Onderwijsinstellingen te afhankelijk van Google?

In de Verenigde Staten lijken scholen steeds afhankelijker te worden van Google. Dat heeft risico’s. En dat geldt overigens ook voor de afhankelijkheid van andere technologie-bedrijven. Plus voor het onderwijs in andere landen.

Google Classroom
Bron: Google

Binnen het onderwijs wordt Google op grote schaal gebruikt. En dan heb ik het niet alleen over de zoekmachine, maar ook over Google Apps for Education (met volgens eigen zeggen wereldwijd 30 miljoen actieve gebruikers). Sinds kort zijn daar de relatief goedkope Google Chromebook bijgekomen (85% van de verkoop binnen de VS vond binnen het onderwijs plaats), plus de educatieve applicatie Google Classroom (eenvoudige omgeving voor opdrachten).

In de VS maken scholen dus in toenemende mate gebruik van deze technologieën, met name vanwege de lage kosten. Dat zou ook wel eens ertoe kunnen leiden dat deze toepassingen binnen ons onderwijs populair worden (een Nederlandstalige versie is wel voorwaarde).

Anya Kamenetz laat in What Do Schools Risk By Going ‘Full Google’? niet alleen docenten aan het woord die de didactische meerwaarde van deze toepassingen onderstrepen, maar ook betrokkenen die zich zorgen maken. Samenvattend komen deze ‘issues’ op het volgende neer:

  • We worden steeds afhankelijker van ICT, terwijl niet iedereen voldoende toegang heeft tot internet. Dit argument speelt in ons land in veel mindere mate.
  • Google wil vooral jongeren binden aan het merk ‘Google’.
  • Google gaat niet heel zorgvuldig om met de privacy. Zo hebben zij ooit data-mining op email berichten van lerenden los gelaten, om onder andere gerichter advertenties te kunnen plaatsen. Dat schijnt men overigens niet meer te doen.
  • De gebruikersvoorwaarden van Google veranderen regelmatig, zodat je niet altijd weet waar je aan toe bent. Scholen en docenten zijn echter wel verantwoordelijk voor de privacy van lerenden binnen educatieve applicaties.
  • Google is een ICT-bedrijf. Zij testen applicaties uit, maar kunnen toepassingen ook zo maar weer stopzetten. Denk aan Google Reader of Google Wave. Scholen lopen het risico om tijd en energie te investeren in Google Classroom of Google Hangout, om na -pak ‘m beet’ een jaar weer voor een andere leertechnologie te moeten kiezen. Docenten hebben geen zin om steeds van technologie te moeten veranderen.

Je moet er wat mij betreft inderdaad voor waken om te afhankelijk te worden van een bepaalde provider. Dat geldt niet alleen voor Google, maar bijvoorbeeld ook voor Microsoft of Apple. Bovendien kun je last krijgen van de Wet van de Remmende Voorsprong omdat het heel lastig is te migreren als je met je data en je applicaties aan één provider vast zit.

Ik ben ook daarom gecharmeerd van initiatieven als SURFdrive: een cloudopslagdienst voor het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek. Je maakt je dan niet afhankelijk van een commerciële partij voor de opslag van je data. Daarnaast raad ik docenten(teams) altijd aan de kat uit de boom te kijken.

Experimenteer gerust met nieuwe applicaties, maar voer pas applicaties breed in als deze bestaansrecht blijken te hebben. Voor Google Docs geldt dat, voor Google Classroom nog niet.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *