Aldus de kop van een artikel over het "nieuwe leren" in de Volkskrant, dat dankzij de winterse weersomstandigheden ook online te lezen is (kies in het menu voor Kennis).
Gisteren schreef ik al over de oratie van Greetje van der Werf uit Groningen. Deze oratie vormt de aanleiding voor het artikel. Ik vind het niet eens zo’n slecht artikel. Wel stellen de auteurs dat "onderwijskundigen" schamper doen over het nieuwe leren. Dat is niet waar want onderwijskundigen als Bereiter, Scardamalia en -in Nederland- Simons en Wijnen staan zo’n beetje aan de wieg van "het nieuwe leren".
Bovendien laat Ton de Jong uit Twente zich in het artikel zelf al redelijk positief uit over nieuwe manieren van leren.
Ik vind positief aan het artikel dat duidelijk wordt gemaakt dat er veel varianten van "het nieuwe leren" zijn. Ook maakt het artikel duidelijk dat er wel eens wat schort aan de praktijk van "het nieuwe leren". Leerlingen worden bijvoorbeeld gestimuleerd om informatie over een bepaald onderwerp te stellen, zonder vooraf vragen te stellen. Dat gebeurt inderdaad in de praktijk. Maar binnen -bijvoorbeeld- het progressive inquiry model (een vorm van "nieuw leren") is het stellen van vragen juist een erg belangrijke stap!
Wat me ook opvalt is dat het artikel (in navolging van Van der Werf) zo hamert op "motivatie". Het "nieuwe leren" zou worden gepropageerd om leerlingen gemotiveerd te houden. Volgens mij is dat echter niet de kern. De kern van het "nieuwe leren" (alweer: wat een rot term) is dat actief leren, het werken aan authentieke taken die aansluiten op de belevingswereld van leerlingen èn leren binnen een sociale context effectiever is voor de ontwikkeling van bekwaamheden die in de 21ste eeuw van belang zijn. Ook binnen nieuwe vormen van onderwijs zullen leerlingen wel eens minder gemotiveerd zijn. Afwisseling van werkvormen is daarvoor belangrijk.
Ongeveer 25 jaar geleden had ik een wiskundeleraar die elke les startte met "Pak je boek, voor je, pak je schrift voor je en houd je mond dicht". En ik had een geschiedenisleraar die het klaar speelde om een hele les op monotone toon te oreren (en wij maar wegdromen). En wat te zeggen van de leraar Nederlands die regelmatig dictees afnam die uit een stroom van woorden bestond waar je praktisch nog nooit van had gehoord (en die je ook weer snel vergat)?
Gelukkig heb ik ook veel geleerd buiten de school (en van sommige wel inspirerende docenten). Het is niet te hopen dat het onderwijs terugkeert naar dergelijke didactische aanpakken (als ze niet nog steeds bestaan), maar dat scholen "nieuw leren" op een goede manier toepassen.
Overigens hebben vormen van "nieuw leren" wel een probleem als uiteindelijk niet de bekwaamheden van de 21ste eeuw worden beoordeeld en gewaardeerd, maar het "stampwerk" van 25 jaar geleden.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie