De toenemende erkenning van leren buiten de setting van de onderwijsinstelling leidt tot ontwrichting van het onderwijs. Het onderwijs zal zich daardoor opnieuw moeten uitvinden, net als bedrijven als Nokia dat moeten doen om te kunnen overleven. Randy Bass probeert deze ontwikkeling voor het onderwijs te duiden.
Volgens Randy Bass komt het formele curriculum van instellingen voor hoger onderwijs steeds meer onder druk te staan. Bass stelt dat het onderwijs, onder meer dankzij het uitvoeren experimenten, zelf schuld is aan deze ontwrichtende innovaties. De oorzaak hiervan vat hij als volgt samen:
A growing appreciation for the porous boundaries between the classroom and life experience, along with the power of social learning, authentic audiences, and integrative contexts, has created not only promising changes in learning but also disruptive moments in teaching.
Het formele curriculum vormt daarmee niet meer het hart van het onderwijs aan niet-gediplomeerden. Volgens hem zal dit grote gevolgen hebben voor de structuur van het hoger onderwijs. Tegelijkertijd moeten onderwijsorganisaties zich veel intensiever verantwoorden over wat studenten leren.
Een aantal factoren spelen volgens hem hierbij een rol.
1. Lerenden zullen niet alleen maar hoger onderwijs genieten door het volgen van cursussen. Zij zullen participeren in tal van leeractiviteiten, zoals leer communities en samenwerkingsprojecten (“high-impact practices”), die van grote betekenis zullen zijn voor hun ontwikkeling. Bass schrijft hierover:
From the perspective of the impact on learning, this intersection of the most learning-intensive experiences in the co-curriculum and in the few exceptional, often experientially focused courses in the formal curriculum forms the new center—the recentered core—of undergraduate learning.
Als reactie hierop ontwikkelen docenten meer high impact cursussen (onder meer door technologie in te zetten). Of zij proberen het formele curriculum te verbinden met het experimentele co-curriculum (via een e-portfolio laten waarderen van extra-curriculaire leeractiviteiten).
2. De participatieve cultuur van het internet de daarmee samenhangende vormen van zelfgeorganiseerd leren leiden tot veranderingen in het curriculum doordat onderwijsontwikkelaars elementen uit deze cultuur gaan integreren in cursussen.
3. Het curriculum is niet meer zodanig opgebouwd dat studenten eerst volgestopt worden met leerstof, waarna zij mogen proberen deze leerstof in de praktijk toe te passen. In plaats daarvan zijn theorie en praktijk meer als een spiraal met elkaar verweven. Want, schrijft Bass:
a lot of meaningful activity—struggling, processing, sense-making—is going on in the intermediate space between novice and expert. In the learning paradigm, we are focusing not on the expert’s products but, rather, on the expert’s practice. That new “endpoint” changes what we should be attending to in the intermediate processes.
4. Het gebruik van nieuwe modellen voor curriculumontwerp waarbij de cursus en de lerende centraal staan, en verschillende services samen beschikbaar zijn om het leren mogelijk te maken (persoonlijke begeleiding, klassikale instructies, contentmanagement, online leren, technologie voor face-to-face leren, enzovoorts):
A key aspect of the team-based design is the move beyond individualistic approaches to course innovation. In higher education, we have long invested in the notion that the way to innovate is by converting faculty. This move represents a shift in strategy: instead of trying to change faculty so that they might change their courses, this model focuses on changing course structures so that faculty will be empowered and supported in an expanded approach to teaching as a result of teaching these courses.
5. Er is sprake van systeemdenken, waarbij e-portfolio’s worden gebruikt om verbindingen te leggen, onder meer tussen het formele en experimentele curriculum. E-portfolio’s worden ook gebruikt om studenten na te laten denken hoe zij zich willen representeren.
In feite komt het er op neer dat het hoger onderwijs zichzelf opnieuw moet uitvinden, net zoals bedrijven als Nokia dat moeten doen als gevolg van sociale, economische, culturele en technologische ontwikkelingen. Je ziet aan bedrijven als Kodak of Selexyz wat er kan gebeuren als je niet (tijdig) innoveert. Of gelden voor publiek gefinancierd onderwijs andere wetten?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie