Tijdens ronde één van de managementconferentie van het Consortium voor Innovatie mocht een aantal externen, waar onder ik, korte pitches verzorgen in een erg warme zaal.
Karin Winters (van KPN) is tijdens een pitch ingegaan op personal branding. Personal branding speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol als je terecht komt in een reorganisatie. LinkedIn kan een belangrijke rol vervullen bij personal branding. Het gaat namelijk om het individu, en waar jij als individu bekend om bent. Mensen werken steeds vaker samen in netwerken. Dat gebeurt dus steeds meer op basis van reputatie, en niet op basis van de organisatie waar je voor werkt.
Karin stelde dat Nederlanders vaak culargumenten gebruiken om niet aan personal branding te willen doen. Bijvoorbeeld: ze hoeven niet alles over mij te weten. Dat hoeft ook niet. Of: het zal mijn tijd wel duren. Een gevolg van personal branding is wel dat mensen buiten hun organisatie bekender zijn, dan binnen de organisatie (kop boven maaiveld).Scholen zijn ook te veel gericht op navelstaren.
De Rede, De Macht en De Nar stonden centraal tijdens de pitch van KPC in de vorm van een soort toneelstuk. Zij gingen in op twijfels en vragen van studenten. Vanuit de Rede denk je na over organiseerbaarheid, flexibiliteit, maakbaarheid en maatwerk. De Macht vertaalt vragen in beleid en schoolorganisaties. De macht komt echter steeds meer te liggen bij studenten. De Nar stelt de rede en de macht aan de kaak in het belang van de student. De student kan echter niet meer volgen wie hem kan helpen, en wie duidelijkheid kan schetsen. Rede, macht en nar spelen met elkaar samen, en moeten zorgen voor een krachtige leeromgeving van lerenden.
Daarna heb ik een pitch mogen verzorgen over het leertraject ‘Leren en doceren in de 21e eeuw’. Ik zal de presentatie later uploaden.
John Nouwens van Malmberg vertelde over het realiseren van een generiek examen voor taal en rekenen, waarbij toch persoonlijk gedifferentieerd kan worden. Het MBO biedt echter vaak beroepsspecifiek taal- en rekenen aan, waarbij niet gedifferentieerd kan worden. men wil differentiëren naar tempo, niveau, moment en toepasbaar naar o.a. instructie en oefenen. Juist zorgleerlingen zijn gebaat bij digitaal werken, omdat een groot beroep wordt gedaan op differentiatie. Docenten zitten tussen een spagaat tussen idealisme en ambitie (examendruk, onzekerheid, hoe om te gaan met niveauverschillen). Randvoorwaarde voor goede digitale systemen is het gebruiksgemak (usability, weinig vragen voor de docent over het systeem, ondersteuning van docenten). Malmberg is nu bezig met de ontwikkeling van dergelijke methode. Bijvoorbeeld de app ‘Rekentoetstrainer’.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie