Ongelijkheid bestrijden met ontwrichtende onderwijstrends?

Het Amerikaanse onderwijssysteem is niet effectief en draagt bij aan maatschappelijke ongelijkheid. Jongeren worden er onvoldoende voorbereid op functioneren binnen de post-industriële netwerksamenleving. Ben Hecht signaleert echter vijf disruptieve onderwijstrends die kunnen leiden tot verbetering. De toestand in ons land is minder alarmerend. Toch is het relevant om te kijken of deze trends ons onderwijssysteem ook kunnen verbeteren, en ongelijkheid tegen kunnen gaan. Over het laatste heb ik twijfels.

Het gaat volgens Hecht om de volgende trends:

  1. Het creëren van adaptieve en optimale leeromgevingen. Hecht ziet in learning analytics en recommender systemen kansen om leeromgevingen te ontwikkelen die gepersonaliseerd leren mogelijk kunnen maken. Dit zou vooral mogelijkheden bieden voor arme scholen die door geldgebrek moeten werken met overvolle klassen. Ben Hecht heeft helaas geen oog voor de risico's van learning analytics, gelooft nog steeds in leerstijlen en neemt helaas genoegen met het bestaan van arme scholen. Ik ben voor gepersonaliseerd leren en adaptieve leeromgevingen. Maar vindt het vooral belangrijk dat de kloof tussen rijk en arm ook op andere manieren wordt gedicht.
  2. Massive Open Online Courses. Deze MOOC's kunnen volgens Hecht de toegankelijkheid van het onderwijs ook vergroten. In samenwerking met commerciële aanbieders zullen ook MOOC's aangeboden worden, waarvoor lerenden studiepunten kunnen krijgen die toegang geven tot gecertificeerde onderwijsprogramma's. Ik vind het zelf te vroeg om te stellen dat MOOC's deze belofte gaan invullen. Ze kunnen ook tweederangs onderwijs worden.
  3. De flipped classroom. Dankzij dit concept beschikken docenten, bijvoorbeeld via de Khan Academy, over kwalitatief goede content. Zij kunnen zich daardoor focussen op de ontwikkeling van bekwaamheden die er in de 21e eeuw toe doen, en op het toepassen en verwerken van het geleerde. Ouders kunnen hun kinderen thuis stimuleren om content te bestuderen. Kinderen uit gezinnen met lage inkomens vinden volgens Hecht online ondersteuning, die hun ouders niet kunnen bieden, en kunnen gemiste lessen achteraf online bekijken. Ook nu kijkt Hecht wat al te simpel tegen de werkelijkheid aan. Bovendien missen deze lerenden wellicht geen instructies, maar wel de ontwikkeling van de bekwaamheden van de 21e eeuw. Daar richten docenten zich in zijn visie immers tijdens bijeenkomsten op.
  4. Interactieve content en gaming gebruiken. Ben Hecht wijst hierbij op het motiverende karakter van deze leerstof. Ook zou dergelijke content bij uitstek geschikt zijn voor het ontwikkelen van bekwaamheden van de 21e eeuw.
  5. Nieuwe technologieën maken netwerkleren en 'peer-to-peer' leren mogelijk. Ook kun je gemakkelijker gebruik maken van online begeleiding. Er zijn al diverse initiatieven die hier op gericht zijn. Vaak, volgens Hecht, gratis. Het is echter de vraag wat 'gratis' betekent.

Ben Hecht beschrijft relevante trends op het gebied van ICT en onderwijs. Deze ontwikkelingen kunnen wel degelijk bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en personalisering. Maar ik vind het naïef om te denken dat deze ontwikkelingen de maatschappelijke ongelijkheid bestrijden. 'Open education' -waar onder MOOC's- kan hier wel aan bijdragen. Maar dan moet dergelijk onderwijs duurzaam worden aangeboden, goedkoop blijven, van hoge kwaliteit zijn en een civiel effect hebben. De vraag is wel wie hiervoor gaat betalen. De belastingbetaler? Probeer dat verhaal eens te verkopen in conservatieve samenlevingen zoals de VS of Nederland!

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *