Nuances bij de effectiviteit van storytelling

Storytelling wordt beschouwd als een effectieve manier van informatie overbrengen. Deze aanpak wordt ook op het gebied van technology enhanced learning toegepast. Toch zijn er nuances te plaatsen bij de effectiviteit van storytelling.

StorytellingBij storytelling brengt een spreker informatie door middel van een pakkend verhaal over op anderen. Dat kan via een geschreven verhaal zijn, maar ook via een video of podcast. Het verhaal maakt dat de luisteraar zich herkent in de boodschap.

Je voldoet met verhalen, als het goed is, aan de ‘plakfactor‘: verhalen zijn namelijk eenvoudig en compact, prikkelen nieuwsgierigheid, zijn concreet, geloofwaardig, roepen emoties op en bevorderen mentale stimulatie.

Volgens Vanessa Boris bouwen verhalen een gevoel van vertrouwdheid en vertrouwen op, en laten zij de lerende het verhaal binnengaan afhankelijk van voorkennis en eigen ervaring.  Goede verhalen bevatten volgens haar meerdere betekenissen en zijn verrassend efficiënt in het overbrengen van complexe ideeën op een begrijpelijke manier. Het concrete en begrijpelijke karakter bevorderen betrokkenheid. Verhalen zijn gemakkelijker te onthouden dan droge feiten en cijfers omdat lerenden zich er gemakkelijker mee kunnen identificeren.

Storytelling sluit daarmee aan op de didactische principes van het activeren van voorkennis van het gebruiken van voorbeelden, evenals op het uitgangspunt dat realistische situaties startpunt van leren zouden moeten zijn.

Toch pleiten Nijmeegse onderzoekers ervoor om meer genuanceerd te kijken naar de effecten van storytelling. Deze onderzoekers focussen zich overigens op de relatie tussen verhalen en sociale cognitie (denkvermogens om sociale situaties en andere mensen te kunnen begrijpen).

Empirische studies die aan leken te tonen dat literaire, fictieve verhalen ons vermogen om anderen te begrijpen verbetert, konden namelijk niet worden gerepliceerd. De onderzoekers hebben gekeken naar aspecten die de verschillende onderzoeksresultaten kunnen verklaren:

  • Er zijn verschillende soorten verhalen. Het ene type verhaal zou wel eens meer bevorderlijk kunnen zijn voor sociale cognitie dan het andere type.
  • De lezers hebben verschillende kenmerken en achtergronden, en verschillen sterk in hoe zij op verhalen reageren.
  • Bepaalde aspecten van sociale cognitie worden wellicht wel door verhalen beïnvloed, terwijl andere aspecten niet worden beïnvloed.

De onderzoekers pleiten ervoor om specifiek te kijken naar de tekstkenmerken -“zoals perspectiefmarkeerders en kenmerken van hoofdpersonen“- die “narratieve effecten op sociale cognitie aanjagen“. Ook zou meer rekening gehouden moeten worden met individuele verschillen tussen de ontvangers van verhalen (bijvoorbeeld kinderen vs volwassenen).

Mogelijk zijn de genoemde aspecten niet alleen van invloed op sociale cognitie, maar ook op het vermogen om informatie op te nemen en te verwerken. Dat impliceert dat niet elk verhaal even leerzaam is. De effectiviteit van storytelling wordt dan onder meer beïnvloed door kenmerken van het verhaal en door kenmerken van de doelgroep. Er is meer onderzoek nodig om er achter te komen wat die kenmerken zijn. De genoemde kenmerken van de plakfactor zouden daarbij weleens een belangrijke rol kunnen spelen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *