De mogelijkheden van ICT worden vaker onderschat dan overschat. Dat kan grote gevolgen hebben. In de wereld van opleiden en onderwijs kunnen we daarom maar beter positieve houding hebben ten opzichte van ICT. Het risico bestaat dat de publieke taken van het onderwijs anders in het gedrang komen.
Technologische ontwikkelingen voltrekken zich in een rap tempo, zoals deze video’s over internet en de Firato duidelijk maken. Dikwijls benaderen we technologische innovaties te veel vanuit de manier waarop we nu met ICT omgaan, in plaats van te kijken naar hoe we andere dingen kunnen doen met ICT.
Daar komt bij dat de primaire reactie van veel mensen is dat “het zo’n vaart niet zal lopen”. Een paar dagen geleden deelde ik dit voorbeeld van ‘wearbable computing’ via Facebook. De meeste reacties op de video variëren van “het bestaat nog niet” tot “onmogelijk’ en “this is probably by far the greatest scam of all time”.
Mensen hebben het echter vaak mis als het gaat om het op waarde schatten van ICT. De lijst met verkeerde voorspellingen wordt steeds langer. Onderstaande video illustreert dat veel mensen in 1999 geen brood zagen in mobiele telefoons, en in 2013 het nut van 4G niet onderkenden.
De laatste keer dat ik heb geroepen dat het op het gebied van ICT niet zo’n vaart zal gaan lopen, was ergens in 1996. Ik bezocht toen een congres waar één van de sprekers vertelde dat we binnenkort e-mail via mobiele telefoons zouden gebruiken. Dáár geloofde ik toen helemaal niets van. Ik heb me daarna voorgenomen nooit mee te roepen dat een bepaalde ontwikkeling niet door zal gaan zetten.
De gevolgen van het niet op waarde kunnen schatten van nieuwe technologieën kunnen namelijk ernstig zijn. Microsoft sloeg lange tijd de plank mis op het gebied de smartphone. Steve Ballmer geloofde namelijk niet dat mensen bereid waren om 500 dollar te betalen voor de iPhone. ICT-bedrijf Digital verdween omdat president Ken Olson niet dacht dat gewone mensen de beschikking wilden hebben over een eigen computer. En Nazi-Duitsland heeft de Battle of Britain niet gewonnen omdat men de impact van radartechnologie niet op waarde schatte (bron: documentaire De Tweede Wereldoorlog in kleur van Netflix).
We weten inmiddels ook dat het gebruik van ICT van invloed is op onze hersenen. Al weten we nog niet wat de impact daarvan is, en wat de relevantie voor leren is.
ICT heeft menige branche op de kop gezet, en zal andere branches nog gaan ‘ontwrichten’. Als we dankzij film en TV on demand heel anders TV gaan kijken, dan zal dit vroeg of laat grote gevolgen hebben voor ons systeem van omroepen (een systeem dat nu al onder druk staat).
De wereld van onderwijs en opleiden is er tot nu toe betrekkelijk ongeschonden van af gekomen. Ik wil niet beweren dat ICT zal leiden tot een revolutie. Maar de instelling “dat het zo’n vaart niet zal lopen” leidt niet alleen tot gemiste kansen, maar ook tot het risico dat derden het initiatief nemen om onderwijsinnovaties middels ICT te realiseren.
Binnen verschillende branches zijn het immers nieuwkomers geweest die gevestigde instituties hebben verdrongen (iTunes en Netflix verdringen de Free Record Shop). Binnen commerciële dienstverlening kan dit worden beschouwd als een natuurlijk proces.
Binnen de publieke sector, zoals het onderwijs, kunnen de neven-effecten wel ernstig zijn. Want die nieuwkomers hebben mogelijk minder een boodschap aan de toegankelijkheid van het onderwijs, het voorkomen en bestrijden van segregatie of aan de socialiserende functie van het onderwijs.
De publieke taken van het onderwijs kunnen m.i. in het gedrang komen als onderwijsinstellingen dankzij een gebrek aan innovatie worden verdrongen door nieuwkomers. Wat mij betreft zou het onderwijs alleen al om die reden een open blik en positieve houding moeten hebben ten aanzien van ICT-innovaties, en actief aan de slag moeten gaan met nieuwe leertechnologieën.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie