"What makes e-learning effective is, of course, typically in the eye of the beholder. One person’s toast and jam may be another person’s steak and kidney pie. This is what makes the drafting of a set of guidelines for effective e-learning so difficult. Follow the guidelines exactly, and you still may have provided some e-learning which, while it satisfies the CEO’s artistic eye, does not capture the attention and interest of the students. "
Aldus de start van een boeiende bijdrage van Stephen Downes.
Wat in een klas werkt, hoeft nog lang niet online te werken, vindt Downes (daarom bestaat er dus ook zo iets als digitale didactiek). Volgens Downes moeten we bij het formuleren van principes voor effectief e-learning ons vooral laten inspireren door wat in het algemeen goed online werkt.
In de eerste plaats is interactie belangrijk. Daarbij gaat het niet alleen om interactie met medelerenden en docenten, maar ook om interactie met de leerstof. Je moet als lerende in staat zijn iets toe te voegen aan leerstof (bijvoorbeeld op basis van je ervaringen).
In de tweede plaats is gebruikersvriendelijkheid van groot belang. Downes vindt Yahoo en Google goede voorbeelden en stelt:
"Between the two sites, designers have hit on what are probably the two essential elements of usability: consistency and simplicity. The two, indeed, go hand in hand: it is not possible to be consistent without being simple, and it is not possible to be simple without being consistent."
Op de derde plaats is relevantie een belangrijk principe. Hier gaat Downes mijn inziens een beetje de mist in. Hij schrijft terecht dat het geleerde moet aansluiten op de belevingswereld van lerenden (hij gebruikt overigens andere woorden). Maar volgens mij is dat een algemeen erkend didactisch principe (en niet alleen een digitaal principe). Vervolgens maakt Downes hierbij het onderscheid tussen informeel en formeel leren. Formeel leren zou mensen niet in staat stellen te leren wat zij willen, wanneer zij dat willen en waar zij dat willen. Dat lijkt me om drie redenen wat kort door de bocht.
In de eerste plaats vraag ik me af of lerenden wel altijd willen leren waar en wanneer zij dat willen. Lerenden vinden het niet altijd erg als een organisatie dat voor hen bepaalt (en zij zich er in moeten schikken). Op de tweede plaats is niet alle leerstof bedoeld voor direct gebruik. Denk bijvoorbeeld aan conceptuele kennis. En op de derde plaats kan formeel leren m.i. ook betekenen dat lerenden zelf kunnen bepalen wat, waar en wanneer ze leren. Denk aan formele online cursussen of aan keuzevakken waarbij lerenden ook zelf leerdoelen bepalen.
Ondanks deze kanttekeningen, zeker de moeite waard!
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie