Bedrijven die het meeste baat hebben bij e-learning, investeren daar ook veel in. Onder meer in informeel leren. Er worden ook steeds betere resultaten bereikt met e-learning. Nederland loopt inmiddels echter achter op verschillende landen als het gaat om de toepassing van online en blended learning. Een zorgelijke ontwikkeling, als je het mij vraagt. Daarnaast valt op dat traditionele vormen van e-learning (de modules) nog steeds dominant zijn als toepassing. Deze -en andere- conclusies trek ik onder meer uit onderzoeken naar het gebruik van technologie voor leren, die vandaag tijdens een preconference in Berlijn werden gepresenteerd.
De Online Educa Berlijn gaat officieel morgen van start. Vanmiddag vonden er echter al pre-conferences plaats. Ik heb een door Speexx gesponsorde sessie bijgewoond. Speexx houdt zich bezig met online taaltrainingen en online communicatietrainingen. Volgens de eigenaar wordt er steeds meer aan online taal- en communicatietrainingen gedaan, en steeds vaker via de cloud. “Glocalization” wordt daarbij steeds vaker toegepast (standaard oplossingen localiseren).
Deze sessie ging over de stand van zaken van e-learning binnen organisaties via benchmarking: vergelijken om tot acties te komen. Hoe gaan organisaties om met technology enhanced learning? Waar loopt men tegen aan? De sessie bestond uit korte presentaties, discussies, stellingen via stemkastjes, een vraaggesprek en een debat. Ik probeer de hoofdlijn weer te geven.
Laura Overton van Towards Maturity onderzoekt bijvoorbeeld waarom de ene organisatie succesvoller is met de implementatie van e-learning dan anderen. Zij doet daar al zes jaar onderzoek naar. Dit jaar hebben 500 respondenten van 450 organisaties meegedaan aan dit benchmarkonderzoek. Zij constateert dat organisaties steeds vaker betere resultaten willen behalen met e-learning. Maar er zijn zogenaamde top performers.
L&D professionals willen niet langer cursussen verzorgen, maar waarde toevoegen. Door de kosten van opleiden te verlagen, door opleidingstijd te reduceren, door bij te dragen aan een grote productiviteit en klanttevredenheid. Succesvolle bedrijven bereiken dat daadwerkelijk met e-learning. De business cases worden steeds duidelijker, aldus Laura. Leren en ontwikkelen leidt bij top performers (de succesvolle e-learning toepassende bedrijven) daadwerkelijk bij aan betere prestaties.
Deze bedrijven investeren relatief meer in e-learning. Zij geven relatief minder uit aan cursussen en administratie, en meer aan strategie, communicatie en informeel leren. Zij maken ook gebruik van een geïntegreerd geheel aan leertechnologieën waar onder sociale media. Zij houden zich ook relatief vaker bezig met leiderschap, sales, en marketing.
Laura constateert ook dat bedrijven vaker leren en werken willen integreren. 90% van de organisaties vindt dat erg belangrijk. Men slaagt daar echter lang niet altijd voldoende in. Top presterende bedrijven slagen er veel beter in door:
- Goede voorbeelden te delen via sociale media. Top performers doen dit veel vaker dan andere bedrijven.
- Top performers zijn ook veel beter in staat om individuen te faciliteren in hun talentontwikkeling.
- Top performers maken veel vaker gebruik van leergemeenschappen zodat het geleerde in praktijk kan worden gebracht.
- Top performers zijn veel beter in staat om hun business strategie aan te passen op basis van feedback.
Technologie is voor top performers minder belangrijk, het gaat vooral om de strategie (pro-actief zijn, investeren in vernieuwingen op het gebied van L&D, overigens op basis van technologie). Het gaat om de bereidheid om te luisteren en te veranderen. Om te zoeken naar andere manieren van leren dan de traditionele cursus.
Pascal Debordes van Cegos illustreerde aan de hand van onderzoek dat Amerikaanse bedrijven de laatste jaren ongeveer hetzelfde bedrag uitgeven aan corporate education, in Europa besteedt men minder geld en in Azië meer. Wereldwijd wordt in 2015 echter 18 miljard dollar meer aan e-learning uitgegeven dan in 2010 (toen 32 miljard). Er is volgens hem ook nog steeds ruimte voor bedrijven om marktleider te worden in deze niche. Skillsoft is op dit moment absolute marktleider als het gaat om 'e-learning catalogus aanbod' (los aan te schaffen standaard aanbod). Debordes gaf ook aan dat er in verschillende landen verschillende eisen worden gesteld aan e-learning (certificering, content, interactie, didactiek). Dat maakt het complex om globale content te ontwikkelen.
Klassikaal onderwijs is nog steeds dominant in landen, maar online leren en blended learning wordt ook steeds polulairder (in Nederland 35% respectievelijk 30%). In vergelijking met landen als Frankrijk, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Hong Kong en India loopt Nederland niet alleen achter op het gebied van online leren, maar ook als het gaan om blended learning. Onlangs heb ik in een gesprek aangegeven dat Nederland op dit gebied wereldwijd tot de subtop behoort. Maar vermoedlijk zijn we teruggezakt naar de middenmoot.
Dit onderzoek laat zien dat e-learning modules zijn nog steeds dominant als het gaat om de e-learning methode, maar dat videoconferencing, serious gaming en mobile learning in opkomst zijn. Aziatische landen lopen voorop als het gaat om het gebruik van tablets voor leren.
Rebecca Grajecki vertelde over de implementatie van het LMS Cornerstone binnen multinational Richmond Group (waar o.a. het merk Mont Blanc toe behoort). What you do not now might kill you luidde de titel van haar verhaal. De ervaringen met de bescherming van data stond eigenlijk centraal in haar bijdrage. Een hele uitdaging bij cloud computing, diverse merken, tal van locaties in diverse landen en staten, tal van data controllers en dataprocessen. Maar je bent verplicht er aandacht aan te besteden. Je moet dus diverse verklaringen voor databescherming laten ontwikkelen. Dat kost veel tijd en geld. Maar geen passende verklaringen hebben, is veel duurder (boetes). En niet aan e-learning doen is helemaal geen optie voor een multinational. Niet alle landen hebben overigens wetgeving op het gebied van databescherming.
Nic Laycock vertelde in een vraaggesprek met Laura over de rol van leren bij het Zuid-Afrikaanse energiebedrijf Escom. Het bedrijf heeft lang stil gestaan, en moet nu drastisch veranderen. Daarbij gaat het ook om cultuurverandering. Dat is een ingrijpend en complex proces. De HR-afdeling is erg intern gericht, en voegt weinig waarde toe. Men is gestart vanuit een droom (immersive environment). Leren is uit HR gehaald, en in R&D geplaatst. Er wordt vooral gekeken naar performance support, in plaats van naar trainingen. Men probeert te focussen op betrokkenheid, engagement. Dat vraagt om kort durende leeractiviteiten, die lerenden in de materie zuigen (o.a. via een casestudie). Een belangrijk issue binnen Zuid-Afrika is bandbreedte. Hij ging ook in op de spanning die bring your own technologie met zich mee brengt binnen een organisatie waar de 'IT-politie' een dominante positie in kan nemen: mensen gebruiken hun apparaten om te leren, terwijl de organisatie dat eigenlijk niet wil toe staan. Van de aanwezigen in de zaal gebruikte overigens bijna 40% geen mobile learning toepassingen.
Awuese Oku van de Afrikaanse ontwikkelingsbank schetste enkele ontwikkelingen in Afrika op het gebied van leren en ontwikkelen. Deze bank kent in Afrika 54 lidstaten. Ook in Afrika wordt kennis een steeds belangrijke productiefactor. “Als een oud mens sterft, brand een bibliotheek af”, zo luidt een Afrikaans spreekwoord. Issues in Afrika zijn een gebrekkige infrastructuur (elektriciteit), minder investeringen in onderwijs, weinig groei, kwetsbare landen, enzovoorts. Veel kinderen gaan nooit naar school, en er zijn weinig bibliotheken. Kennis wordt slecht geborgd. Zonne-energie kan beter worden benut. Er is echter ook sprake van grote verschillen tussen landen op het gebied van rijkdom, technologische voorzieningen, infrastuctuur, onderwijsdeelname en democratie.
Oku gaf in vogelvlucht aan wat moet gebeuren om het continent verder te ontwikkelen. Leren en e-learning moeten bijdragen aan deze ontwikkeling en groei. De ontwikkelingsbank investeert hier in, onder meer door het beschikbaar stellen van een e-learning platform voor alle landen met veel (open) leermaterialen, en blended learningactiviteiten via onder meer videoconferencing. In feite is de Afrikaanse Ontwikkelingsbank een learning serviceprovider, met een coördinerende functie voor heel Afrika. Er gebeurt hier meer aan dan de meeste mensen vaak beseffen.
Tijdens tafelconversaties is onder meer gesproken over de gebrekkige integratie tussen talentmanagement, het managen van mensen en de HR-functie. De HR-functie lijkt daarvoor weinig betekenis te hebben. Er zijn echter ook pleidooien gehouden voor het positioneren van talentmanagement binnen de business. Laat HR zich maar richten op P&O-procedures, verplichte cursussen, etc.
Er werd ook voor gewaarschuwd om op het gebied van functies veel vast te leggen. Dan heb je het over de status quo. Terwijl functies vaak sterk aan verandering onderhevig zijn.
Het gaat vooral om medewerkers feedback geven en coachen, de dialoog voeren over de ontwikkeling van medewerkers, pull in plaats van pull, en meer autonomie en zelfcontrole voor medewerkers.
De praktijk van leren en ontwikkelen is echter vaak anders. Leidinggevenden zijn vaak niet in staat daar mee om te gaan. Of zij sturen en controleren, of zij laten medewerkers aan hun lot over als het gaat om leren en ontwikkelen. Systemen voor talentmanagement zijn ook vaak gericht op controle, skills gaps, en dergelijke. Er wordt data verzameld waarvan niet duidelijk is wat men er mee wil. Dat is wat anders dan talentmanagement.
Wat zouden L&D professionals anders doen, vroeg Laura Overtoon aan het eind.
- Communiceren, communiceren en communiceren (in plaats van focussen op systemen).
- Technologie gebruiken voor leren dat de organisatie dient.
- Meester zijn van je eigen discipline. Leren verbinden met de business.
- Open staan voor veranderingen, mede op basis van technologieën, veerkrachtig zijn en innoveren.
- Ondernemerschap en eigenaarschap bevorderen bij medewerkers.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie