Ik wil drie dagen na de Surf Onderwijsdagen 2008
(OWD 2008) nog één keer samenvattend terugblikken op deze conferentie. Wat is mij opgevallen? Een aantal zaken:
- Kwaliteit
- Scenario’s, strategie en implementatie
- De kracht van social software
- Discussie over technology overload en privacy
- What’s new?
- Waarom de OWD bezoeken?
1 Kwaliteit
Deze editie van de Surf Onderwijsdagen was weer de moeite waard. In de wandelgangen sprak ik een bekende die deze
editie beter vond dan die van verleden jaar. Dat zou ik niet durven te zeggen.
Ik heb een slechte
keynote gehoord, en één
matige sessie bijgewoond (maar waar je toch wat van meepikt). Voor het overige heb ik met plezier deelgenomen
aan dit congres.
2. Scenario’s, strategie en implementatie
De vier scenario’s voor het hoger onderwijs geven stof tot nadenken. De scenario’s staan overigens ook verder
uitgewerkt op internet. Volgens mij is het zinvol om dergelijke scenario’s ook voor andere onderwijssoorten uit
te werken. Of ik de vier –verfrissend gepresenteerde– scenario’s even toepasbaar vind, is echter de vraag.Maar
wellicht was het proces hier belangrijker dan het product.
Het pleidooi van Doekle Terpstra voor circulaire innovatie via open netwerken viel me op. Ik ben blij dat een
dergelijk verhaal nu ook door een bestuurder is verteld. Daarmee wordt het steeds meer mainstream.
Wat betreft de strategische dialoog rond ICT vond ik de constateringen dat organisatieproblemen niet met
ICT-oplossingen aangepakt moeten worden èn dat het onderwijs vaak te veel in systemen denkt, belangrijk. Je weet
het, maar je bent je er niet altijd voldoende van bewust. Het formuleren van (functionele) vragen door het
onderwijs is daarbij van belang. Voor mij staat daarbij wel als een paal boven water dat ICT en
informatiemanagement het onderwijs actief moeten helpen bij het stellen van die vragen.
Verder viel het belang van het turning point bij de implementatie van elektronische leeromgevingen op: ga
tijdig van bottom up naar top down. Ook was de discussie over de schaalbaarheid van Moodle en de planning van de
implementatie vanuit rollen voor mij zinvol.
3. De kracht van social software
Tijdens de OWD 2008 is wat mij betreft de kracht van social software voor leren onderstreept. Avans gebruikt
videocasts wat mij betreft op een prima manier voor professionalisering van docenten. En zij hebben ook laten
zien dat je weblogs op een zinvolle manier kunt gebruiken voor stagebegeleiding. Wel zou wat mij betreft daarbij
vrijblijvendheid voorkomen moeten worden.
De kracht van social software voor leren heb ik via mijn sessie ook proberen te illustreren, en als ik de
reacties hoor en lees ben ik daar best in geslaagd. Door vooraf een online peiling te gebruiken, mijn weblog en
een wiki. Door tijdens mijn sessie video en een back channel te gebruiken. En ook na afloop worden weblogs
gebruikt om er op te reflecteren.
Er is overigens meer technologie ingezet dan ik vooraf had gedacht. Het was pas laat bekend dat mijn sessie
gestreamd zou worden. En ik had me niet gerealiseerd dat je via Adobe Connect ook kon reageren. Vandaar de twee
back channels. Toen de life stream het even niet deed, zochten Pierre Gorissen en Willem Karssenberg zelf naar
alternatieven. Waar ik ook geen rekening mee had gehouden, waren de mensen die foto’s en filmpjes maakten. Maar
ik vind dat zelforganiserend vermogen en eigen initiatief geweldig! Dank daar voor.
De kracht van social software blijkt uiteraard niet uit het gebruik van technologie op zich, maar uit de effecten
van de toepassing ervan. Dankzij video en de back channel konden mensen deelnemen, die niet in staat waren de
sessie life bij te wonen. De grenzen van het congres werden daarmee opgerekt. Ook genereert het gebruik van
social software ook betrokkenheid. Ik heb vooraf inbreng gekregen die ik -bewust merkbaar- in mijn sessie heb
verwerkt. En dat leidt dan onder meer tot de volgende reactie van Jeroen Gerth, student mediapedagogiek aan de
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden:
Oh ja… ik vond het een bijzondere ervaring om mijn eigen naam te horen en te zien tijdens de presentatie. Het
geeft voor mij aan dat ik iets in de wereld heb gebracht dat het verspreiden waard is. Geeft mij motivatie en
energie. Hartelijk dank daarvoor.
Graag gedaan, Jeroen.
De kracht van social software zat ook wat mij betreft in het gebruik van Twitter. Ik heb Twitter nooit als een
heel inhoudelijke applicatie beschouwd. Maar als je de 60 pagina’s scant met Twitter-bijdragen over de OWD 2008,
dan krijg je m.i. wel een goede, inhoudelijke, indruk van het congres. Ook hier valt op dat mensen die op stand
de sessies hebben gevolgd, ook via Twitter een bijdrage hebben geleverd. En vergelijk dit eens met face to
face-terugkoppelingen als:
Manager: Hoe was je congres?
Medewerker: O. Goed. Veel aan gehad.
Manager: Mooi. Ik hoor het wel een keer.
4. Discussie over technology overload en privacy
Ik vind het ook boeiend dat een discussie is ontstaan over het uitgebreide gebruik van technologie tijdens
sessies. Mijn sessie is aanleiding voor die discussie. Er zitten m.i. twee elementen in die discussie:
- Technology overload?
Je kunt je afvragen of sprake is van een overdaad aan technologie, technology overload, die afleidend
werkt. Volgens is dat heel persoonlijk, en heeft dat o.a. te maken met je leervoorkeuren, in welke mate jij
tech-savvy bent en hoe je het hanteert. Iemand vroeg me of ik een dergelijke sessie ook bij Gilde
Opleidingen (mijn werkgever) zou verzorgen. Absoluut niet. Er is m.i. namelijk zo iets als een didactische,
technologische en organisatorische zone van naaste ontwikkeling van medewerkers en organisaties. En je
moet proberen daarbij aan te sluiten. Dus proberen medewerkers en organisaties net een stapje verder te brengen
dan waar ze zich nu bevinden op het gebied van organisatiestructuur en -cultuur, ICT en didactiek. Als je dat
niet doet, dan schiet je je doel voorbij. Ik hoop ook niet dat ik het imago krijg dat ik altijd een “overdaad”
aan technologie gebruik. Moqub schrijft bijvoorbeeld:
Iedereen die Wilfred kent weet dat hij graag experimenteert en wil laten zien wat nieuwe technologie voor het
onderwijs kan betekenen.
Klopt, maar ik probeer wel aan te sluiten bij mijn doelgroep. Bij gastcollege’s probeer ik altijd een ELO ter
voorbereiding en eventuele afronding te gebruiken. Bij de Surf Onderwijsdagen heb ik nu twee keer
geëxperimenteerd met een back channel (verleden jaar via sms). Maar ik gebruik ook alleen werkvormen zoals
‘gewone’ opdrachten of discussie.
Mijn verwachting was dat de meeste deelnemers aan mijn sessie wel ‘om konden gaan’ met veel technologie. Al werd
ter plekke meer technologie gebruikt dan ik verwacht had (zie hierboven). Ik kan me voorstellen dat dit afleidt.
Verleden jaar had ik daar meer last van. Daarom had ik dit jaar besloten iemand te vragen de online bijdragen
actief te modereren (nogmaals dank, Pierre). - Privacy
Je loopt grote kans gefilmd en gefotografeerd te worden tijdens een congres als de OWD 2008. Ik kan me ook
voorstellen dat niet iedereen dat wil, ook al heb ik daar zelf geen moeite mee (uitgezonderd privégesprekken en
het publiceren van minder flatteuze foto’s). Wat kun je daar aan doen?
Volgens mij moet je als organisatie altijd aankondigen dat er foto’s gemaakt worden. Laatst was ik op een
congres waar dat bij binnenkomst stond aangegeven. Verder vind ik dat je voorafgaand aan een sessie moet aangeven
dat de sessie wordt opgenomen. Ik was bij één sessie waar achteraf werd verteld dat de workshop was uitgezonden.
Dat zou wat mij betreft anders moeten. Daarom heb ik ook bij de start van de sessie wel degelijk verteld dat de sessie werd gestreamd. Ook had ik het op
de wiki van de sessie en op mijn weblog aangekondigd.
Als fotograaf/filmer heb je hierin volgens mij ook een taak. Je hoeft niet elke foto te publiceren (de
minder flatteuze dus), je kunt mensen vragen of ze er bezwaar tegen hebben als jij hen close-up
fotografeert/filmt, je kunt om toestemming vragen als je gaat fotograferen/filmen.
En als gefotografeerde kun je er wat aan doen. Op een congres waar technologie belangrijk is, kun je
verwachten dat ICT ook wordt gebruikt. Ik ben het eens met Moqub die vindt dat dat vaak te weinig gebeurt. Als je
dat ècht niet wilt, moet je m.i. niet naar een dergelijk congres toegaan. Volgens mij is het ook een fact of
life dat dit anno 2008 gebeurt: user generated content, you know. Verder kun je ook zelf aangeven het
niet op prijs te stellen als je close-up wordt gefotografeerd. Ook door achteraf te vragen een foto te
verwijderen. Dankzij het gebruik van tags staan alle online gepubliceerde foto’s immers mooi bij elkaar. Een
button, zoals Moqub die suggereert,lijkt mij wat overdreven.
5.What’s new?
Gisteren vroeg een collega mij of ik tijdens de OWD 2008 nog nieuwe ontwikkelingen heb gezien? Persoonlijk
niet. Volgens mij heeft dat twee redenen. Wat bekend is voor mij, zal voor een ander mogelijk wel nieuw zijn. De
tweede reden is dat ik de pre-conference sessie van Werner Vogels van Amazon over Cloud Computing niet heb
bijgewoond:
Cloud Computing is immers één van de nieuwste trends, waar het onderwijs vermoedelijk over een paar jaar effect van zal merken (als je het tenminste ècht over cloud computing hebt, en niet als je iets cloud computing noemt).
6. Waarom de OWD bezoeken?
Je kon heel wat keynotes en sessies online bekijken. Ook na afloop. Verder heeft menigeen belogd en getwitterd, en staan ook presentaties op Slideshare. Hoef je de OWD dan niet meer fysiek bij te wonen? Als het even kan wel, vind ik. In de wandelgangen heb ik veel gesproken met oude bekenden, ook over zaken die niet publicabel zijn. Ik heb nieuwe mensen ontmoet (die ik soms alleen online of van naam kende). Je mist ook de sfeer, en die sfeer is moeilijk via een weblog over te brengen. Terwijl sfeer wel belangrijk is voor de totaal-ervaring, en dus het leereffect.
Daarom probeer ik er volgend jaar weer bij te zijn. Al dan niet met een eigen bijdrage.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Mooie samenvatting. Ik vond het jammer dat ik er niet bij kon zijn. Geen budget vanuit werkgever(s). En om nou 500 euro (plus verblijf/eten) zelf op te hoesten zag ik ook niet zitten ondanks het erg interessante programma.