Het open leerplatform OpenU van de Open Universiteit wordt voor verschillende innovatieve diensten op het gebied van onderwijs en leren gebruikt. In dit artikel beschrijven mijn collega Bert Hoogveld en ik aan de hand van twee cases hoe OpenU gebruikt wordt als platform binnen ‘blended’ professionaliseringstrajecten, en welke uitdagingen daarbij ervaren worden. Dit artikel is gisteren verschenen in het tijdschrift Onderwijsinnovatie.
Het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit verzorgt binnen onderwijsinstellingen professionaliseringstrajecten voor docenten. Die trajecten bestaan meestal uit een combinatie van face-to-face bijeenkomsten en online leren (blended learning).
Het 4C/ID-model (Vier-Componenten voor Instructional Design) is een ontwerpmodel voor curricula dat een aantal jaren geleden is ontwikkeld aan de Open Universiteit. Dit model, waarnaar inmiddels veel onderzoek is gedaan, integreert een groot aantal (leer)psychologische principes tot een wetenschappelijk verantwoorde methodiek voor het ontwerpen van oefentaken om een bepaalde complexe taak onder de knie te krijgen. CELSTEC verzorgt op verzoek van onderwijsinstellingen die hun curriculum willen herontwerpen met de 4C-ID-methodologie, deskundigheidsbevordering.
De aanpak hiervan bestaat uit een korte maatwerk-in-company-training, gevolgd door begeleiding van het ontwerpteam tijdens de ontwerpfase. De ervaring leert dat de in-company-training goed past in de tijdschema’s, maar minder goed bijdraagt aan de ‘schemavorming’ van de te professionaliseren teamleden, waardoor het werken aan een eigen ontwerp met een pas aangeleerd model voor hen in het begin nog moeilijk en cognitief belastend is.
Begeleidingsfeedback
Bij de reguliere cursus “Ontwerpen van onderwijs en opleidingen” werken studenten ook aan een eigen ontwerp. Ook deze studenten ervaren soms moeilijkheden tijdens het ontwerpen. Met een korte begeleidingsfeedback via een online cursusruimte in OpenU helpt de docent hen op weg, zodat de studenten zelfstandig verder kunnen. Omdat deze studenten langer bezig zijn zich de methodiek eigen te maken en dit individueel toepassen op hun eigen probleem, ‘valt bij hen het kwartje eerder’ dan bij de trainees die in korte tijd veel info moeten opnemen en meteen in het diepe springen.
Daarom gebruikt CELSTEC OpenU nu ook bij incompany professionalisering, in aanvulling op de genoemde maatwerk training. Medewerkers van onderwijsinstellingen, die zich bekwamen in het herontwerp van het curriculum op basis van het 4C/ID-model hebben dan toegang tot materialen en opdrachten van de ontwerpgerichte cursussen van Onderwijs- en Leerwetenschappen. Zij kunnen zich ook inschrijven voor online masterclasses van Onderwijs- en Leerwetenschappen. In een aparte besloten OpenU-community krijgen zij vervolgens naast enkele face to face bijeenkomsten begeleiding in het toepassen van de methodiek. De medewerkers plaatsen de ontwerpresultaten die op deze manier ook voor de collega-docenten van het ontworpen curriculum beschikbaar komen. Daardoor wordt discussie bevorderd, worden vragen opgeroepen en beantwoord en het draagvlak verbreed tot buiten de kleine ontwerpgroep. Deze werkvorm is daarmee dus in wezen een leernetwerk van professionals. Dat is een geheel nieuwe wijze van leren van professionals.
Moderator
Medewerkers van CELSTEC fungeren als moderator van dergelijke communities, stimuleren discussies en geven feedback. Het aantal dure en relatief minder effectieve ‘fysieke’ bijeenkomsten kan daardoor teruggebracht worden, waardoor het professionaliseringstraject ook aan efficiëncy wint.
De OpenU-infrastructuur, de eigen deskundigheid en curriculumervaring faciliteren een wijze van ontwerpen, waarbij de onderwijsinstelling maximale betrokkenheid heeft bij het ontwerp en dus ook de impact van de vernieuwing hoog zal zijn. Bovendien is het via dergelijke communities aan een ontwerp werken goedkoper dan voor alle activiteiten een deskundige ter plekke bestellen. Je hebt als moderator bovendien meer sturing op het geheel omdat iedereen het resultaat steeds direct beschikbaar heeft en de ontwerpresultaten en processen behalve zichtbaar ook gedocumenteerd worden, iets dat in de praktijk van curriculumontwerp nogal eens ontbreekt.
Professionalisering digitale didactiek
Eén van de belangrijke succesfactoren van de invoering van ICT in het onderwijs, is professionalisering van docenten op het gebied van ‘digitale didactiek’. Deskundigheidsbevordering op dit terrein wordt vaak benaderd als een eenmalige activiteit, zoals een studiemiddag. CELSTEC beschouwt dit echter als een proces waarbij professionalisering en onderwijsontwikkeling met elkaar geïntegreerd worden. Docenten leren meer over digitale didactiek door hun onderwijs aan te passen met behulp van de mogelijkheden die technologie biedt. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van weblogs binnen samenwerkend leren.
Een voorbeeld van een dergelijk traject kan er als volgt uitzien.
- Via een interactieve presentatie maken de deelnemende docenten kennis met trends en ontwikkelingen op het gebied van ICT en leren. Daarbij gaat het niet alleen om technologische ontwikkelingen (zoals de opkomst van mobiele technologie en sociale media), maar ook om veranderende opvattingen over leren èn om de wijze waarop ICT en opvattingen over leren met elkaar verwerven zijn. Technologieën maken immers leeractiviteiten mogelijk, die zonder ICT niet of lastig te organiseren zijn. Denk aan het organiseren van een interview met experts uit het buitenland. Een applicatie als Skype maakt dit mogelijk.
- In een workshop maken docenten uitgebreider kennis met enkele technologieën, en hun betekenis voor leren. Vervolgens ontwikkelen zij in groepjes voor een bepaalde doelgroep een les op basis van een leerdoel, een didactische aanpak en een medium. Daarna ontwikkelen zij een les waarbij zij de didactische aanpak zelf kunnen kiezen. De uitwerkingen delen zij via een online community in OpenU.
- Docenten verkennen zelfstandig verschillende technologieën (minimaal vijf). Zij maken daarbij gebruik van de beschikbare overzichten van technologieën die via OpenU toegankelijk zijn gemaakt. In een wiki op OpenU beschrijven zij de didactische eigenschappen en de sterke en minder sterke kanten van de tools. Een groep van tien docenten ontwikkelt op deze manier al snel een inventarisatie van vijftig technologieën.
- De docenten gaan vervolgens individueel en in eigen tijd een deel van het eigen onderwijs opnieuw vormgeven, uitgaande van bestaande leerdoelen en hun doelgroep. Zij maken een keuze voor een didactische aanpak en voor technologieën die zij daarbij willen gebruiken. De technologieën kunnen zij selecteren op basis van de gezamenlijk samengestelde inventarisatie. De concept-ontwerpen delen zij via OpenU. Daarbij is vooral de argumentatie belangrijk.
- Deelnemende docenten worden aan elkaar gekoppeld, zodat zij elkaars ‘buddy’ vormen. Via OpenU geven de buddies feedback op elkaars concept-ontwerp. De begeleider van CELSTEC geeft ook feedback. Vervolgens stelt de docent op basis van de feedback het ontwerp bij.
- In een face-to-face bijeenkomst presenteren docenten hun bijgestelde ontwerpen. De aanwezigen discussiëren over de gemaakte keuzes en de argumentatie.
- Parallel aan dit traject nemen de deelnemende docenten deel aan zes online masterclasses op het gebied van digitale media en leren, die binnen OpenU worden verzorgd. Via reflectieopdrachten koppelen deelnemende docenten kennis uit zes online masterclasses aan de uitgangspunten van het eigen onderwijs. Hierdoor leren de docenten op een meer verdiepende manier (double loop learning).
- In een evaluatiebijeenkomst wordt gereflecteerd op de leerresultaten. De participerende docenten ontvangen een certificaat voor een Leertraject: Leren en Doceren in de 21e eeuw.
Uitdagingen
Onze ervaring is, dat de combinatie van face-to-face leren en online leren bij professionalisering goed kan werken. De grootste uitdaging vormt het gegeven dat de meeste docenten niet gewend zijn om via een open leerplatform actief te leren. Het duurt altijd enige tijd voordat docentcommunities ‘tot leven gewekt’ zijn. De deelnemende docenten zullen tijd en gelegenheid moeten nemen om te participeren. Zij zullen deelname naast hun dagelijkse werk en privéleven moeten inplannen. Het feit dat professionalisering rechtstreeks ten dienste staat aan onderwijsontwikkeling, verleent overigens betekenis aan deze manier van leren waardoor de urgentie om werkend te leren groter wordt.
Een andere uitdaging is dat begeleiders zich weten te focussen tot de belangrijkste feedback. Als cursisten namelijk erg actief zijn, kunnen begeleiders overspoeld worden met werk als zij op alle details reageren.
Tenslotte speelt de digitale geletterdheid van deelnemende docenten nog steeds een grote rol. Docenten blijken lang niet altijd voldoende bekwaam op het gebied van ICT om mee te doen met blended learning.
Wilfred Rubens en Bert Hoogveld
Wilfred Rubens is projectleider OpenU en verbonden aan het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit.
Bert Hoogveld is universitair docent en consultant aan het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit.
Reacties op dit artikel kunnen gemaild worden naar: wilfred.rubens@ou.nl
Dit is het vijfde artikel in een reeks over OpenU waaraan het tijdschrift OnderwijsInnovatie de komende edities aandacht zal besteden. OpenU is te vinden op: www.openu.nl
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie