Tijdens tweede dag van de Brits-Nederlandse e-Portfolio bijeenkomst is onder meer gesproken over onderzoek naar portfolio’s en over eventueel gezamenlijk op te pakken activiteiten. Enkele highlights.
- Hoe kunnen bepaalde processen binnen het onderwijs door web services kunnen worden ondersteund? Neem een aankomende student die deel wil nemen aan een bepaalde cursus waarbij bepaalde voorkennis is vereist. Deze student moet in staat zijn om te checken aan welke vereisten hij moet voldoen en hij zal aannemelijk moeten maken dat hij over de voorkennis beschikt. Vervolgens moet een beoordelaar een beslissing nemen waarna de student zich kan inschrijven. Als je kijkt naar de huidige -in het onderwijs gebruikte- elektronische leeromgevingen en ePortfoliosystemen, dan zijn die niet in staat een dergelijk proces te ondersteunen. Je komt dan eerder uit bij applicaties als Saba of SumTotal Systems. Maar of die systemen op een flexibele manier ingezet kunnen worden? Het gaat hierbij immers ook niet om web services, maar om monolytische omgevingen. En waarschijnlijk ondersteunen ze deze processen net niet helemaal zoals je eigenlijk zou willen.
- Er wordt vaak onvoldoende stilgestaan bij wat de student van het portfolio vindt, hoe de student het portfolio wil gebruiken en wat de student prikkelt om het portfolio te gebruiken. Hier hangt ook de vraag samen of je een bepaalde leerstijl nodig hebt om effectief met een portfolio te werken. "How to capture real learner needs and preferences and understand how institutional provision can meet this."
- Het portfolio heeft een publiek nodig. Als portfolio’s van studenten door niemand worden gelezen, dan zal de student niet gemotiveerd zijn om aan een portfolio te werken.
- We weten nog weinig af van hoe het portfolio het beste gebruikt kan worden. We weten wel dat als het portfolio goed is geïmplementeerd, het helpt de reflectievaardigheden van studenten helpt verbeteren.
- We moeten meer gebruik maken van de technologie die studenten al gebruiken. Maar anderzijds dringen we dan ook hun privé domein binnen. Studenten zouden daar wel eens tegen in verzet kunnen komen. MSN is voor hun vrienden, niet voor school.
- Om flexibel onderwijs mogelijk te maken, zul je bepaalde processen binnen de instelling en tussen instellingen moeten standaardiseren. Standaardisatie van kwaliteit is ook erg belangrijk. Maar niet standaardisatie van het primair proces (het onderwijs, het leren) zelf.
- Instituten die de kwaliteit van het onderwijs meten, kunnen wel eens heel andere eisen stellen aan het hoger onderwijs dan studenten doen.Dat heeft invloed op het e-Portfolio.
- Samenwerking tussen Groot-Brittannië en Nederland op het gebied van portfolio lijkt voor de hand te liggen op het gebied van het ontwikkelen en beschikbaar stellen van web services en ten aanzien van het uitvoeren van (toegepast) onderzoek. Er is een groot aantal onderwerpen genoemd die zich lenen voor onderzoek. Onderzoek kan worden uitgevoerd op instituutsniveau, landelijk niveau en Europees niveau. Hetzelfde onderzoek zou dan steeds naar een hoger niveau getild moeten worden.
Lees ook de (Engelstalige) impressie van Wijnand Aalderink.
Gisteren kwam het er niet meer van om dit bericht te posten. Mijn trein heeft meer dan een uur vertraging opgelopen omdat een hond in Arnhem-Zuid het spoor over stak terwijl mijn trein er net aan kwam.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
ePortfolio: onbewezen stellingen
quotes:”Neem een aankomende student die deel wil nemen aan een bepaalde cursus waarbij bepaalde voorkennis is vereist. Deze student moet in staat zijn om te checken aan welke vereisten hij moet voldoen en hij zal aannemelijk moeten maken dat hij…
http://www.inter-net-viewer.nl/weblog/?p=605
Zomaar een overpeinzing.
Als ik de volgende quote van Wilfred Rubens:
Het portfolio heeft een publiek nodig. Als portfolios van studenten door niemand worden gelezen, dan zal de student niet gemotiveerd zijn om aan een portfolio te werke…