Ik zeg niets nieuws als ik stel dat technologische ontwikkelingen zich in een rap tempo voltrekken. Onderwijsinstellingen en opleidingsinstituten hebben daarbij vaak moeite het kaf van het koren te scheiden. Wat zijn strategisch belangrijke technologieën?
Het EDUCAUSE Center for Analysis and Research (ECAR) heeft hier een rapport over geschreven. Christopher Brooks vat dit rapport samen. Het rapport zelf is niet vrij toegankelijk. Volgens Brooks definieert ECAR een technologie als strategisch op basis van tijd, actieve aandacht en prioriteit die de technologie krijgt. Men kijkt hierbij overigens naar de investeringen die instellingen op dit moment doen, en niet naar technologische ontwikkelingen en hun mogelijke bijdrage aan strategische onderwijsvraagstukken.
De nummer één technologie is dan ‘active learning classrooms’ (ALC). Dit zijn bijvoorbeeld beeldschermen die lerenden kunnen gebruiken om in de klas in kleine groepjes met elkaar samen te werken, bijvoorbeeld om te brainstormen (wat overigens niet zo’n heel leerzame werkvorm is; brainwriting wel). De apparaten van lerenden kunnen op deze beeldschermen worden aangesloten. Draadloos internet speelt hier ook een belangrijke rol bij. Tafelmicrofoons worden gebruikt om alle lerenden een stem te geven. Mogelijk vallen applicaties als Padlet hier ook onder. Bovenstaande foto laat een ander beeld van een ALC zien.
Andere belangrijke technologieën zijn:
- Het gebruik van mobiele apparaten.
- Het gebruik van Application Programming Interfaces (belangrijk voor de integratie van applicaties).
- Technologieën om mee te plannen, inclusief leerplannen van individuele lerenden.
- Mobiele applicaties voor toepassingen van de organisatie.
Verder staan nogal wat beheersmatige technologieën en technologieën voor data analyses in de lijst. Opvallend is dat open educational resources onder aan de lijst staan. Men verwacht dat deze in 2022 nog niet ‘mainstream’ zijn, maar wel in opkomst.
Brooks staat in zijn bijdrage verder uitgebreider stil op het belang van de inrichting van learning spaces voor actief leren, en hoe je je daar als instituut verder in kunt ontwikkelen.
Ik vind het opvallend dat de lijst met strategische technologieën vooral bestaat uit ICT die ‘op school’ wordt gebruikt, en minder gericht is op plaats- en tijdonafhankelijk leren. Het (all-in-one) leermanagement systeem staat ook niet in deze lijst. Verder valt het me op dat geen enkele technologie al ‘mainstream’ is terwijl de technologieën vaak al vele jaren bestaan (maar ook steeds krachtiger worden). Dat zegt m.i. veel over het vermogen van onderwijsinstellingen en opleidingsinstituten om -zeker in vergelijking met andere sectoren- ICT te adopteren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie