De casus van de Amsterdamse Steve Jobs-school illustreert dat ‘didactische drama’s’ vele oorzaken hebben. Technologiegedrevenheid is er één van. Gelukkig zijn er ook positieve ervaringen te melden.
Afgelopen zaterdag publiceerde het Parool een artikel waarin “het vlaggenschip van de Steve Jobsscholen” -De Ontplooiing- omschreven wordt als “een fiasco”. In juni 2017 wordt de school door de onderwijsinspectie als zeer zwak beoordeeld (onvoldoende presteren bij taal en rekenen, leerkrachten weten niet goed wat leerlingen nodig hebben, tekort aan veiligheid). Verder is er bestuurlijk-organisatorische onrust, en hebben veel leerlingen de school voortijdig verlaten.
Het artikel uit het Parool geeft ook zicht op de oorzaken. Het bestuur is onervaren, de school krijgt een relatief grote instroom te verwerken van leerlingen “met een moeizame schoolcarrière”, er is weinig structuur en te veel vrijheid terwijl leerlingen daar niet mee om kunnen gaan, en de iPad zou verslavend werken. Verder schijnt er relatief veel geweld gebruikt te worden, is sprake van geen duidelijk uitvoerbare visie en ontbreekt het aan bruikbare tools en apps. De problemen leiden ook tot overwerkte docenten.
Bovendien stuiten de commerciële weg (o.a. dure software) op begrijpelijke bezwaren van aangesloten scholen. Dit issue staat echter los van de problemen van De Ontplooiiing.
Pedro de Bruyckere schrijft dat eigenlijk een onderzoekscommissie -zoals deze functioneert bij een vliegramp- naar deze casus zou moeten kijken om geleerde lessen voor onderwijsvernieuwing te kunnen formuleren.
Zelf moest ik weer denken aan één van John Hattie’s uitspraken:
the medium of instruction does not matter; it is how it is used to support instruction and facilitate learning that affects outcomes. (Hattie, 2009, p. 233)
Volgens mij geldt dat ook in dit geval. De oorzaken van deze miskleun hebben niet te maken met de iPad, maar vooral met veel andere zaken. Tijdens gastcolleges en workshops gebruik ik vaker mijn implementatiemodel om een Amerikaanse casus rond de invoering van iPad’s te analyseren. Dat kun je volgens mij ook in het geval van ‘De Ontplooiing’ doen. Uit de beschrijving in het artikel haal ik met name technologiegedrevenheid, een onvoldoende ‘evidence-informed’ didactisch concept, leerlingen in het diepe gooien, en bestuurlijke onervarenheid (ervan uitgaande dat het Parool de situatie juist weergeeft).
Dat het ook anders kan, laat het artikel Actief leren met iPads op Sint Ursula Horn zien. Deze school profileert zich absoluut niet als een iPad-school, maar wel als een school die een onderwijsvernieuwing met succes heeft gerealiseerd. In dit innovatietraject is gewerkt aan visieontwikkeling en is fors geïnvesteerd in professionalisering. De iPad is vooral gebruikt om een activerende didactiek mogelijk te maken. De school besteedt ook veel aandacht aan het meten van de effecten van de innovatie. Ik heb hier eerder over geblogd.
Met andere woorden: het is wel mogelijkheid om ICT in te zetten voor succesvol onderwijs. Succes en falen worden niet veroorzaakt door de technologie zelf. Wel kun je technologie op een niet-doordachte manier inzetten. Ook kun je technologie gebruiken die niet bij je onderwijs past (bijvoorbeeld een tablet voor tekstverwerken).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Instemmende groet,