Minister Plasterk reageert vandaag op kamervragen van Tofik Dibi van GroenLinks over mediawijsheid. In zijn reactie lijkt Ronald Plasterk het belang van ‘mediawijsheid’ onmiskenbaar te onderkennen. Een reeds eerder aangekondigd Expertisecentrum Mediawijsheid moet "kinderen, opvoeders, docenten en scholen ondersteunen in het leren omgaan met de veelheid aan media-uitingen". Plasterk pleit daarbij voor een meer gestructureerd aanbod.
Hij lijkt er overigens niets voor te willen voelen om moderne ‘geletterdheid’ te verplichten (wat de Schotse overheid wel blijkt te doen). Verder ontwijkt hij de lastig te beantwoorden vraag "Kunt u aangeven hoeveel scholen aandacht geven aan media-educatie? Zo neen, bent u bereid dat
te onderzoeken?". Zijn antwoord heeft een groot ‘kluitje in het riet’-gehalte (zoals zo vaak bij kamervragen het geval is). Daarmee is zijn reactie wat mij betreft redelijk vrijblijvend.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Hoe sympathiek ook het plan van Tofik is, toch bekruipt mij het gevoel dat er weer van alles op scholen wordt afgeschoven. Soms vergeten we dat de ouders ook nog een opvoedende taak hebben. Scholen mogen natuurlijk altijd wat aan mediawijsheid doen als ze willen, maar laten we het nou niet verplicht gaan stellen. Dijsselbloem had dat niet zo gewild.
Ik ben het niet met Michel eens, mediawijsheid is ook onderwijsgerelateerd, wij zetten het internet in in het onderwijs en zullen dus ook moeten weten hoe en wat. Docenten hebben ook zeggenschap over de lesmethodes en het gebruik van het internet daarbij (in) is dus onderdeel daarvan.
Voorbeeld: Zoek een filmpje op YouTube dat met warm eten te maken heeft, mediawijsheid van de leerling of docent?
De kracht van het onderwijs ligt volgens mij bij het kritische denken van de leerling. De leerling die niet zomaar alles aanneemt wat hem/haar verteld wordt, wordt helaas (te) vaak gezien als ‘lastig’. Dit principe geldt ook voor die echte goede docenten, die niet alles klakkeloos overnemen van wat er in de politiek besloten wordt maar hun eigen onderwijs geven. Ik zie hier een vergelijking met pers/media en het grote publiek. Kritisch leren kijken is dus een essentieel onderdeel van de ontwikkeling. Plasterk zou er goed aan doen dit actief te promoten maar met de werkelijke inhoud moet hij zich juist niet bezig houden…
Net als gewone geletterdheid en gecijferdheid dat al zijn wordt mediawijsheid een kritische succesfactor om te kunnen slagen in een opleiding of in het latere maatschappelijke bestaan. Het moet m.i. niet alleen in de school worden behandeld maar vooral gebruikt! We moeten een beetje af van het fenomeen dat (veel) kinderen en jongeren het spelenderwijs in hun vrije tijd leren om daarna op school te zien hoe het vroeger was…
Mediawijsheid richt zich niet alleen op het leren omgaan met mediamogelijkheden maar ook op het leren omgaan met media-uitingen. Tussen die twee uitersten zitten volgens mij de bovenstaande reacties.
Helaas stelt Plasterk m.i. geheel ten onrechte dat “veel van deze kennis en vaardigheden al voldoende zijn verweven met de huidige eindtermen en kerndoelen.” Als hij dan, onder verwijzing naar de Vier in Balans Monitor, schermt met percentages leerlingen die kunnen surfen, zoeken en downloaden, onderstreept dat eens te meer de smalle benadering van mediawijsheid. Zit een beetje op het niveau van het ECDL. Met name de sociale functie en impact van moderne media wordt zwaar onderbelicht. Dit in tegenstelling tot de Schotse invulling van geletterdheid.
De Nederlandse overheid, dat wil zeggen OC&W, is naar eigen zeggen van het ‘wat’ in de vorm van een kerncurriculum (zie de recente berichtgeving n.a.v. de commissie Dijsselbloem). Plasterk onderschat hier de tekortkomingen van dit stuk van het 21-ste eeuwse curriculum en daarmee dus ook de tekortkomingen in zijn verantwoordelijkheid. Wellicht is de wijze van bevragen door kamerlid Dibi hier deels debet aan.
Misschien is ‘sociale geletterdheid’ een betere omschrijving om aandacht te vragen voor een probleem waar de ‘digital natives’ ons ‘social natives’ voor nodig hebben. Wellicht komen we dan tot een constructieve dialoog tussen jong en oud. Om er bijvoorbeeld eens op te wijzen dat er meer bij de ontwikkeling van een sociaal netwerk of vriendenkring komt kijken dan het achteloos in Hyves op een achternamiddag bij elkaar klikken van zogenaamde vrienden.
Je leert kinderen lezen, schrijven en rekenen. En dat doe je om ze later succesvol in de samenleving mee te kunnen laten draaien. Het gaat er alles op lijken dat de samenleving van de toekomst alleen maar meer een beroep doet op (kennis van) technologie en kritisch beoordelingsvermogen. Het is dus van groot belang dat we onze kinderen mediawijs maken.
Maar misschien moesten we eens beginnen met onze leraren mediawijs te maken.
@Michel @Karin en @Job: ik vind mediawijsheid inderdaad een taak van het onderwijs. Het onderwijs heeft wat mij betreft ook een pedagogische opdracht. En daar hoort mediawijsheid m.i. bij. Vooral omdat veel ouders niet in staat zijn om jongeren hierin op te voeden. Ze hebben vaak geen flauw idee wat op dit gebied gaande is, bleek onlangs nog uit een documentaire. En ik ben helemaal niet tegen het centraal vaststellen van bepaalde leerdoelen. Mediawijsheid vind ik belangrijk genoeg om daar deel van te laten zijn. De manier waarop een school hier aandacht aan moet besteden, is m.i. aan het team van docenten (dus niet aan de individuele docent).
Ik vind verder dat Job wijze woorden spreekt over de rol van het onderwijs.
@Jef: ja, eens. Mits de ‘spelenderwijze’ didactiek wel werkt.
@Paulo: Plasterk haalt inderdaad wat zaken door elkaar. Kan door de vraagstelling komen. Maar volgens mij is dit een typische ambtelijke truc om een Kamerlid met een kluitje het riet te sturen. Overigens denk ik dat onze minister het probleem wel onderkent, maar er mede dankzij Dijsselbloem niet aan wil om zich er meer voorschrijvend mee te bemoeien. Tofik Dibi maakte overigens deel uit van die commissie. BTW: de commissie Dijsselbloem moeten we nu ook niet heilig verklaren.
@rboers: wat betreft leraren is er vaak ook nog veel werk aan de winkel, als het gaat om ‘mediawijsheid’.