Op 28 en 29 september heb ik het tweede SURF-congres ‘Over de grenzen van de elektronische leeromgeving bezocht’. Verleden jaar leidde dit congres tot een uitgebreide discussie in ‘Edublog’-land. Ik ben benieuwd of dat ook dit jaar weer het geval is. Er waren in elk geval heel wat Edubloggers aanwezig. Ik zal er in elk geval meerdere berichten aan wijden.
Het ochtendgedeelte bestond uit drie keynote sessies van niet de minste sprekers. Chuck Severance (executive director van de Sakai foundation), Sarah Porter (hoofd van de ontwikkelgroep van JISC) en Scott Wilson van CETIS gingen respectievelijk in op de ontwikkeling van Sakai, het e-Framework en de ‘personal learning environment’ (PLE). Dus in feite op de drie belangrijkste ELO-ontwikkelingen. Alle drie de sprekers schetsten een goed beeld van deze ontwikkelingen. Maar als je de ontwikkelingen op deze terreinen volgt, bevatten de inleidingen gedeeltelijk geen nieuws. Maar is dat te voorkomen? (antwoord: ja, door e-learning bij congressen in te zetten zodat je deelnemers op een zelfde ‘startniveau’ kunt brengen). ’s Middags werden drie parallelsessies gehouden. Ik heb een sessie bijgewoond over Surfnet en het e-framework, ELGG en de ‘personal learning environment’ (PLE). Het was ook vooral een dag voor professionals die zich bezig houden van de organisatiekant van e-learning, en minder met de didactische toepassing ervan (al geldt dat niet helemaal voor de PLE).
Sakai
Chuck Severance gaf aan dat Sakai niet alleen leerprocessen ondersteunt, maar ook onderzoek en vormen van samenwerking. Hij stelde ook dat Sakai pas over een jaar of twee ‘volwassen’ is. Het perspectief van Sakai is overigens wel indrukwekkend te noemen. Sakai is cq wordt een flexibel in te zetten leer/werkomgeving waarbinnen je veel functionaliteiten kunt gebruiken. Ook valt op dat Sakai op grote schaal kan worden toegepast. En de wijze waarop Sakai wordt ontwikkeld is ook bijzonder te noemen. Van ‘onder op’ komen initiatieven om functionaliteiten te ontwikkelen. Als die functionaliteiten in de praktijk blijken te werken (op grotere schaal), dan wordt de functionaliteit in productie genomen. Aangezien de ontwikkeling van componenten op ‘vrijwillige basis’ plaats vindt -ontwikkelaars zijn in dienst van een onderwijsorganisatie maar niet van Sakai- kan niet worden gewerkt met deadlines. Sakai wordt met name in de VS en in Europa gebruikt. De Sakai-kaart komt sterk overeen met de kaart van de Edubloggers.
Severance maakte ook een onderscheid in typen service oriented architectures:
– Eén systeem dat uit verschillende componenten bestaat (veel traditionele ELO’s ontwikkelen zich in die richting).
– Distributed one-way enterprise SOA
– Distributed two-ways enterprise SOA (daarbij gaat het vooral om data die tussen verschillende applicaties uitgewisseld wordt).
Sakai heeft de ambitie om dit derde type SOA te worden.
Severance ging ook in op het BlackBoard-patent. Hij liet duidelijk merken dit patent ridicuul te vinden, maar hij gaf vooral de schuld aan het patent-beleid in de VS. Wim Liebrand, directeur van Surf, gaf overigens aan dat als een Europees ELO-patent aan de orde is (over een paar jaar), Surf en Jisc zich hier tegen zullen verzetten.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Over de grenzen van de ELO II
Afgelopen donderdag ben ik samen met vele anderen bij de Surf-bijeenkomst Over de grenzen van de ELO II geweest. Door een spoedklus dit weekend, was ik nog niet toegekomen aan een verslag hierover. Inmiddels zijn al enkele bloggers die erov…
Ik was op zoek naar praktijkvoorbeelden (over digitale werkboeken), maar heb er geen gevonden in je del.icio.us. Misschien ontbrak de tag ‘praktijkvoorbeeld’, misschien zijn er gewoonweg geen voorhanden. Nochtans zouden we van praktijkvoorbeelden moeten vertrekken, niet?
@ Bart: ik weet niet of we van praktijkvoorbeelden uit moeten vertrekken. Ik heb in del.icio.us volgens mij geen digitale werkboeken staan. Waarom heb je die vraag op deze plek gepost?
Op deze plek: toegegeven, misschien wat onhandig.
Of we van praktijkvoorbeelden moeten vertrekken? Het is altijd interessant om, bij het opbouwen van een project, eens te kijken wat er zoal bestaat, wat er goed werkte en wat voor verbetering vatbaar is. Theorieën zijn mooi, erover praten zinvol, maar uit besprekingen van praktijkvoorbeelden valt enorm veel te leren.