Tijdens de Coronacrisis zijn onderwijsinstellingen op een gegeven moment -in verband met de 1,5 meter- les gaan geven waarbij de helft van de lerenden fysiek deelnam, terwijl de andere helft online participeerde. Bij de Universiteit van Copenhagen hebben ze ontdekt dat de lerenden die online deelnamen aan een hoorcollege meer actief waren dan de lerenden die in de collegezaal aanwezig waren.
Hoorcolleges kunnen passieve sessies zijn. Het leerzame karakter ervan is groter naarmate lerenden de leerstof actiever verwerken, en een docent instructie afwisselt met -bijvoorbeeld- interactie. Bij ‘simultaan verzorgde’ hoorcolleges is het dan extra belangrijk dat je ervoor zorgt dat lerenden die online participeren ook actief betrokken worden. Zij ervaren immers een grotere psychologische en communicatieve afstand dan de lerenden die fysiek aanwezig zijn.
Bij de Universiteit van Copenhagen merkte men echter dat het juist de online lerenden waren die actiever deelnamen aan een hoorcollege. Zij hebben dit meer systematisch onderzocht door opnames van 282 colleges, die werden gegeven aan de farmaceutische, medische en veterinaire faculteiten, te analyseren. De onderzoekers hebben verder instant message-verslagen van drie colleges onderzocht en 15 groepsinterviews met lerenden over hun onderwijservaringen gehouden.
Online lerenden waren actiever in het stellen van vragen over de instructie. Ze stelden veel vragen in de chats. De fysiek aanwezige lerenden stelden heel weinig vragen aan docenten.
Mogelijke redenen zijn volgens de onderzoekers:
- De geïnterviewde lerenden geven aan dat het gemakkelijker is om vragen te stellen in een chat dan in een zaal. Je wilt namelijk niet gezien worden als de lerende die een domme vraag stelt.
- Lerenden zijn gewend om schriftelijk met elkaar te communiceren via sociale media.
- Lerenden kunnen de verwachting hebben dat grootschalige hoorcolleges vooral eenrichtingscommunicatie van de docent impliceren. Wellicht zijn deze lerenden wel actiever tijdens kleinschaliger sessies.
Volgens de onderzoekers kunnen chats belangrijk zijn voor een dieper begrip van de inhoud, omdat er meer communicatie is tussen lerenden onderling en met de docent. Dit werkt vooral goed als een e-moderator vragen uit de chat bij het college betrekt. De e-moderator bedient de camera dan ook een dynamische manier, zodat lerenden op afstand kunnen zien wanneer de docent op een bord schrijft of dia’s aanwijst. Verder is het belangrijk dat een docent het stellen van vragen bevorderd en aangeeft dat het niet erg is om fouten te maken.
Mijn opmerkingen
- Bij simultaan onderwijs is het een hele uitdaging om online lerenden erbij te betrekken. Een grootschalig hoorcollege is echter een specifieke setting. Lerenden kunnen zich niet op hun gemak voelen mondeling een vraag te stellen, in aanwezigheid van vele anderen. Het gebruik van een online ‘back chanel’ of het gebruik van een student response systeem zoals Mentimeter kunnen dan helpen.
- Het is sowieso van belang dat je bij een hoorcollege ook een activerende didactiek toepast (peilingen, discussies over peilingen, groepsopdrachten, gericht vragen stellen, enzovoorts). Alleen de gelegenheid geven om vragen te stellen, is vaak onvoldoende.
- Docenten hebben een belangrijke taak als het gaat om het creëren van een sfeer waarin lerenden vragen durven te stellen en reacties te geven. Docenten kunnen lerenden op hun gemak stellen en niet laten merken als zij een vraag of antwoord ‘dom’ vinden.
- In het artikel wordt gesproken over het HyFlex-model. Dat is een onderwijsmodel waarbij je lerenden laat kiezen of zij onderwijs fysiek, online of blended willen bijwonen. Je biedt hetzelfde onderwijs dan in verschillende modaliteiten aan, en geeft lerenden de keuze. Bij simultaan onderwijs worden lerenden noodgedwongen gesplitst in een groep die fysiek of online deelneemt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie