Netwerkleren voor docenten

Maarten de Laat heeft vandaag zijn oratie uitgesproken bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap aan de Open Universiteit (LOOK, Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek). Hij gaat praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek doen naar de kracht van netwerkleren voor de professionele ontwikkeling van docenten. Daarbij gaat het om het kennen, herkennen en erkennen van netwerkleren. Volgens Maarten laat netwerkleren zich niet voorschrijven. Dat leer je door te doen.

Maarten en ik een jaar of tien geleden collega geweest. We hebben o.a. samengewerkt in een Europees project. Ik ben destijds bij zijn promotie geweest, en nu dus bij zijn oratie. Inmiddels werken we dus allebei bij de Open Universiteit (maar bij een ander onderdeel).

In zijn oratie is hij ingegaan op zijn visie op netwerken bij informeel leren van docenten. Maarten stelde dat de professionele ontwikkeling van docenten te formeel wordt aangepakt.

Leraren worden aangesproken op verandering van het onderwijs. Er wordt een grote mate van zelfstandigheid verlangd, maar er is ook sprake van een grote werkdruk en een strakke verantwoordigscultuur.

Leren in dagelijkse praktijk vereist echter een andere bril. Formeel leren is slechts het topje van de ijsberg. “Kijk echter onder water”, pleitte Maarten:  “Dan zie je de verborgen werkelijkheid”. Je moet zicht krijgen op de ‘organisatiestilte’: murw geworden door veranderingen nemen mensen vaak niet meer de moeite om te reageren. Men laat het allemaal maar over zich heen komen. Dit belemmert het lerend vermogen van organisaties.

Informeel leren komt binnen organisaties moeilijk van de grond vanwege de sterke nadruk op formeel leren. Er wordt binnen schoolorganisaties en het onderwijssysteem vaak eenzijdig gekeken naar de waarde van formeel leren gekeken. En dat is te eenzijdig, en niet terecht.

Informeel leren is gebonden aan netwerken. Informeel leren is ook een relevant om je aan te passen aan veranderende omstandigheden. We moeten ons volgens Maarten bedienen van andere metaforen van professionalisering. Maarten stelde dat formeel leren vaak leidt tot transferproblemen. Participatie, co-creatie en wording zijn volgens hem betere metaforen. Leren wordt dan een proces van ‘wording’. Je sluit daarbij ook aan bij de leerbehoeften van de professional. Betrokken in plaats van belerend. Dit vraagt een andere opstelling van het management (los durven laten): organische groei in plaats van beheersmatigheid. Maarten gaat in zijn onderzoek een balans zoeken tussen formeel en informeel leren. Daarbij moet je er niet vanuit dat er sprake is van iets heel nieuws, maar aansluiten opdatgene wat leraren al doen. Kijk op een andere manier naar leren, zo pleitte de spreker.

Het is echter lastig om nieuwe metaforen van leren te adopteren. Dat vereist een andere rol van het management. Maarten spreekt bij voorkeur van informeel-formeel leren: accepteer en erken informeel leren binnen organisaties. De manager fungeert dan als sponsor. Hij faciliteert en vraagt kritisch naar de opbrengsten. Netwerkleren kijkt naar het benutten van sociale relaties, en speelt een belangrijke rol bij informeel-formeel leren. Maarten illustreerde dit met onderstaande video:

Netwerkleren is overal, en van alle tijden. Informele professionele netwerken spelen onder meer een rol bij het oppakken van brandende kwesties van organisaties, bij het oplossen van persoonlijke issues en bij het invoeren van onderwijsinnovaties. Er bestaat echter nog weinig empirisch onderzoek naar de effecten van metwerklern. Bij LOOK probeert men dat met Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek aanpakken. Een dialoog met betrokkenen, zoals docenten, is daarbij cruciaal. Het gaat dan om de combinatie van participatie en co-creatie.

Onderdelen van het onderzoeksprogramma zijn:

  • Netwerkscan
  • Begrippenkaart
  • Netwerkbeeld
  • Toolkit Netwerkleren
  • Erkenning van netwerkleren

De officiële oratie van Maarten de Laat heet “Enabling professional development networks: How connected are you?“. Een papieren exemplaar is in mijn bezit. Een elektronische versie kan ik helaas nog nergens vinden.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. fijne synthese met aandacht voor kernbegrippen als “wording”, “organisch”. Hopelijk geven schoolmanagement en overheid deze aspecten meer ruimte in het onderwijs. Meer vertrouwen dus i.p.v. meten is weten

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *