Bij het ontwikkelen van e-learning content of het selecteren van technologieën zoals leermanagementsystemen krijg je sinds jaar en dag te maken met specificaties en standaarden zoals SCORM en xAPI. Craig Weiss heeft onlangs een vraaggesprek over deze onderwerpen gehouden met Paul Schneider, expert op het gebied van het ontwerpen van leerinterventies met behulp van digitale technologie.
SCORM (Shareable Content Object Reference Model) is een interoperabiliteitsstandaard op het gebied van e-learning die regels vaststelt voor de communicatie tussen online leercontent en leermanagementsystemen (LMS). Paul Schneider legt uit dat SCORM oorspronkelijk ontwikkeld werd als een evolutie van de AICC-standaard uit de late jaren ’80, met significante verbeteringen die begin jaren 2000 werden doorgevoerd door ADL, een door de Amerikaanse overheid gesponsorde groep.
Deze standaard heeft verschillende versies gehad, waarbij SCORM 1.2 lang de standaard was totdat SCORM 2004 geïntroduceerd werd, die in vier edities kwam. Schneider benadrukt dat SCORM 2004 3e editie nieuwer is dan SCORM 1.2 en meer functionaliteiten biedt, zoals gedetailleerdere rapportages van toetsvragen en betere gegevensopslag over de leerervaring van de lerende. Dit is van belang voor complexe leercontent die bijvoorbeeld variabelen gebruikt.
Schneider adviseert docenten en ontwikkelaars van leercontent om altijd te kiezen voor een LMS en auteurstools die wederzijds compatibel zijn met de SCORM-versie die zij gebruiken. Dit is van belang omdat er geen ‘voorwaartse’ of ‘achterwaartse’ compatibiliteit mogelijk is tussen verschillende SCORM-versies: content en LMS moeten dus dezelfde versie ondersteunen om goed te functioneren.
Naast SCORM bespreekt Schneider ook de xAPI, die in 2013 werd geïntroduceerd met als doel de SCORM-standaard te verbeteren. xAPI maakt het mogelijk om rijkere data over de leerervaringen van lerenden te verzamelen en te gebruiken binnen de leercontent zelf, zoals in leaderboards. xAPI is vooral waardevol in moderne leeromgevingen omdat het compatibel is met verschillende systemen en uitgebreide analysemogelijkheden biedt. Je hebt wel een learning record store nodig om gebruik te maken van xAPI. Dat kunnen separate applicaties zijn of onderdelen van een LMS. Met xAPI kun je nu vrijwel elk datapunt volgen en heb je veel flexibiliteit. Het is wel een uitdaging om als professional op het gebied van leren te bepalen wat je wilt meten, hoe ze die gegevens willen gebruiken en vervolgens hoe en waaraan de gegevens gerelateerd zijn aan return on investment. Schneider benadrukt dat nieuwe leerplatformen idealiter zowel SCORM als xAPI moeten ondersteunen om toekomstbestendig te zijn.
Ten slotte staat Schneider kort stil bij CMI-5, een regelset binnen xAPI die duidelijke richtlijnen biedt voor de communicatie tussen content en een Learning Record Store (LRS). Deze specificatie is bedoeld om consistentie te garanderen in hoe data wordt verzonden en ontvangen. CMI-5 is minder bekend, maar wordt door experts gezien als een verbetering ten opzichte van SCORM vanwege de gestandaardiseerde data-overdracht die het biedt.
Mijn opmerkingen
SCORM is al een heel oude standaard, en xAPI is ook niet heel erg pril. CMI-5 is van recentere datum, maar nog niet breed geadopteerd. Sommige ontwikkelingen op het gebied van leertechnologie gaan, in tegenstelling tot generatieve AI, bepaald niet snel. Voor de nog steeds veel gebruikte e-learning content en leermanagementsystemen zijn deze standaarden en specificaties nog steeds relevant. In dit interview benadrukt Schneider het belang van het kiezen van de juiste standaarden voor het creëren en gebruiken van digitale leercontent. Daarbij moet sprake zijn van compatibiliteit tussen auteursomgevingen en LMS-en. Deze standaarden en specificaties zorgen er overigens niet voor dat je content die je ontwikkeld in de ene auteursomgeving, kunt bewerken en hergebruiken in de andere auteursomgeving. Dat is bijzonder irritant.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie