Neuromythes tieren welig, maar ook kennis van ‘bewezen’ onderwijspraktijken

Via Stephen Downes ben ik vandaag op deze internationale studie over neuromythes en ‘bewezen’ onderwijspraktijken uit 2019 gestuit (pdf). Ik wil de belangrijkste elementen vertaald op een rij zetten. Een belangrijke conclusie is dat onderwijsontwerpers, docenten en managers in veel neuromythes geloven, maar ook op de hoogte zijn van diverse ‘bewezen’ onderwijspraktijken.

mind reading
Foto: geralt, Pixabay

De onderzoekers definiëren ‘neuromythes’ als onjuiste overtuigingen die vaak in verband worden gebracht met onderwijs en leren. Deze onjuiste overtuigingen komen voort uit misvattingen of misverstanden over de functie van het brein.

Zij hebben onderzocht in hoeverre docenten, onderwijsontwerpers en managers (die zich bezig houden met professionele ontwikkeling) bekend zijn met en algemene kennis hebben van het brein. Verder is onderzocht in hoeverre deze respondenten kennis hebben van ‘bewezen’ onderwijspraktijken uit cognitieve psychologie, neurowetenschappen en onderwijswetenschap (pedagogiek en didactiek). Tenslotte onderzocht deze studie voorspellers van de bekendheid van (a) neuromythes en algemene kennis over het brein, en (b) empirisch onderbouwde praktijken in het hoger onderwijs. In totaal zijn 1290 vragenlijsten ingevuld.

De meest hardnekkige neuromythes waren:

  • Luisteren naar klassieke muziek verhoogt het redeneervermogen.
  • Een primaire indicator van dyslexie is het achterstevoren zien van letters.
  • Iedereen leert beter wanneer hij informatie ontvangt in de leerstijl van zijn voorkeur (bv. auditief, visueel, kinesthetisch).
  • Mensen gebruiken vaker de “linkerhersenhelft” of juist de “rechterhersenhelft” als gevolg van dominantie van de hersenhelften. Dit helpt de verschillen verklaren in hoe we leren.
  • We gebruiken slechts 10% van ons brein.

‘Bewezen’ onderwijspraktijken waarvan de respondenten zich het meest bewust waren, waren onder meer:

  • Emoties kunnen menselijke cognitieve processen beïnvloeden, waaronder aandacht, leren en geheugen, redeneren en probleemoplossing.
  • Uitleg over het doel van een leeractiviteit helpt om lerenden bij die activiteit te betrekken.
  • Het handhaven van een positieve sfeer in de klas helpt het leren te bevorderen.
  • Stress kan het vermogen van het brein om herinneringen te coderen en op te roepen, aantasten.
  • Met betekenisvolle feedback wordt het leren versneld.

Verder laat het onderzoek zien dat onderwijsontwerpers zich meer bewust waren van neuromythes, meer kennis over het brein hebben, en beter bekend zijn met bewezen’ onderwijspraktijken dan docenten en managers.

Er waren geen significante verschillen in (a) bewustzijn van neuromythes en kennis over het brein, of (b) ‘bewezen’ onderwijspraktijken als je kijkt naar kenmerken van de doelgroep: onderwijsmodaliteit (d.w.z, geef je face-to-face les, blended of online), instellingsniveau (twee jaar, vier jaar), instellingstype (publiek, privé, for-profit), docentrol (voltijds, deeltijds), aantal jaren lesgeven, aantal jaren werkzaam als onderwijsontwerper, geslacht, leeftijd, of tijd sinds hoogste behaalde diploma.

Het onderzoek laat eveneens zien dat zelfgestuurd leren, zoals het lezen van relevante tijdschriften, bevordert dat respondenten zich meer bewust zijn van (a) neuromythes en algemene informatie over het brein, en (b) ‘bewezen’ onderwijspraktijken. Professionele ontwikkeling is hiervan een voorspeller.

Het rapport bevat ook een handige overzicht van de onderbouwingen van de gebruikte stellingen.

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *