Op 28 en 29 september heb ik het tweede SURF-congres ‘Over de grenzen van de elektronische leeromgeving bezocht’.
Dag twee was voor genodigden. Toen ik bekend maakte dat ik van baan zou wisselen, heb ik contact opgenomen met de organisatie. Ik kon me voorstellen dat zij liever iemand anders wilden uitnodigen omdat ik van functie en onderwijssector ging wisselen. Maar dat was niet het geval. Tof! Deze dag stond vooral in het teken van de uitwerking van het meerjarenbeleidsplan van Stichting Surf. De servicebenadering neemt daarbij een belangrijke plaats in. Ik vind dat een goede zaak, al loopt Surf hiermee het risico ver voor de troepen uit te lopen. Een belangrijke keuze is mijns inziens ook dat SURF simpele webservices wil ontwikkelen die zich richten op de eindgebruiker, en wat mij betreft dan op de student en docent. Ik zou willen dat hierbij een duidelijke relatie wordt gelegd met de persoonlijke leeromgeving (PLE). Daarnaast richt het meerjarenbeleidsplan zich ook op behoefteninventarisaties en technology scouting (wat is er al?). Tijdens de discussies bleek overigens ook dat er in Nederland (o.a. via het Telematica Instituut) al veel is ontwikkeld op het gebied van de SOA (Archimate). Slechts weinig aanwezigen bleken hiervan op de hoogte. Een belangrijk actiepunt,lijkt me.
Het tweede congres ‘Over de grenzen van de ELO’ was wat mij betreft een succes. Deze dag biedt een goed zicht op de stand van zaken ten aanzien van de volgende generatie ELO’s. Vóórdat die op grote schaal worden gebruikt zal nog heel water door menig rivier gevloeid zijn. Op de langere termijn -na 2010- verwacht ik dat ELO’s die volgens een service oriented architecture zijn ontwikkeld (en die gebaseerd zijn op functionaliteiten van verschillende systemen) grootschalig gebruikt gaan worden. Open source ELO’s als Sakai worden ook steeds meer volgens een service oriented architecture ontwikkeld (en niet als één systeem). Daarnaast zullen lerenden meer gebruik gaan maken van persoonlijke leeromgevingen, die vooral op web 2.0 (of wellicht 3.0) gebaseerd zullen zijn. Het valt me wel altijd op dat tijdens dergelijke dagen veel jargon wordt gebruikt (zie mijn eerdere bijdragen) en dat de materie ver van docenten af staat (terwijl ze er wel op termijn mee te maken zullen krijgen). Ook vond ik dat de aandacht voor persoonlijke leeromgevingen de tweede dag wat wegzakte. Het perspectief van de onderwijsorganisatie was toch weer dominant. En tijdens de hele tweedaagse werd er weinig gesproken over didactiek. Lopen we niet ook bij de SOA weer het risico vooral te praten over architecturen, componenten en services zonder voldoende en in een vroeg stadium stil te staan bij het gebruik ervan in de praktijk? Want een persoonlijke leeromgeving roept volgens mij heel wat didactische vragen op. Bijvoorbeeld naar de relatie met leren als sociaal proces of naar de relatie met toetsen en beoordelen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Beste Wilfred,
Even een reactie op dit bericht. Heel spontaan merk ik op dat het inderdaad vaak te ver van de dagelijkse docenten af staat. Als fervent gebruiker van social software (en ook actief gebruik met leerlingen op school) valt het me op dat veel mensen ook niet echt snappen wat er allemaal gebeurd. Inderdaad veel te “Tech” en te weinig aan de praktijk gerelateerd. Helaas duren dit soort processen op de meeste scholen vreselijk (en demotiverend) lang. De ELO is echter een redelijk lege schil die nog te weinig interactie biedt zonder al dat web 2.0 moois dat er te gebruiken is. En ja de PLE is een logische volgende stap. De didaktiek is een uiterst belangrijke schakel voor een juiste implementatie.
Succes met je blog…good work