Vandaag is BoekTweePuntNul uitgekomen. Een boek waarin lezers kort,maar helder geïnformeerd worden over 125 social media + web 2.0 applicaties en webtools. Ten behoeve van de onderwijsuitgave heb ik onderstaande inleiding geschreven.
Over de didaktiek van social media in de dagelijkse lespraktijk
De naam "sociale media" wordt gebruikt als verzamelnaam voor internetapplicaties die een aantal kenmerken met elkaar gemeen hebben:
- Ze zijn laagdrempelig in gebruik. Je hebt alleen een internetaansluiting nodig. Ze zijn gratis of goedkoop, en eenvoudig te gebruiken.
- Ze zijn gericht op interactie en samenwerking tussen gebruikers.
- Ze stellen gebruikers in staat om zelf producten zoals teksten, foto's, en video's op een eenvoudige manier op internet te publiceren (‘user generated content’).
Voor het onderwijs hebben sociale media een duidelijke toegevoegde waarde. Dat geldt het sterkste voor scholen en onderwijsgevenden die didactische concepten gebruiken waarin de leerling en het leerproces centraal staan, activerende werkvormen worden gebruikt en interactie en communicatie een belangrijke rol spelen.
Door verschillende sociale media te gebruiken, kunnen onderwijsgevenden en leerlingen ook een persoonlijke leeromgeving samen stellen. De leerkracht en de leerling zijn eigenaar van de leeromgeving. Onderzoek (http://www.psych.rochester.edu/SDT/) toont aan dat autonomie ten aanzien van de inrichting van de leeromgeving de motivatie van leerlingen bevordert. De intrinsieke motivatie wordt ook gestimuleerd doordat sociale media appelleren aan een gevoel van sociale verbondenheid.
Verder bevordert het werken met sociale media competenties die in de huidige samenleving van groot belang zijn (de zogenaamde 21st Century Skills, http://www.skills21.org/). Voorbeelden zijn: het kunnen denken in patronen, informatievaardigheden, creativiteit, kunnen samenwerken en problemen kunnen oplossen.
Vanuit het oogpunt van 'digitale didactiek' (http://wilfredrubens.typepad.com/wilfred_rubens_weblog/2009/04/tien-pijlers-van-digitale-didactiek.html) is de kracht van sociale media met name:
- Sociale media kunnen helpen een krachtige, afwisselende leeromgeving te creëren.
Als leerkracht beschik je over een gereedschapskist met tal van middelen die jou helpen om samen met je leerlingen een krachtige leeromgeving samen te stellen. Dankzij sociale media wordt die gereedschapskist nog gevulder. Je kunt leerlingen via Glogster (http://www.glogster.com/) digitale posters laten maken. Je kunt Diigo (http://www.diigo.com) of Delicious (http://delicious.com/) gebruiken om samen met je leerlingen –en op een gemakkelijke manier- belangrijke websites over een onderwerp te verzamelen en te delen. Zo zijn er tal van voorbeelden van sociale media die het mogelijk maken om een afwisselende en daarmee motiverende leeromgeving te creëren. Een belangrijk kenmerk daarbij is de authenticiteit. Google Earth (http://earth.google.com/) maakt het bestuderen van een land een stuk levensechter, in vergelijking met een traditionele globe of atlas. - Sociale media kunnen helpen de muren van de school te doorbreken.
Dankzij sociale media zoals RSS (http://nl.wikipedia.org/wiki/Really_Simple_Syndication) en Twitter (http://twitter.com) kom je in contact met een diversiteit aan mensen en materialen. Je komt daardoor gemakkelijk in aanraking met verschillende opvattingen over een bepaald onderwerp, waar je van kunt leren. Daarnaast kun je via applicaties zoals Ning (http://www.ning.com/) en Dropbox (http://www.dropbox.com/) eenvoudig samen werken met anderen (o.a. door documenten met elkaar te delen). Een ander voorbeeld zijn QR-codes (http://nl.wikipedia.org/wiki/QR-code) of toepassingen van augmented reality (http://nl.wikipedia.org/wiki/Toegevoegde_realiteit) die fysieke objecten zoals een standbeeld of foto kunnen verrijken met internetbronnen. En via Skype (http://www.skype.com/) kun je experts de klas in halen, die normaal gesproken niet naar jouw school toe kunnen komen. Zo organiseerde een Australische docent een skype-sessie over de Tweede Wereldoorlog met deskundigen in Singapore (http://wilfredrubens.typepad.com/wilfred_rubens_weblog/2011/04/skype-bij-geschiedenisonderwijs-in.html). - Sociale media stellen leerlingen in staat kennis te creëren.
Sociale media zijn bij uitstek geschikt om leerlingen actief aan de slag te laten gaan met het verzamelen, selecteren, verwerken en delen van informatie. Je kunt bijvoorbeeld via kringen in Google + (https://plus.google.com/) samen met anderen nadenken over de oplossing van een probleem. Ook kun je via Storify (http://storify.com/) zelf over een bepaald onderwerp een verhaal samenstellen, om dat met anderen te delen. De mindmap tool Mindmeister (http://www.mindmeister.com/) kan leerlingen helpen voor- en tegens van een bepaalde oplossing af te wegen, en een besluit te nemen. - Sociale media stellen leerlingen in staat om voor een breed publiek te publiceren.
Toen ik op de 'lagere school' zat, werkten wij aan een project over Suriname. De eindresultaten werden in een tentoonstelling gepresenteerd. En wat was je trots als je ouders, je zus en grootouders kwamen kijken wat je had gemaakt. Dankzij sociale media kunnen leerlingen hun producten aan een veel breder publiek tonen. Dat werkt niet alleen heel motiverend, maar het zorgt er ook voor dat leerlingen extra veel zorg besteden aan de producten. Voorbeelden zijn weblogs, video's op YouTube (http://www.youtube.com) of Vimeo (http://vimeo.com/) en foto's op Picasa (http://picasa.google.com/) of Flickr (http://www.flickr.com/). - Sociale media helpen denk- en samenwerkingsprocessen transparant te maken.
Met behulp van Google Docs (http://docs.google.com) en wiki's (http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiki) kun je leerlingen niet alleen samen laten werken aan documenten, maar je kunt ook de historie van de ontwikkeling van het document bekijken. Op die manier kun je nagaan welke leerlingen een actieve en welke leerlingen een minder actieve rol hebben gespeeld binnen het samenwerkingsproces. Een applicatie als Socrative (http://www.socrative.com/) stelt je in staat om op een snelle manier tijdens een les te checken of leerlingen de uitleg hebben begrepen.
Tot slot wil ik een aantal tips geven die je kunnen helpen bij de inzet van sociale media in het onderwijs:
- Kijk niet afzonderlijk naar sociale media.
Het risico bestaat dat je dan te technologie-gedreven denk. Start vanuit leerdoelen die je wilt bereiken. Bedenk daar vervolgens leeractiviteiten, sociale media en leerinhouden bij. Het zogenaamde TPACK-model (http://www.tpacknl.nl/) kan je hierbij helpen. Kennisnet heeft hier een prima (en gratis) boekje over geschreven (http://redactie.kennisnet.nl/attachments/session=cloud_mmbase+2215056/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK.pdf). Als je sociale media los van het curriculum inzet, dan is de kans op mislukking aanzienlijk. - Focus je op een aantal toepassingen.
Je hebt als docent de keuze uit honderden applicaties. Deze keuzevrijheid kan ook beklemmend werken (hoe meer keuze, hoe ongelukkiger mensen vaak worden; de zogenaamde ‘paradox of choice’; http://www.ted.com/talks/barry_schwartz_on_the_paradox_of_choice.html). Oriënteer je daarom op toepassingen (bijvoorbeeld via dit boek), en selecteer er enkele waarmee je de komende tijd aan de slag gaat. - Bereid leerlingen en ouders voor op het gebruik van sociale media.
Leerlingen zijn vaak ICT-vaardig, maar niet altijd ICT-bekwaam. Als je met jonge leerlingen werkt is het ook verstandig om met ouders te communiceren dat je sociale media gebruikt, en hoe. Benadruk ook dat je docent/leerkracht bent, en geen ‘vriend’.
Wilfred Rubens
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een mooie samenvatting van mijn visie op het gebruik van sociale media in de klas! Ik gebruik 12 van de vermelde toepassingen met mijn studenten in de lerarenopleiding. Zelfs voor deze facebookgeneratie is het niet vanzelfsprekend deze toepassingen doelgericht in te zetten in een onderwijscontext!