Online round table best practices ICT in het onderwijs #ou_ow

Tijdens een online rondentafelgesprek zijn vier best practices op het gebied van ICT in het onderwijs gepresenteerd. Ik mocht er op reflecteren. Over dat laatste gaat deze blog overigens niet.

Jongeren zijn handig in ICT-gebruik, maar zijn vaak niet in staat om effectief informatie te zoeken. Vooral evalueren en beoordelen vinden zij moeilijk. Docenten weten juist wat belangrijk is in hun vakgebied, en wat belangrijke bronnen zijn.

Amber Walraven heeft onderzoek gedaan hoe je op een andere manier onderwijs kunt verzorgen, waarbij leerlingen infomatie op een effectieve manier zoeken op internet en de docent veel minder uitleg geeft. Deze lessen zijn ontworpen samen met docenten. Daardoor accepteren zij de andere aanpak. Informatievaardigheden en vakinhouden komen daarbij geïntegreerd aan de orde. Volgens Amber is het selecteren van informatiebronnen complexer geworden, doordat leerlingen gemakkelijker op bronnen stuiten die niet deugen.

Volgens haar kunnen leerlingen en docenten ook prima samen leren op een effectieve manier te leren.

Lex Bijlsma vertelde over het ontwikkelen van een cursus door docenten, waarbij men meteen hun vakgebied bijhield. In dit geval op het gebied van programmeertaal Scala. Twitter is geschreven in deze taal. Normaliter ontwikkelt men zo’n cursus in beslotenheid, nu via een community in de online omgeving OpenU. Het resultaat was een online cursus, maar de procesmatige aanpak was ook een belangrijk resultaat. Co-creatie door professionals (docenten en studenten Informatica) bleek ook een zeer efficiënte manier van werken. De cursus kwam in kortere tijd tot stand. Naar aanleiding van een vraag ging Lex in op de generaliseerbaarheid van deze aanpak. De beschikbare expertise en cultuur van samenwerking binnen Informatica bevorderde deze werkwijze. Desalniettemin kunnen ook andere sectoren hier gebruik van maken. De cursus Scala is overigens als open educational resources beschikbaar.

Milou de Smet heeft onderzocht hoe je ICT kunt gebruiken om leerlingen in het voortgezet onderwijs teksten te helpen structureren. Dat vindt men lastig. Ze moeten eerst een plan, een outline, maken. Een tekstverwerker bevat standaard zo’n outlinetool. Als leerlingen vaak genoeg met deze tool werken, dan gaan zij ook betere schrijfproducten ontwikkelen. Hoe groter de tekst, des te effectiever deze tool werkt.

Je krijgt daardoor geen standaardproducten omdat inhoud, anekdotes en argumentaties steeds verschillen. Het principe van zo’n outlinetool is ook relevant voor het basisonderwijs. Bij de Open Universiteit wordt dit middel ook gebruikt. Milou kijkt nu ook hoe je instructies voor docenten kunt toevoegen aan deze tool. Docenten zijn vaak ook enthousiast over deze toepassing. De komende tijd zal Milou uitgebreidere toepassingen van deze outlinetool onderzoeken. In Didactief en Onderwijsinnovatie heeft zij hierover gepubliceerd.

Eliane Segers heeft onderzoek gedaan naar multimediagebruik in de klas. De combinatie en integratie van beeld, geluid en tekst. Er komt daardoor vaak veel informatie tegelijkertijd bij leerlingen binnen. Beeld en geluid werkt op de korte termijn bijvoorbeeld beter dan beeld en tekst. Op langere termijn onthoud je meer van beeld en tekst, dan van beeld en geluid. Doordat multimedia vaker worden ingezet, wordt dit onderzoek relevanter. Als docent moet je redundante informatie oppikken, en selectief gebruik maken van multimedia. Voor zwakke lezers kan de combinatie tussen geluid en beeld effectiever werken. Een vervolgonderzoek, dat wordt uitgevoerd, gaat over tactile informatie (aanraken, tablets). Eliane stelde tenslotte dat multimedia een verrijking is voor het onderwijs.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *