Gisterochtend heb ik een sessie over de keuze en implementatie van een leermanagementsysteem/elektronische leeromgeving (LMS/ELO) bijgewoond. Vier personen van verschillende organisaties gingen in op hun eigen selectieproces. Voorzitter Erik Duval had hiervoor de werkvorm 'Pecha Kucha' gekozen: 400 seconden presenteren (20 seconden per dia). Het was overduidelijk wennen voor de presentatoren. En toch bleek deze werkvorm te werken. Je had namelijk veel tijd voor vragen en discussie, en bovendien kun je in 400 seconden je boodschap ook duidelijk overbrengen.
Leerpunten
- De integratie van een LMS met bestaande systemen is complex, maar verloopt redelijk soepel mits beide systemen aan open standaarden voldoen.
- Een gevoel van eigenaarschap bij de eindgebruiker is erg belangrijk voor de acceptatie van het systeem. Dit gevoel kan worden bereikt door medewerkers de mogelijkheid te geven de omgeving naar eigen inzicht in te richten (keuze uit functionaliteiten), en door medewerkers de mogelijkheid te geven om wensen ten aanzien van verbeteringen in te kunnen brengen.
- De mogelijkheid om als docent een omgeving te configureren heeft voor- en nadelen. Enerzijds bevordert dit 'eigenaarschap', anderzijds kost dit de docent meer tijd en moeite, en vraagt dit ook meer expertise van docenten.
- Wat goed is voor de ene organisatie, hoeft nog niet te werken bij de andere organisatie. De presentatoren hadden allemaal andere argumenten om een bepaald LMS te kiezen. Voor de ene organisatie was het vanuit hun visie belangrijk dat de omgeving open source was, voor de ander gaf de mogelijkheid om het leren te managen (o.a. lerenden volgen) de doorslag, en voor een derde was gebruikersvriendelijkheid het belangrijkste argument.
- Steeds meer gebruikers maken gebruik van social software. Dankzij RSS kan de content van weblogs, wiki's, podcasts etc ook binnen de ELO van de organisatie worden geïntegreerd (binnen de 'managed learning environment, MLE').
- De ELO Moodle kan gemakkelijker deel uit maken van een persoonlijke leeromgeving. BlackBoard is meer gesloten, maar kan wel social software binnen BB inkapselen.
- Bij de Open Universiteit Nederland hanteren ze twee sporen. Het eerste, institutionele, spoor is gericht op een stabiel gebruik, is meer behoudend. Het tweede, onderzoeksspoor is experimenteel. Geleerde lessen uit het tweede spoor kunnen deel gaan uitmaken van het eerste spoor.
- Een Roemeense organisatie heeft een LMS geselecteerd door de zelfde groep gebruikers met dezelfde content met vijf verschillende LMS-en te laten werken. Via een vragenlijst is toen geanalyseerd welk LMS voor deze organisatie het beste was.
- Rapid e-learning is snel te ontwikkelen, maar niet altijd van goede kwaliteit.
- Je krijgt geen vernieuwing door gebruikers te vragen hoe zij op dit moment hun onderwijs gebruiken. Je komt dan niet verder dan het bestaande proces te automatiseren. En je wilt vaak innoveren. Dat rechtvaardigt ook ontwikkelingen, waarvan het nog niet duidelijk is of eindgebruikers er nu op zitten te wachten (zoals de integratie van persoonlijke social software).
- Waarom noemen we elektronische leeromgevingen, leeromgevingen? Zijn het niet eigenlijk werkomgevingen? De nadruk ligt toch eigenlijk op informatie en communicatie?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Leren in een elektronische leeromgeving?
Ik vraag me af of er docenten meedoen aan dit mega spektakel in Berlijn. Op dit weblog zie ik weinig (geen?) reacties van docenten. Wat vinden docenten van Gilde opleidingen hiervan?
Laat ik eens als docent reageren op je vraag of er wordt geleerd in een elektronische leeromgeving.
Ik wil het liefst hard werkende leerlingen in mijn klassikale of elektronische les. In de klassikale les ben ik er zelf bij, dan komt het wel goed. Maar hoe gaat dat in de elektronische les? Hoe weet ik of mijn leerlingen YouTube filmpjes afspelen, of dat ze aan het krabbelen zijn in Hyves, of dat ze bezig zijn met al die andere mooie WEB 2.0 toepassingen? En dat er helemaal niets wordt geleerd?
Daarom gebruik ik de besloten elektronische leeromgeving van Blackboard. Met Adaptive release kan ik stap-voor-stap stukken leerstof en toetsen beschikbaar maken. Afhankelijk van de resultaten in de online toetsen kan ik leerlingen aangepaste opdrachten geven. In het Performance dashboard kan ik exact zien wat de vorderingen zijn van elke leerling. Het Grade center houdt nauwkeurig de scores bij van elke leerling. Niks scorm, niks metadata!
In de elektronische leeromgeving van Blackboard wordt volop geleerd.
Zeker voor MBO leerlingen als bijv. die van van Gilde opleidingen is controle en feedback op het leerproces van essentieel belang.
Volgens mij is Roger Larsson van Fronter een van de weinigen op dit congres die weet hoe het werkelijk toegaat in het onderwijs.
@Eus van Hove: de opmerking over leren binnen de leeromgeving heeft te maken met het verschillen tussen “Lehren” en “Lernen”, zoals onze oosterburen dat maken. Of “Teaching” and “Learning”, “Doceren” en “Leren”. Leren gebeurt door personen zelf. Een ELO/LMS gebruik je o.a. om vorderingen te volgen, maar dat is geen leren. En meneer Larsen heeft alleen maar reclame gemaakt.
De discrepantie tussen de ‘virtuele’ werkelijkheid van Berlijn en de alledaagse praktijk op school is heeeeel groot.
Want het is natuurlijk onzin om te stellen dat er in de elektronische leeromgeving niet wordt geleerd!
Juist in een besloten elektronische leeromgeving als Blackboard (of Fronter) kan onomstotelijk worden vastgesteld dat er wordt geleerd. Maar dit moet je in de praktijk ervaren, en dat is wat eraan ontbreekt in Berlijn.
@Eus van Hove: ik ben me er van bewust dat mensen selectief lezen, en kort door de bocht oordelen. Maar jij verbaast me steeds weer.
Selectief lezen is een noodzaak gezien de enorme lappen tekst die je als edublogger produceert. Maar je kunt toch niet ontkennen dat er een wereld van verschil bestaat tussen ‘Berlijn’ en de dagelijkse praktijk op school?
Lees anders de reactie van Mireille op je weblog (10-12-08): achttiende eeuws noemt zij het onderwijs!
@Eus van Hove: de OEB richt zich niet alleen op het onderwijs. Ook op leren binnen bedrijven etc. Verder heb ik ook heel praktische sessies gezien, waarin werd ingegaan hoe ICT binnen het onderwijs wordt ingezet, en wat komt kijken bij de invoering van ELO’s binnen organisaties. Dus ik vind het met die wereld van verschil wel mee vallen. Wat betreft ‘Mireille’: ik ken haar niet. Misschien werkt ze wel in het onderwijs? Of heeft ze schoolgaande kinderen. Ze lijkt in elk geval vanuit een bepaald referentiekader te schrijven. Net als jij dat doet.
Jouw referentiekader is toch ook een ROC? Daar lees ik zo weinig over in je weblog.
Kunnen leerlingen draadloos internetten bij jou op school? Hoeveel docenten beschikken over een Asus eee pc? Zijn er beamers in de leslokalen? Hoeveel leerlingen beschikken over een telefoon waarmee ze mobiel leren? En hoe ziet jullie elekronische leeromgeving er uit? Open, gesloten, web 2.0, Fronter? En wat wordt er geleerd in die elektronische leeromgeving?
Kortom, hoe “technologisch verrijkt” is het leren op jouw ROC?
@Eus van Hove: Mijn referentiekader is breder. Verder blog ik bewust weinig tot niets over Gilde Opleidingen. Omdat het werk vaak ‘gevoelig’ (beleidsvoorbereidend) is. We gebruiken wel een blog rond een bepaald project, waarvan ik projectmanager ben. En ja: binnen een aantal jaar moeten al onze deelnemers in staat zijn draadloos te internetten (op heel veel plekken kan dat al). Ook zijn we bezig met een selectieproces voor een ELO, die moet passen binnen een service oriented architecture. Verder hebben we veel ambities op het gebied van ICT en leren, die we gestaag proberen vorm te geven. Ik heb eerder geschreven dat je moet aansluiten bij de technologische en didactische zone van naaste ontwikkeling van de organisatie. Dat proberen we bij Gilde Opleidingen ook te doen. En zelf probeer ik wat verder vooruit te kijken.
Jammer dat je zo weinig blogt over je school, want zo ontstaat er een scheef beeld van “technologie verrijkt” onderwijs.
Illustratief vind ik de school van de “Trendmatcher” waar Youtube niet meer in de les mag worden gebruikt!
Als dat geen kloof is?
p.s. Tip voor je selectie van een elo:
Ik gebruik al jaren (10) tot grote tevredenheid Blackboard. Alles wat je in je weblog aan nuttige web 2.0 toepassingen beschrijft is mogelijk in Blackboard!