollenportfolio van de HBO docent met onderzoeksrollen, naast onderwijsrollen, in de context van de hogeschool in transitie’. Opmerkelijk in de studie is dat de rol zowel nieuw is voor de organisatie als voor het individu zelf.
    Ik gebruik in mijn studie het woord roltransitie van Ashforth (2001) dat start met entree in de rol, vervolgt met evt. identificatie met die rol, en uiteindelijk leidt tot objectief en subjectief succes in de rol.
    Er zijn meerdere typen roltransitie, volgens Ashforth (deels hernoemd door ondergetekende):
    a) gaan vervullen van een nieuwe rol, ik noem dat de rol sprong transitie,
    b) een frequente en terugkerende switch tussen rollen, bv onderzoek en onderwijs; ik noem dat de rol switch transitie, en
    c) de rolinnovatie, de eisen aan de bestaande rol zijn verhoogd en het karakter van de rol is veranderd; de rol houder dient zijn gedrag aan te passen.

    Het probleem met het woord ‘professionalisering’ is dat het soms? vaak?, in de beleidspraktijk, in de wetenschap ook?, blijft bij verhogen van bekwaamheid, en dan nog vaak in termen van een opleidingskwalificatie of certificaat. In mijn ogen is dat niet genoeg als streefniveau. Het belang van oprekken van het streefniveau is ook te staven in de literatuur.
    Wat er aan de hand is met het streefniveau wil ik eerst uitleggen met een Belgen/Limburgersmop. Aangezien ik zelf uit Limburg kom (geboren in Sittard), durf ik dit wel te vertellen. De mop/het raadsel is, wat gebeurt er met het IQ in Nederland en België wanneer een Limburger naar België verhuist? Het antwoord is, dan stijgt het IQ in beide landen.
    Wel, en nu dan terug naar professionalisering en innovatie. In de begintijd van mijn PhD las ik veel artikelen die een professionaliseringstraject beschreven met als oogmerk een nieuwe rol te introduceren en implementeren bv casemanagement in de verpleging, of met als oogmerk het opleidingsniveau van VO-docenten te verhogen, via een master. Dit was dan bedoeldn voor roltinnovatie, verbetering van het lesgeven. Veel van die artikelen eindigden met de conclusie, het professionaliseringstraject slaagde maar de roltransitie niet, nl het met succes uitspelen van de nieuwe rol in de context lukte niet. De artsen bv erkenden de nieuwe rol van de verpleging niet; of de geslaagde VO -docent komt terug op school met zijn Master-scriptie onder de arm en men zegt, oh, snappen we die scriptie wel?, hebben we er wel wat aan?, oh ga nu deze en deze klas maar lesgeven. Een andere Master geslaagde docent krijgt beleidstaken erbij, naast het lesgeven,maar merkt al gauw dat kritisch denken zoals geleerd op de Master toch eigenlijk niet de bedoeling is om toe te passen in de eigen school. Het verborgen curriculum van de eigen school komt aan de oppervlakte. Met andere woorden, in analogie met de Belgenmop, hier is dan de nieuwste onderwijsmop van de week: wat gebeurt er met het IQ van de docent en van de organisatie wanneer een docent op opleiding/cursus is geweest en terugkeert op school? Het antwoord kan dus helaas zo uitpakken, het IQ van de docent is verhoogd maar het IQ van de organisatie niet.

    Op basis van interviews met docenten en door hen geschreven logboeken in kader van mijn PhD (data in analysefase) ontwikkelen zich bij mij inzichten over ondersteuning van de roltransitie van docenten/professionals.
    In geval van een rol die nieuw is voor individu en organisatie, zoals de onderzoeksrol van de HBO-docent, behoeft de organisatie adviezen over innovatie maar ook de docent. In de logboeken en interviews blijken docenten vaak de innovatorrol op zich te nemen, maar zij lopen hierin ook van tijd tot tijd met de kop tegen de muur en hebben ook succes die het verspreiden waard is. Dat aandacht voor ondersteuning van de innovatorrol nodig is, is ook niet verwonderlijk, want de omgeving is zelf ook in transitie.
    Mijn punt is dat de docent vaak als target van innovatie wordt gezien. De docent wordt relatief weinig onderzocht en gesteund en benaderd als change agent in onnovatie zelf. Ik denk daarom dat professionalisering in het kader van rol transitie de inovatorrol mee moet nemen en dat de organisatie ondersteuning dient te geven aan de ‘early innovators’. Hier zitten ook overeenkomsten met de klokkeluidersregeling. De early innovator weet wat werkt in d e vormgeving van de innovatie. Erkenning van de ‘early innovators zou helpne mi.

    Wel, kortom, van mij mag de combinatie professionalisering en innovatie nog heeeeeel veeeeel aandacht krijgen! Marcel, ik kijk uit naar de resultaten van je lectoraat.

  3. Hallo Monica,
    Leuk van je te horen. Allereerst de link naar de rede:

    http://www.zuyd.nl/onderzoek/kenniskringen/professionalisering-van-het-onderwijs/inauguralerede

    Ik ben met je eens dat er meer aandacht nodig is voor de professionele ontwikkeling van docenten in het hoger onderwijs. De onderzoeksrol waar jij op duidt, maar ook het gegeven dat omvang en aantal complexe innovaties toeneemt, stelt nieuwe vragen aan die professionele ontwikkeling. Ik probeer in mijn communicatie overigens een onderscheid aan te houden in professionele ontwikkeling en professionalisering. De laatste term hanteer ik als het gaat om de ontwikkeling van de beroepsgroep HBO-docenten, terwijl de term professionele ontwikkeling door mij wordt gebruikt in de betekenis van de ontwikkeling van bekwaamheden van (individuele) docenten. Ik slaag er niet in dat altijd even consequent te doen, maar ik probeer wel dat onderscheid te maken, omdat het de discussie verheldert.

    Ik wens je veel succes met je onderzoek en we komen elkaar nu vast vaker tegen op allerlei (onderzoeks)conferenties!
    Groet Marcel van der Klink

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *