Grote bedrijven hebben te maken met veel complexer werk, en voelen de urgentie om sneller en efficiënter te produceren. Dat vraagt om een impuls in innovatie, en andere manieren van leren. Ook om een andere manier van e-learning.
Tijdens de eerste middagsessie van het nationale e-learning event verzorgden ASML en OCE een sessie over agile learning en performance support. Zij startten met de uitdagingen van deze bedrijven. Deze bedrijven doen nu dingen waarvan men tien jaar geleden dacht dat ze niet mogelijk waren. De complexiteit van het werk is enorm. ASML gebruikt machines die 150 duizend hoogwaardige componenten gebruiken. Innovatie is voor deze bedrijven cruciaal. Kennis en kennismanagement dus ook. Projecten moeten in steeds kortere tijd worden gerealiseerd, beter en tegen lagere kosten. Je hebt geen tijd meer om in drie maanden een training te ontwikkelen en verzorgen. Veranderend werk vraagt ook om andere vaardigheden, zoals 'agile' denken, creativiteit en serendipiteit (mogelijkheden zien, terwijl je er niet naar op zoek bent). Producten zijn bij 'agile ontwikkelen' altijd af. Je werkt immers, net als bij softwareontwikkeling, altijd met een product dat werkbaar is.
Aan de hand van twee cases hebben zij laten zien hoe het werk verandert, en wat dat betekent voor leren. Bij klassieke productontwikkeling zit training van producten aan het eind. De klant wordt er ook pas erg laat bij betrokken. Dat werkt niet meer, gezien de noodzaak van snelle productontwikkeling. Hierbij wordt een klassieke blended trainingaanpak gehanteerd, die vooraf is bedacht en een sterke scheiding kent van theorie en toepassen.
Bij agile productontwikkeling heb je een concept, en introduceer je de klant bij de productontwikkeling. Training en documentatie komen dan ook al aan bod (de 'bare essentials'). Dus voordat de eerste versie van een apparaat klaar is. Bovendien moeten dus trainingen in korte tijd worden ontwikkeld, terwijl de machines nog niet gereed zijn. Traditionele trainingen werken daarbij niet. Een 'leerling-gezel'-constructie wel. ASML combineert daarom online theorieontwikkeling, case-based leren in groepen en performance support (theoretische materialen uit theorieontwikkeling). De performancesupport bronnen (duur: half uur) zijn op dit moment nog te lang, en moeten nog herbouwd worden. De onderhoudbaarheid van de content is nog een behoorlijk issue.
Er is sprake van een nieuwe projectbenadering bij de ontwikkeling van nieuwe projecten: geen sequentieel proces, maar een gelijktijdig project waarbij collaboratief geleerd wordt (R&D, ICT, sales, klant, S&S, M&L; als een Madelief). Dat vraagt om een grote cultuuromslag. Vragen als: op welke manier kunnen servicemedewerkers bijdragen aan de documentatie moeten worden beantwoord, waarbij de antwoorden ook nog eens per land kunnen verschillen (in een land als Duitsland is het 'not done' dat 'gewone' medewerkers bijdragen aan documentatie).
Deze manier van werken stelt ook andere eisen aan e-learningcontent. Traditionele e-learningcursussen zullen alleen nog worden ingezet voor basiscursussen die niet sterk aan verandering onderhevig zijn. Performance support (met kleinere leereenheden en meer interactiemogelijkheden; bi-directionele communicatie) wordt dominant. Training wordt meer gericht op het gebruik van tools en het oplossen van problemen. Virtual en augmented reality worden ook steeds meer toegepast. Leren wordt dus ook meer 'agile'. Opleidingsafdelingen zoeken daar dikwijls hun rol en positie in (trainers als facilitator van kennistransfer). Een belangrijke uitdaging is het meekrijgen van de organisatie, terwijl je nog niet hard kunt maken wat deze nieuwe aanpak op gaat leveren. Daarom is investeren in bewustwording en buiten bestaande kaders durven denken zo belangrijk.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie