Michael King relateert het belang van open education tegen de achtergrond van de toenemende behoefte aan goed opgeleide professionals. Om aan deze behoefte tegemoet te komen, zal fors geïnvesteerd moeten worden in het onderwijs.
De investeringen blijven echter achterwege. En als investeringen in technologie worden gedaan, dan blijven de resultaten achter bij de verwachtingen. King ziet daarvoor een aantal oorzaken:
Siloed institutions and enterprise applications, lack of data interoperability, escalating total cost of ownership, and absence of industry standards contribute to inefficient processes, creating barriers to collaboration and innovation.
Open education is volgens King een belangrijk antwoord op deze problematiek. De toegankelijkheid van het onderwijs wordt er door vergroot, kosten worden verlaagd en de kwaliteit van het onderwijs wordt verbeterd.
Een duidelijke boodschap, vind ik. Helaas giet hij over de voorbeelden een fors IBM-sausje (King is vice president van IBM Education Industry). Het lastige is dat dit appèl van een hoog macroniveau is. Organisatiebelangen ('wij hebben veel geïnvesteerd in contentontwikkeling') en persoonlijke belangen (zoals de autonomie van de onderwijsgevende) kunnen haaks staan op open education. Je kunt de realisatie van open education wat mij betreft dan ook niet aan de markt of aan individuen over laten. Stimulering en sturing door de overheid is m.i. hierbij van belang.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie