Het TPACK-model kan onder meer worden gebruikt voor het ontwikkelen van ‘blended learning’. Er zijn ook spellen ontwikkeld die hierbij gebruikt kunnen worden. Ik zie hier voordelen in, maar ook verbeterpunten.
Zelf heb ik het TPACK-model in een aantal stappen vertaald die ik tijdens ontwikkelsessies doorloop. Bij ROC Midden-Nederland heb ik kennis gemaakt met een ontwerpaanpak van Margriet Wassing die TPACK en het ADDIE-model combineert. Op TPACK.nl vind je “TPACK-NL, the game”. Door middel van kaartjes kun je met collega’s gezamenlijk nadenken “over de mogelijkheden van verschillende technologieën ter ondersteuning van inhoud en (vak)didactiek.” Via een sjabloon kun je het spel aanpassen aan de eigen situatie.
Michel van Ast heeft in “TPACK is geen spelletje” geschreven dat hij met deze game maar moeilijk uit de voeten kan. Het is in feite geen spel, het aantal kaarten is beperkt en de kaarten doen weinig recht aan verschillen in een groep.
Verder schrijft hij dat de inhoud van de technologie- en didactiek-kaartjes van een te verschillende orde zijn en dat kaarten over vakinhoud te globaal zijn.
Samen met Patricia van Slobbe heeft hij daarom TPACK Triplets ontwikkeld dat je -nadat je je mailadres en naam hebt achtergelaten- kunt downloaden.
TPACK Triplets bestaat uit mooi vormgegeven -zelf uit te printen- speelkaarten (technologie, didactiek, inhoud) en een uitgebreide handleiding. Deze handleiding bevat onder meer spelregels. De samenstellers hebben er dus echt een spel van gemaakt met de start van het spel, het spelverloop met drie handelingen, het gebruik van jokers, het einde van het spel, ‘nakaarten’ en het gebruik van lege kaarten (bijvoorbeeld bedoeld voor specifieke toepassingen). Ook geven ze een toelichting op de didactiekkaarten. Daarbij wijzen ze naar het boek ‘Kleppen dicht!’ (tip!). Op deze manier kun je dus gamification tijdens een ontwikkelsessie toepassen. Michel en Patricia willen onder meer via dit spel de dialoog tussen collega’s op gang brengen.
Ik vind dit op zich een prima initiatief. Met één belangrijke maar. Een deel van de kritiek van Michel op de oorspronkelijke game, gaat m.i. ook op voor TPACK Triplets. De inhoud van de kaartjes is wat mij betreft te globaal en vaak van een verschillend niveau. Neem: Gedeelde documenten (bijvoorbeeld Google Docs), Digibord, Social media en Smartphone (vier technologiekaarten; door de focus op het voortgezet onderwijs ontbreken er ook technologieën zoals eenvoudige en geavanceerde applicaties voor synchroon online leren).
Globale voorbeelden van didactiek zijn: Activerende werkvormen, Gamification en Samenwerkend leren. Wat betreft inhoud gebruikt men bijvoorbeeld Moderne Vreemde Talen & Nederlands (Leesvaardigheid), Geschiedenis (Historisch besef) en Biologie (Biodiversiteit).
Deze laatste indeling is minder globaal dan de TPACK-game, maar m.i. nog steeds te globaal. Helpt de combinatie ‘Economie: Arbeidsmarkt’, ‘Web 2.0 toepassingen voor interactie’ en ‘Gamification’ bijvoorbeeld bij het maken van keuzes als je niet over veel voorkennis en ervaring beschikt?
De toelichting op didactiek is handig. Maar mijn ervaring is dat veel docenten juist onvoldoende kennis hebben van
- het bestaan van specifieke leertechnologieën;
- de didactische eigenschappen van specifieke leertechnologieën.
Is dit spel daarom niet wellicht vooral geschikt voor onderwijsontwikkelaars die zonder het spel ook in staat zijn blended learning te ontwikkelen?
Michel heeft met Theo van den Bogaart en Marc de Graaf al eerder een specifieke versie voor wiskunde gemaakt. Daar kan ik me meer bij voorstellen. Verder kan ik me voorstellen dat je deelnemers bijvoorbeeld eerst een keuze laat maken uit een didactisch hoofdonderwerp (bijvoorbeeld activerende didactiek) en daarna subonderwerpen presenteert (zoals het activeren van voorkennis). Het is echter de vraag of een spel hierbij past.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Wat ontzettend leuk om te lezen dat je het spel en de handleiding zo goed hebt bekeken, Wilfred! Ik kan me voor het grootste gedeelte goed vinden in je reactie. Een korte aanvulling…
Het enige doel dat wij voor ogen hebben met dit spel is een goed gesprek over de didactische inzet van ICT in het onderwijs op gang brengen. Dus ik zou, om te beginnen, niet zo ver durven gaan om te stellen dat je dit spel goed bij een “ontwikkelsessie” kunt toepassen.
Ik denk verder dat we de kaartjes een stuk specifieker hebben gemaakt dan de oorspronkelijke kaartjes, maar dat dit nog altijd veel specifieker kan. Dat ben ik met je eens. Tijdens een van de sessies ontstond het idee om specifiek voor één leerjaar en één vak een set kaarten te maken. Ik kan me daar veel bij voorstellen. Het samen bedenken van de inhoud van de kaarten zou een super waardevolle activiteit met je team kunnen zijn. Ik heb dat zelf ervaren met het ontwerpen van de wiskundevariant van het spel.
Deze versie is het meest geschikt voor het VO, dat denk ik ook. We hebben het in de testfase wel gespeeld met teams uit het PO en MBO, maar dat knelt hier en daar. We zijn in contact met een aantal docenten en instellingen om er ook een PO en MBO variant van te maken. Ik ben daar erg voor, omdat je dan vakinhoud en ook technologie inderdaad veel specifieker kunt maken.
Je schrijft ook iets over “veel voorkennis en ervaring”. Wij hebben ons voortdurend afgevraagd: met wie kun je dit spel nou het beste spelen, met mensen met al veel voorkennis en ervaring of is dat niet per se nodig? Het hangt een beetje af van het doel. Als ’t gaat om ‘de goede gesprekken’, zo is inmiddels mijn eigen ervaring, dan werkt het ’t beste in een diverse groep, een groep met mensen met veel en met weinig ervaring (waarbij overigens lang niet altijd degenen met de meeste voorkennis en ervaring met de beste ideeën komen!).
Er is nog veel meer over te zeggen, maar dit is misschien even voldoende. Anders wordt mijn reactie langer dan jouw blogpost ;-P Ik hoop dat het spel mensen uitdaagt en ondersteunt om het niet alleen over technologie te hebben, maar vooral de verbinding te blijven zoeken met vakinhoud en didactiek.
Dag Michel, hartelijk dank voor je uitgebreide reactie. Misschien is het samen bedenken van eigen kaarten inderdaad wel een goede manier om meer inzicht te krijgen. Immers, als je bijvoorbeeld technologiekaarten moet gaan maken, zul je je ook moeten verdiepen in de kenmerken van die technologieën. Hetzelfde geldt voor (vak)didactiek. De spelregels hoeven dan niet te veranderen. Er is inderdaad veel meer over te zeggen. Veel succes verder.